Ingezonden persbericht
Apeldoorn, 23 oktober 2011
PERSBERICHT
Keisse en De Ketele koningskoppel van de EK baanwielrennen 2011
Britten dé gouddelvers
Een Belgische koppel gaf vanmiddag de Europese kampioenschappen baanwielrennen in Omnisport Apeldoorn letterlijk en figuurlijk een knallend eindschot. Iljo Keisse en Kenny De Ketele knokten zich in de finale van een boeiende koppelkoers (Madison) naar een spetterende titel. De Nederlandse ploeg besloot het toernooi op de valreep met een medaille: Kirsten Wild eigende zich het brons toe op het omnium.
Voor Keisse was het een druk, maar zeer succesvol weekend. Zaterdagnacht verzekerde hij zich met zijn Nederlandse ploegmaat bij Quick-Step, Niki Terpstra, van de eindoverwinning in de zesdaagse van Amsterdam. De Ketele speelde daarin ook een bescheiden rol als deelnemer. Amper zes uur later moesten de Vlamingen zich alweer melden in Apeldoorn voor de kwalificatiereeks van de koppelkoers, en 's middags leverde een weergaloos offensief in de laatste twintig ronden de gouden plak en bijbehorende blauwe trui van Europees kampioen op. Keisse vierde dat al in de wedstrijd met een wheelie, onder het fietsen even het voorwiel de lucht in tillend.
De spanning in het vrouwenomnium was te snijden tot de slotmeters van Kirsten Wild. De Zwolse voerde na vijf onderdelen het tussenklassement aan met de Britse Laura Trott. Op de 500 meter tijdrit liet ze de achtste tijd noteren en daardoor zakte ze naar de derde plek, nog altijd goed voor de bronzen plak. ,,Het was geen supertijdrit, maar ik ben er blij mee", zei Wild blij. Trott won het afsluitende nummer én het omnium in zijn geheel.
Dag drie van de EK grepen de Britten sowieso aan om weer hun klasse uit te drukken in gouden hoofdprijzen. Victoria Pendleton werd de koningin van de keirin; ze verwees twee Françaises naar de overige podiumplaatsen. Matthew Crampton, een van de minder bekende snelheidsduivels van de Engelse groep, bleek een onneembare vesting bij mannen. Het zilver ging naar Griekenland (Christos Volikakis), brons was er voor François Pervis uit Frankrijk. En het omnium werd een prooi voor Edward Clancy.
's Lands topsprinters schoten ook in het keirintoernooi tekort. Kopman Teun Mulder bleek geen schim van de premiejager die hij tijdens de wereldkampioenschappen in maart op zijn thuisbaan was. Toen veroverde hij zilver en brons; deze keer lukte het hem slechts op de teamsprint door te dringen tot de 'kleine finale', waarin overigens werd verloren van Polen. Hugo Haak en Willy Kanis hielden de eer hoog; Haak eindigde als achtste, terwijl Kanis op negen uitkwam.
Over de publieke belangstelling toonde evenementdirecteur Martin de Kok zich tevreden. In totaal bezochten gedurende de drie dagen zevenduizend mensen de kampioenschappen. ,,We begrepen natuurlijk dat het moeilijk zou zijn de aantallen te halen van maart. Wereldkampioenschappen hebben nu eenmaal een grotere aantrekkingskracht op de liefhebbers. Ik ben blij dat ondanks het goede weer zoveel mensen de weg naar Omnisport Apeldoorn hebben weten te vinden.''
EINDE PERSBERICHT
Ingezonden persbericht