Amsterdam, 24 oktober 2011
Beroepsziekten in Nederland: voorkómen kan beter
Werk is belangrijk voor de gezondheid, maar kan ook ziekmakend zijn. Het rapport 'Beroepsziekten in Cijfers 2011' schat dat 260 per 100.000 werkenden een beroepsziekte hebben opgelopen in 2010. Dat komt neer op zo'n 20.000 nieuwe gevallen in Nederland. Dit blijkt uit het rapport Beroepsziekten in Cijfers 2011 van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB), gevestigd in het AMC.
Psychische aandoeningen, lawaaischade aan het gehoor en aandoeningen van spieren en gewrichten worden relatief het meest gemeld. Onderzoek levert toenemend inzicht in bekende risico's, maar wijst ook op nieuwe verbanden tussen werk en gezondheid. Zo levert blootstelling aan stof, werkstress, lawaai en ploegendienst een bijdrage aan het ontstaan van chronische ziekten van hart- en bloedvaten, longen, spieren en gewrichten. Verder laten 's werelds grootste Q-koorts epidemie en de opkomst van resistente bacteriën buiten het ziekenhuis zien, hoe belangrijk bij infectieziekten de blootstelling in het werk kan zijn.
Klachten aan spieren en gewrichten zijn een belangrijke reden voor verzuim in Nederland. Volgens een meerderheid van Nederlandse werknemers komen deze klachten mede door het werk. Onderzoek naar implementatie van preventieve maatregelen is nodig.
Bij psychische beroepsziekten gaat het bij tachtig procent om overspannenheid of burn-out. Dat leidt tot slechter functioneren in het werk en vaak tot langdurig verzuim. Oorzaken zijn vooral een hoge werkdruk en ongewenst gedrag van collega's en/of klanten. Er zijn preventieve maatregelen ontwikkeld voor de aanpak van werkstress en van de posttraumatische stressstoornis voor onder meer de geüniformeerde beroepen.
Afgelopen jaar is Nederland getroffen door 's werelds grootste Q-koorts epidemie. Er staken nieuwe diergerelateerde infectieziekten (zoönosen) de kop op en de omvang van de problematiek van antibiotica resistente micro-organismen nam toe. Blootstelling vindt vaak plaats op de werkplek en preventie vraagt intensievere samenwerking tussen humane en veterinaire gezondheidszorg.
De rol van werkfactoren bij chronische aandoeningen wordt vaak onderschat. Onderzoek leert bijvoorbeeld dat bij één op de zeven astma-aanvallen onder werknemers beroepsmatige blootstelling een rol speelt. Ook brandweerlieden hebben meer luchtwegklachten naarmate zij betrokken waren bij meer branden of andere situaties waarbij zij rook of andere stoffen inademden. Verder blijkt dat lassers, brandweerlieden en mensen die lange werkdagen maken, een hoger risico lopen op hart- en vaatziekten en lijkt reumatoïde artritis meer voor te komen bij blootstelling aan kwartshoudend stof. Meer kennis over de invloed van werkfactoren zoals fijn stof, werkstress, lawaai en ploegendienst kan de preventie van dergelijke chronische aandoeningen ten goede komen.
In 2010 zijn 6.367 meldingen van beroepsziekten geregistreerd bij het NCvB. Via het Peilstation Intensief Melden (PIM) wordt de incidentie van beroepsziekten over 2010 geschat op 260 per 100.000
werknemersjaren. De hoogste incidentiecijfers worden gerapporteerd voor psychische aandoeningen (96) en aandoeningen aan het houdings- en bewegingsapparaat (88), gevolgd door gehooraandoeningen (34), huidaandoeningen (7), infectieziekten (5), luchtwegaandoeningen
(5) en neurologische aandoeningen (5). De top zes van sectoren met de hoogste incidentiecijfers per 100.000 werknemers zijn in 2010 de bouwnijverheid (1314), vervoer en opslag (434), openbaar bestuur en defensie (387), onderwijs (242), industrie (211) en de sector informatie en communicatie (184).
Het rapport 'Beroepsziekten in cijfers 2011' is opgesteld in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het geeft een overzicht van het aantal, en de aard van beroepsziekten en de verspreiding binnen sectoren en beroepen in Nederland. Daarnaast beschrijft het ook wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen rond verschillende beroepsziekten.
Noot voor de redactie (
Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam
Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam