Rechtbank Den Haag

Vordering Albayrak tot opheffing op non-actiefstelling afgewezen

Den Haag , 19-10-2011
De voorzieningenrechter (sector civiel) van de rechtbank 's-Gravenhage heeft de vordering van de algemeen directeur en beoogd bestuursvoorzitter van het COA, mevr. N. Albayrak, tot opheffing van de op non-actiefstelling van 27 september 2011 en 11 oktober 2011 afgewezen.

Albayrak werd op 27 september 2011 op non-actief gesteld hangende een onderzoek naar salarisbetalingen en vergoedingen binnen het COA. Hierop volgend is zij op 11 oktober 2011 op non-actief gesteld in afwachting van een onderzoek naar het werkklimaat en de bestuursstructuur bij het COA dat in opdracht van minister Leers wordt verricht.

Minister Leers heeft op 11 oktober 2011 in een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer meegedeeld dat er op basis van de eerste bevindingen van genoemd intern onderzoek vragen waren gerezen over informatie die door de Raad van Toezicht van het COA aan hem was verstrekt en dat deze vragen, die onder meer betrekking hadden op de bezoldiging van mevrouw Albayrak, onderdeel zullen uitmaken van het onderzoek dat zal plaatsvinden.

In het kort geding moest beoordeeld worden of het COA voldoende zwaarwegende redenen had om Albayrak op non-actief te stellen op 27 september 2011 en 11 oktober 2011.

De rechter overweegt dat, los van de vragen wie daarvoor verantwoordelijk kan worden gehouden en waar de oorzaak daarvan ligt, door zowel (de Raad van Toezicht van) het COA als Albayrak zelf onjuiste informatie over het salaris van Albayrak aan minister Leers is verstrekt. Vervolgens overweegt de rechter dat tussen partijen vaststaat dat er meerdere ernstige klachten zijn geuit over de vermeende angstcultuur bij het COA.

De rechter komt tot de conclusie dat minister Leers naar aanleiding van de inadequate informatievoorziening en de zware beschuldigingen met betrekking tot het werkklimaat binnen het COA in redelijkheid kon besluiten tot het instellen van een onafhankelijk onderzoek naar onder meer het werkklimaat en de bestuursstructuur van het COA. Totdat de bevindingen van dit onderzoek bekend zijn, staat de voortgang van de werkzaamheden bij het COA eraan in de weg om Albayrak haar werkzaamheden te laten hervatten.
Albayrak zal eerst moeten afwachten welke resultaten uit het onderzoek zullen voortvloeien voordat de op non-actiefstelling kan worden opgeheven. Daarbij staat naar het oordeel van de rechter wel voorop dat als naar aanleiding van dit onderzoek komt vast te staan dat haar geen verwijten kunnen worden gemaakt, zij volledig zal moeten worden gerehabiliteerd.
Uitspraken: BT8531

Zie het origineel