Vorderingen in kort geding Samsung tegen Apple afgewezen
Den Haag , 14-10-2011
De voorzieningenrechter (sector civiel) van de rechtbank 's-Gravenhage
heeft vandaag uitspraak gedaan in vier kort geding zaken die Samsung
had aangespannen tegen Apple over octrooien voor mobiele telefonie.
Alle vorderingen (in conventie en reconventie) zijn afgewezen.
Samsung is houder van zogenoemde essentiële Europese octrooien voor
3G/UMTS-telefonie, in het bijzonder (W)-CDMA-technologie. Apple maakt
gebruik van deze technologie in haar smartphones en tablet computers.
Essentiële octrooien zijn octrooien voor technologie die
gestandaardiseerd is om een zo breed mogelijke toepassing ervan
mogelijk te maken.
Volgens Samsung maakt Apple door verhandeling van apparaten die gebruik
maken van UMTS-technologie, zoals iPhones en iPads, zonder in het bezit
te zijn van een licentie, inbreuk op de octrooirechten van Samsung.
Samsung heeft daarom een inbreukverbod gevorderd.
Op basis van het beleid van de standaardisatieorganistatie ETSI
(European Telecommunications Standard Institute) is Samsung echter
verplicht om op zogeheten FRAND (fair, reasonable and
non-discriminatory)-voorwaarden een licentie te verlenen voor de
essentiële standaardoctrooien waar het in deze zaak om gaat. Samsung
heeft in 1998 een zogeheten FRAND-verklaring afgegeven waarin zij
bevestigt dat zij bereid is tot het verlenen van een licentie op
FRAND-voorwaarden.
Apple gaat er volgens de rechter kennelijk vanuit dat het afgeven van
een FRAND-verklaring gelijk staat aan afstand van het octrooirecht,
zodat een derde, die de standaard toepast, nooit zal hoeven te vrezen
te worden aangesproken op octrooi-inbreuk. Dat is naar het oordeel van
de rechter niet zo.
Samsung neemt het standpunt in dat de FRAND-verklaring niet meer
inhoudt dan een uitnodiging tot het doen van een aanbod om in
onderhandeling te treden over een licentie. Ook dat standpunt wordt
door de rechter verworpen.
Derden kunnen er volgens de rechter op vertrouwen dat hen een
FRAND-licentie zal worden aangeboden. De door Samsung van Apple
gevraagde vergoeding loopt echter zozeer uit de pas met haar
verplichting tot het doen van een FRAND-aanbod, dat daaruit moet worden
afgeleid dat Samsung niet werkelijk bereid is een licentie-overeenkomst
op FRAND-voorwaarden met Apple aan te gaan.
De weg naar een FRAND-licentie begint naar het oordeel van de rechter
met een verzoek daartoe van Apple gevolgd door een FRAND-aanbod van
Samsung. Als partijen vervolgens niet tot overeenstemming zouden kunnen
komen, staat het Samsung vrij alsnog een inbreukverbod te vorderen. Het
door Apple gevoerde verweer dat zij over een FRAND-licentie beschikt
dan wel dat sprake is van uitputting of rechtsverwerking staat daar
niet aan in de weg.
Voor informatie over dit bericht kunt u contact opnemen met de afdeling
Voorlichtig van de rechtbank, tel. 070 381 1943.
Uitspraken: BT7610
Zie het origineel
Rechtbank Den Haag