KPMG

KPMG: Daling vennootschapsbelasting komt tot stilstand

Het wereldwijde tarief voor de vennootschapsbelasting bereikt dit jaar het laagste niveau ooit. Internationaal gezien komt het gemiddelde tarief in 2011 uit op 22,96%, een daling van ruim 2% ten opzichte van 2010. In 2000 was het gemiddelde tarief nog 29,03%.

Het gemiddelde tarief van de indirecte belastingen, zoals het Nederlandse btw-tarief, komt dit jaar wereldwijd uit 15,41%, een daling van 0,17% ten opzichte van 2010. Dit blijkt uit internationaal onderzoek van KPMG naar de wereldwijde tarieven voor vennootschapsbelasting en de indirecte belastingen.

Alleen in Europa steeg het tarief van de vennootschapsbelasting, van 19,98% in 2010 tot 20,12% dit jaar. Latijns-Amerika hanteert op dit moment met 25,06% het hoogste gemiddelde tarief.

Volgens Wilbert Kannekens van KPMG Meijburg & Co is het duidelijk dat aan de voortdurende daling van het tarief van de vennootschapsbelasting nu een eind komt. Kannekens: "We hebben het tarief de afgelopen tien jaar steeds verder zien dalen, aanvankelijk met soms bijna één procent per jaar, de laatste jaren met tienden van procenten. Dit duidt er veelal op dat veel overheden vinden dat ze er nu alles aan hebben gedaan om hun land zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor buitenlandse investeerders. Bovendien valt een nog verdere verlaging van het tarief nauwelijks uit te leggen aan het publiek."

Volgens Kannekens bewijst het niveau van het tarief van de indirecte belastingen dat deze heffing voor veel overheden een steeds belangrijkere bron van inkomsten wordt voor veel overheden. Kannekens: "Vergeleken met de inkomstenbelasting worden de tarieven van de indirecte belastingen veel minder beïnvloed door de pieken en dalen in de economie. Ze zijn dus veel stabieler en zorgen in het algemeen voor een constante bron van inkomsten. Maar het zal duidelijk zijn dat de keuzes die overheden maken ten aanzien van de belastingheffing niet alleen worden ingegeven door de economische omstandigheden, maar ook en veel meer door politieke beweegredenen. Voor veel landen is een verlaging van de vennootschapsbelasting er vooral op gericht om zo concurrerend mogelijk te zijn voor buitenlandse investeerders. Aan de andere kant zorgt een laag tarief voor beperkte inkomsten uit de winstbelasting."

Uit het onderzoek van KPMG blijkt dat het gemiddelde tarief van de indirecte belastingen sinds 2006 op zo'n 15% ligt. Kannekens: "Hoewel het tarief vrij constant is, wordt deze heffing door steeds meer landen en steeds breder ingevoerd. Het systeem komt dan ook steeds beter tot ontwikkeling.

Met een tarief van 19,71% is de heffing in Europa relatief hoog. In Azië bijvoorbeeld ligt het gemiddelde tarief op 11,93%. In Europa zien we ook steeds hetzelfde patroon terugkeren. Nieuwe btw-tarieven worden in het algemeen op een laag niveau geïntroduceerd en na gemeenschappelijke acceptatie verhoogd en op steeds meer producten toegepast. Het systeem in Europa is echter het meest volgroeide ter wereld en in dat kader verbaast de aanpak binnen Europa dus niet."

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Andy Bellm, (020) 656 7039.

Klik hier om de bijbehorende publicatie te downloaden.

Zie het origineel