Nieuw-Vlaamse Alliantie
Bijna 1 op 4 artsen niet-geconventioneerd: zij bepalen zelf hun ereloon
klok 25 oktober 2011
Bijna 23 procent van de artsen was in 2009 niet-geconventioneerd en
bepaalde dus vrij zijn ereloon. Dat blijkt uit cijfers die Kamerlid
Reinilde Van Moer opvroeg bij minister van Sociale Zaken Onkelinx. "De
cijfers maken duidelijk dat de tariefzekerheid voor de patiënt minder
groot is dan de minister ons wil doen geloven," zegt Van Moer.
Van de 34.255 artsen weigerden in 2009 7.827 de conventie te
ondertekenen. Hierbij vallen regionale verschillen op. Brussel steekt
er sterk bovenuit, met 30 procent niet-geconventioneerde artsen.
"De grote tariefzekerheid die de minister ons voorhoudt, is dus
helemaal niet zo groot. Het feit dat de 23 procent
niet-geconventioneerde artsen slechts 17 procent van de medische
prestaties levert, doet hier niets aan af. Het gaat hier meestal om
specialisten, zoals blijkt uit de cijfers. Specialisten voeren op korte
tijd veel technische prestaties uit, zoals scans en tests. Dat wordt
dan gerekend als individuele prestaties", verduidelijkt Van Moer. Een
huisarts levert minder technische prestaties, maar besteedt wel veel
tijd aan de patiënt.
De N-VA hoopt nu op een evenwichtig akkoord in de Nationale Commissie
Geneesheren-Ziekenfondsen dit najaar. Dit kan het percentage
geconventioneerde artsen optrekken en de bevolking een grotere
tariefzekerheid garanderen.
Auteur(s):
Reinilde Van Moer, Kamerlid
Contactinfo:
Annemie Nijs, Communicatieverantwoordelijke Kamerfractie N-VA
E-post: annemie.nijs@n-va.be