Rijksoverheid
21 oktober 2011
Beantwoording vragen van de leden Timmermans en Dikkers over de alermerende situatie van mensenrechten in de Democratische Republiek Congo
Geachte Voorzitter, Hierbij bied ik u aan de antwoorden op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Timmermans en Dikkers over de alarmerende situatie van mensenrechtenverdedigers in de Democratische Republiek Congo (DRC). Deze vragen werden ingezonden op 28 september 2011 met kenmerk 2011Z18817.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. U. Rosenthal
Antwoorden van Dr. U. Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Timmermans en Dikkers (PvdA) over de alarmerende situatie van mensenrechtenverdedigers in de Democratische Republiek Congo (DRC).
Vraag 1 Heeft u inmiddels gereageerd op de brief van Justitia et Pax en zes andere betrokken organisaties, waarin zij hun zorgen uiten over de alarmerende situatie van mensenrechtenverdedigers in de Democratische Republiek Congo?1 Antwoord Ja. Vraag 2 Indien ja, op welke wijze bent u van plan om gehoor te geven aan de oproep van deze organisaties die expliciete aandacht vragen voor de veiligheid, inclusief de directe fysieke veiligheid van de mensenrechtenverdedigers, M. Dismas Kitenge Singa, Me Justin Bahirwe, Jonas Tsiombela, Jean Claude Katende en Kizito Mushizi Nfunkiko? Indien u dit niet van plan bent, waarom niet? Antwoord Met de Congolese autoriteiten wordt zowel in EU-kader als bilateraal gesproken over mensenrechtenkwesties. De Nederlandse ambassade te Kinshasa heeft onder meer veelvuldig contact met de minister van Justitie en Mensenrechten, waarbij ook bedreiging en intimidatie van mensenrechtenverdedigers aan de orde komen zoals in de zaak van Floribert Chebeya. De amb
assade zet de situatie van genoemde mensenrechtenverdedigers op de agenda van de mensenrechtenwerkgroepen van de EU en de VN. In overleg met de EU-partners zal worden bezien of de Nederlandse ambassade een van genoemde mensenrechtenverdedigers zal monitoren. Vraag 3 Bent u bereid om praktische en financiële ondersteuning te geven- al dan niet in Europees verband- indien de bedreiging van een Congolese mensenrechtenverdediger zo acuut is dat de mensenrechtenverdediger tijdelijk het land uit moet? Indien nee, waarom niet? Antwoord In mijn brief aan uw Kamer van 2 mei jl. over de uitvoering van de motie El Fassed inzake het Shelter City initiatief heb ik gemeld welke praktische ondersteuning Nederland een mensenrechtenverdediger in nood kan bieden. Indien een mensenrechtenverdediger in acute nood niet opgevangen kan worden in de regio, kan via de Nederlandse ambassade een visumaanvraag worden ingediend met een zorgvuldig onderbouwd verzoek om versnelde afgifte. Nederland heeft deze m
ogelijkheid geboden aan Sylvestre Bwira. Vraag 4 Deelt u de mening dat er alle reden toe is om een dialoog tussen de Congolese
autoriteiten te intensiveren- zeker in aanloop naar de presidentsverkiezingen die in november 2011 zullen gaan plaatsvinden? Indien nee, waarom niet? Antwoord De EU geeft financiële steun aan het verkiezingsproces in de DRC en volgt in dit kader de aanloop naar de verkiezingen in de DRC nauwgezet. Mede op Nederlands aandringen wordt daarbij met bijzondere aandacht gekeken naar gevallen van intimidatie en mensenrechtenschendingen, maar ook naar vrijheid van de media. Vraag 5 Kunt u aangeven of door het gegeven dat Congo geen partnerland meer is van Nederland, de Nederlandse inspanningen in voldoende mate ondersteuning kunnen bieden voor deze mensenrechtenverdedigers? Antwoord Zoals ook in de mensenrechtenstrategie verwoord, blijft Nederland zich inspannen voor mensenrechtenverdedigers, los van de vraag of een land een partnerland is in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Vraag 6 Bent u bereid Hoge Vertegenwoordiger Ashton aan te sporen om de situatie van deze mensenrechtenverd
edigers als prioriteit op de agenda te plaatsen voor overleg met uw EU-collega's? Zo nee, waarom niet? Antwoord De situatie van de genoemde mensenrechtenverdedigers wordt aan de orde gesteld in de mensenrechtenwerkgroepen in Kinshasa. De EU-ambassadeurs besteden bijzondere aandacht aan mensenrechtenschendingen in de aanloop naar de verkiezingen. Deze kwestie behoeft op dit moment geen nader overleg met de Hoge Vertegenwoordiger van de EU.