Radboud Universiteit Nijmegen
Pb 11 117
Nijmegen, 25 oktober 2011
Europa weerhoudt Nederland van anti-migratiebeleid
Nederland stelt van de EU-lidstaten de strengste eisen als het gaat om gezinshereniging. Ook heeft Nederland er mede voor gezorgd dat er binnen de Europese asiel- en migratieregelgeving veel ruimte is voor nationaal beleid. Toch beperken diezelfde Europese regels de Nederlandse regering om een nog strenger migratie- of zelfs anti-migratiebeleid te voeren. Dat blijkt uit onderzoek waarop migratiespecialist Tineke Strik op 28 oktober aan de Radboud Universiteit Nijmegen promoveert.
Tweeslachtig
Strik onderzocht de wisselwerking tussen het nationale en Europese asiel- en migratiebeleid, met name de regelgeving in Duitsland en Nederland. Strik: 'In de Europese samenwerking stellen beide landen zich tweeslachtig op. Enerzijds benadrukken ze het belang van gemeenschappelijke regels, anderzijds blijken ze keer op keer hun eigen wetgeving, en zelfs hun nationale beleidsvrijheid niet te willen opgeven.'
Nederland strenger dan Europa
De houding van onder andere deze twee landen leidde er toe dat er in de Europese migratierichtlijnen, tot stand gekomen tussen 2000 en 2005, veel ruimte is gelaten voor afwijkingen en nationale keuzemogelijkheden. Strik: 'De Nederlandse regering gaat echter verder dan het claimen van nationale ruimte in de richtlijnen zelf. Ze tracht de grenzen van de richtlijnen te overschrijden door de voorkeur te geven aan strengere eisen aan migranten boven nakoming van de Europese verplichtingen.'
Inkomens- en inburgeringseis
Volgens Strik past de regering in deze gevallen de wet pas aan de richtlijn aan, als een rechter haar daartoe dwingt. Zo zag ze zich gedwongen de inkomenseis bij gezinsvorming te verlagen van 120 naar 100 procent van het wettelijk minimumloon. 'Omdat alles erop wees dat het Hof van Justitie de inburgeringseis in het buitenland in strijd met de Gezinsherenigingsrichtlijn zou verklaren, heeft de regering in de zaak Imran (een Afghaanse mevrouw die zich bij haar man en acht kinderen in Nederland wilde voegen) een verblijfsvergunning verleend, en daarmee op de valreep een veroordeling door het Europese Hof kunnen voorkomen.'
Minimale waarborgen
Ondanks de vele uitzonderingen in de richtlijnen, bieden de Europese regels asielzoekers en migranten toch concrete minimale waarborgen. 'Asielzoekers hebben recht op een interview, een advocaat en op beroep tegen een afwijzing. Migranten hebben het recht om zich te herenigen met hun gezinsleden, als ze aan een beperkt aantal voorwaarden voldoen. Als lidstaten besluiten de Europese regels niet na te leven, zien migranten zich gedwongen hun recht te halen bij de rechter. Sommige politici zijn geneigd tot klagen als Nederland op de vingers wordt getikt, maar door bewust haar verplichtingen niet na te komen, lokt de regering dergelijke gerechtelijke veroordelingen natuurlijk uit.'
Tineke Strik voerde dit onderzoek uit aan het Centrum voor Migratierecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen, en is aldaar werkzaam als universitair docent migratierecht. Tevens is zij lid van de Eerste Kamer voor GroenLinks en de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa.