17 oktober 2011
Heivlinder al lang in de problemen
De heivlinder zit al veel langer in de problemen dan we al wisten. Uit
de gegevens van vrijwilligers van het meetnet dagvlinders wisten we hoe
de vlinder het vanaf 1990 deed. Met een nieuwe statistische methode
lukte het medewerkers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en De
Vlinderstichting om oude gegevens te ontsluiten. Hieruit blijkt dat de
heivlinder al vanaf 1950 moeite heeft heideterreintjes waaruit hij
verdween opnieuw te koloniseren.
De heivlinder, een soort van heide en schrale duingraslanden, zit al
sinds 1950 in de problemen, schrijven medewerkers van het CBS en De
Vlinderstichting in het oktobernummer van Ecological Applications. Arco
van Strien van het CBS: "Vanaf dat jaar kreeg de soort steeds meer
moeite om heideterreintjes, waaruit hij om de een of andere reden
verdween, opnieuw te koloniseren. Oorzaak is dat de heide meer en meer
versnipperd raakte". Toch bleef de soort tot 1990 stabiel, doordat de
overleving in de gebieden waar hij voorkwam steeg. Chris van Swaay van
De Vlinderstichting denkt dat dat zou kunnen liggen aan gunstige
klimaatomstandigheden. De jaren zestig en zeventig hadden regelmatig
natte, Atlantische zomers en daar houdt de heivlinder wel van. Of aan
de beginnende stikstofdepositie die de arme heidevelden net een beetje
verrijkte en zo de overleving van de rupsen vergrootte. Maar sinds eind
jaren tachtig steeg de overleving niet verder en omdat de kolonisatie
terug bleef lopen gaat de heivlinder sindsdien sterk achteruit.
Hoe de heidevlinder het sinds 1990 doet, wist men al uit gegevens van
vrijwilligers die meedoen aan het meetnet dagvlinders dat in 1990
begon. Maar van voor die tijd was tot nu toe geen betrouwbare trend te
berekenen omdat er slechts niet-gestandaardiseerde waarnemingen
beschikbaar waren. Met een nieuwe statistische methode hebben de
onderzoekers die oude gegevens nu toch kunnen ontsluiten. De methode
(occupancy modellen of trefkansmodellen) leidt uit herhaalde
waarnemingen in een terrein af hoe grondig een terrein is onderzocht en
corrigeert daarvoor bij de trendberekening. De methode maakt bovendien
onderscheid tussen kolonisatie van nieuwe terreinen en de overleving in
bezette terreinen. Dankzij de nieuwe methode kunnen de onderzoekers de
vele verzamelde gegevens van vroeger alsnog gebruiken om inzichten te
verwerven in de dynamica van metapopulaties van de heivlinder en andere
soorten.
De Vlinderstichting