Ingezonden persbericht
(21 oktober 2011 - Bericht van Kerk en Vrede)
P E R S B E R I C H T
Dood Kadhafi geen reden tot euforie internationale gemeenschap
Utrecht, 21 oktober 2011 -
Hoezeer de dood van Moammar Kadhafi de weg ook vrijmaakt
voor een nieuw, vrij en democratisch Libie, vormt deze
volgens het bestuur van Kerk en Vrede beslist geen reden tot
de euforie en zelfgenoegzaamheid die onder westerse
regeringsleiders bespeurbaar zijn. Van enige
terughoudendheid, waartoe Kerk en Vrede acht maanden geleden
bij het begin van de strijd opriep, is niets gebleken en de
eerste tekenen dat aan dit door de NAVO zo gewenste
succesverhaal grote nadelen kleven zijn reeds zichtbaar.
Zo zal in de eerste plaats de directe betrokkenheid van de
NAVO bij de gevechtshandelingen die uiteindelijk leiden tot
de dood van Kadhafi onderzocht moeten worden. Mocht van enige
opzet sprake zijn, dan hebben de NAVO en de Libische
overgangsraad zich niet gehouden aan de VN-resolutie waarin
bepaald werd dat Kadhafi voor het internationaal strafhof zou
moeten komen en is zodoende een nieuwe ontwikkeling in de
internationale rechtspraak in de kiem gesmoord.
Het in de kiem smoren geldt ook voor de Responsibility to
Protect: de in deze VN-resolutie voor het eerst erkende
rechtsgrond tot VN-bemoeienissen bij interne
mensenrechtenschendingen die de afgelopen jaren na moeizaam
onderhandelen tot stand is gekomen om grootschalige
mensenrechtenschendingen, etnische zuivering of genocide
tegen te gaan. Door de opdracht in de VN resolutie om de
burgerbevolking in Libie te beschermen zo ver op te rekken
dat de NAVO feitelijk en tot en met de dood van Kadhafie als
luchtmacht van de rebellen diende, is het moeizame
diplomatieke werk dat tot de aanvaarding van de
Responsibility to Protect diende teniet gedaan. Deze
rechtsgrond blijkt inmiddels niet meer bruikbaar voor de
internationale gemeenschap om zich met de situatie in Syrië
te bemoeien waar het regiem al enkele maanden vrij spel heeft
om een geweldloze opstand van haar burgers neer te slaan.
Ook werd, in ieder geval door de Franse regering, het in de
VN-resolutie afgekondigde wapenembargo overtreden. Waar
Kadhafi de afgelopen jaren al rijkelijk door het Westen van
wapens was voorzien die tegen de rebellen werden ingezet,
waren de rebellen de afgelopen maanden aan de beurt om vanuit
het Westen bewapend te worden. Door deze twee
bewapeningsgolven zijn inmiddels grote hoeveelheden wapens in
dit land vrijgekomen die tot een verdere destabilisering van
het land zullen leiden nu allerlei onder 40 jaar dictatuur
gesmoorde interne conflicten aan de oppervlakte treden. Dat
gevaar geldt niet alleen voor Libie zelf, maar ook voor haar
instabiele buurlanden Tsjaad, Niger en Algerije waar het
Westen al enkele jaren militair aanwezig is om zich daar
schuil houdende Al Qaida cellen op te sporen en uit te
schakelen. Een grootschalige, internationale
wapeninzamelingsactie in deze regio zou volgens Kerk en Vrede
bijzonder wenselijk zijn. Niet alleen voor de mondiale
veiligheid, maar vooral ook ter bescherming van de
burgerbevolking in de diverse landen.
De opdracht de burgerbevolking van Libie te beschermen
blijft ook gelden nu de door de rebellen gedomineerde
overgangsregering aan de macht is. Blijkens recente
rapportages van mensenrechtenorganisaties waaronder Amnesty
International zullen de Westerse bondgenoten ook nu aan
moeten dringen op een groter respecteren van de mensenrechten
van alle Libische burgers en niet in de eerder gemaakte fout
moeten terugvallen om een oogje dicht te knijpen nu gas en
olie weer ongehinderd naar Europa kunnen stromen.
Kerk en Vrede bepleit een blijvende, niet-militaire
internationale betrokkenheid bij de opbouw van een nieuw,
vrij en democratisch Libie waarbij de belangen van de
burgerbevolking centraal zullen moeten staan.