Gepubliceerd op 14 oktober 2011
UvA-promovendus werpt nieuw licht op slavenschepen
Opkomsten en ondergang van de Leusden
Gepubliceerd op 14 oktober 2011
Het is de grootste scheepsramp uit de Nederlandse
slavernijgeschiedenis, maar bijna niemand weet ervan. Het slavenschip
Leusden, een van de laatste slavenschepen van de West-Indische
Compagnie (WIC), verging op 1 januari 1738 voor de monding van de
Marowijnerivier in Suriname. Van de 716 in Afrika ingescheepte
gevangenen overleefden er slechts 16 de ramp. Leo Balai onttrekt deze
tragedie aan de vergetelheid. Hij promoveert op vrijdag 21 oktober aan
de Universiteit van Amsterdam.
In zijn proefschrift beschrijft Balai de tien slaventochten die door
het slavenschip Leusden werden gemaakt. Tijdens deze slaventochten
verscheepte de Leusden in totaal 6564 Afrikaanse gevangenen, waarvan
1741 de dood vonden. Meer dan een kwart van de mensen overleefde de
tocht dus niet.
Balai ontdekte bovendien dat de Leusden speciaal als slavenschip werd
gebouwd en ook alleen als zodanig dienst heeft gedaan. Hiermee laat hij
zien dat, anders dan men tot nu toe dacht, in Nederland schepen werden
gebouwd die speciaal bestemd waren voor de slavenhandel. Het waren dus
niet alleen normale koopvaardijschepen die werden aangepast voor het
vervoer van gevangenen. Volgens Balai gaf de WIC in elk geval vanaf het
tweede decennium van de achttiende eeuw specifiek opdracht voor de bouw
van slavenschepen zoals de Leusden.
Bomba's: vrije Afrikanen
Op Nederlandse slavenschepen werden speciale toezichthouders (bomba's)
aangesteld om de gevangenen te instrueren tijdens de overtocht. De rol
van deze Afrikanen in de slavenhandel is niet eerder onderzocht. De
bomba's waren vrije Afrikanen die hun diensten aan de compagnie
aanboden. Zij gingen met de slavenschepen mee naar Amerika en van daar
naar Nederland, waar ze soms gedurende een lange periode verbleven.
Balai ontdekte een bericht van de WIC dat suggereert dat de bomba's
leiding gaven aan een opstand onder gevangenen tijdens een reis op de
Leusden. Toch bleef de WIC gebruik maken van deze Afrikaanse
toezichthouders.
Universiteit van Amsterdam