Stichting Biologica


Verslag slotcongres TaskForce Biologisch

Op 10 oktober (wereldwijde energie bespaardag) was het afsluitende congres van de TaskForce Marktontwikkeling Biologische Landbouw, in 't Spant in Bussum. Hiermee werd een periode van 10 jaar convenanten afgesloten. TaskForce-voorzitter Uli Schnier opende het congres en was tevens dagvoorzitter. Schnier: "Biologisch is een parel van de voedselproductie die je moet zien te laten groeien. Dat lukt alleen onder de best denkbare omstandigheden. Daar heeft de TaskForce keihard aan gewerkt."

Een belangrijk speerpunt van de TaskForce was vraagstimulering bij de zgn. `light users', mensen die af en toe biologische producten kopen. Tegelijkertijd liepen de ketenmanagers van de TaskForce de deur plat bij retailers, om te adviseren over assortimentsuitbreiding, presentatie, verpakkingen etc. Uli Schnier benadrukte dat de onafhankelijke positie van de TaskForce cruciaal was bij het begeleiden van supermarktketens.

Hoewel de TaskForce in de beginperiode heel wat obstakels heeft moeten overwinnen, mogen de resultaten er zijn. De consumptie van biologisch is in tien jaar tijd - ook tegen de recessie in -verdubbeld in ons land. Uitdagingen zijn er nog genoeg, aldus Schnier: "Nu is het zaak om biologisch nóg duurzamer te maken. Over de hele breedte scoort bio nu al zeer goed, op deelgebieden valt nog winst te boeken. Daarbij geldt dat duurzaamheidsclaims moeten kloppen: met een claim op een verpakking ben je er niet."

Na de opening was het woord aan Erik Schut van Friesland-Campina. Hij vertelde over de ontwikkeling van hun merk Boerenland, waarvoor sinds mei 2010 uitsluitend biologische melk wordt gebruikt. Schut: "Het merk Boerenland deed het best goed maar had onvoldoende diepgang. Wij zagen dat een groeiende groep consumenten op zoek was naar pure smaak en naar het verhaal achter het product. In die periode introduceerde AH het succesvolle Puur&Eerlijk en kwam het Scandinavische Arla met biologische zuivel op de Nederlandse markt. Toen vonden wij het tijd om het merk Boerenland te relaunchen." Met succes: sinds de overstap op biologische melk heeft Boerenland het volume met 50% zien toenemen.

Een voorloper van Boerenland was het merk Groene Koe. "Dit merk deed het ook goed, maar was meer gericht op de hardcore bio consument", aldus Schut. Boerenland spreekt een breder publiek aan. In de nieuwe TV-commercial van Boerenland speelt een biologische boerin, Annemiek Nass, de hoofdrol. Nass levert biologische melk aan Campina en wil het verhaal over bio graag uitdragen. (Bekijk de TV-commercial op YouTube: klik hier.)

Schut gaf de congresbezoekers ook enkele suggesties mee: "Bio wordt een commodity. De grote verschillen tussen gangbaar en bio zijn aan het verdwijnen. Bio zal zijn best moeten doen om voorop te blijven lopen." Een ander punt dat Schut aansneed, was de toenemende vraag naar lokale producten. "Daar liggen kansen voor biologische ondernemers."

Aansluitend was het woord aan Marlijn Somhorst van de Lidl. Zij gaf inzicht in het MVO-beleid van de discounter. Als enige supermarktketen in Nederland heeft de Lidl een eigen merk voor biologische producten: Biotrend. Somhorst: "Bio is zeker geen niche meer. Het heeft een vaste plek gekregen in het assortiment van Lidl."

Op het gebied van MVO richt Lidl zich ook op fairtrade, MSC-vis, UTZ-certificering van o.a. koffie en chocola en het Beter Leven-systeem van de Dierenbescherming. Bij de introductie daarvan verdwijnen minder duurzame varianten uit het schap. Somhorst: "Uit onderzoek weten we dat als je producten vervangt door duurzame varianten, dat die vervolgens ook gekocht worden. Vaste klanten gaan daar makkelijk in mee."

Verder is Lidl op allerlei manieren bezig met recycling en energiebesparing. Somhorst: "Niet elk product hoeft in de koeling te staan. Daar kijken we scherp naar. Ook vanuit kostenoogpunt. Margarine staat bij ons bijvoorbeeld niet in de koeling." Voedselverspilling is ook een thema waar de Lidl campagne voor heeft opgezet. Op de vraag van Uli Schnier waarom Lidl niet nog méér biologisch verkoopt, antwoordde Somhorst:" De combinatie met andere labels, zoals fairtrade en MSC, vinden wij ook belangrijk. Maar biologisch heeft een vaste positie gekregen en zal niet meer verdwijnen."

Na de twee bijdragen vanuit het bedrijfsleven was het de beurt aan de wetenschap. Hoogleraar Jan Rotmans van de Erasmus Universiteit benaderde de verduurzaming van de voedselketen als een transitieproces. Eerst gaf hij een analyse van het systeem zoals we dat nu kennen. Rotmans: "Een erg eenzijdig systeem, sterk prijsgericht en niet duurzaam." Hij verwees naar een uitspraak van de FAO over de `semi-permanente voedselcrisis' waar we in beland zijn. Door de smalle basis van onze voedselvoorziening riskeren we een uitval van de voedselproductie met 50% door ziekten en plagen in gebieden waar grootschalige, intensieve landbouw wordt bedreven. Rotmans: "Alles is gericht op schaalvergroting. Daarvoor betaal je een prijs. We zien regelmatig de symptomen van een verkeerd systeem, denk aan de omvangrijke dierziektes die we gehad hebben." Voor het eerst in de historie zijn er wereldwijd nu meer mensen die te veel eten, dan mensen die te weinig eten (1,5 miljard vd 925 miljoen). "Voedseltekorten komen vooral door het distributieprobleem."

Volgens Rotmans is de relatie tussen mens en voedsel verbroken. Een opkomende trend noemt hij glocalisering: de hang naar voedsel uit de eigen streek, waarvan de herkomst bekend is. Rotmans: "Decentraal duurzaam gaat het helemaal worden. Een groeiende groep mensen wil niet meer afhankelijk zijn van multinationals die ze niet helemaal vertrouwen."

Het transitieproces bevindt zich nu op een kantelpunt. Er is een sterke onderstroom die gaat schuren met de gevestigde orde. Rotmans: "Er is een transitie gaande van een prijsgedreven systeem naar een systeem met andere waarden." Dit proces heeft tijd nodig, mogelijk tien jaar, en gaat gepaard met chaos en verwarring. Vooral de mentale barrière is lastig te nemen: het verschil tussen attitude en koopgedrag.

De vleesconsumptie komt ook aan bod. In Nederland eet een mens gemiddeld in zijn hele leven 734 landbouwhuisdieren op. Dit zal drastisch gaan veranderen, voorspelt Rotmans. Het percentage vegetariërs is al flink gestegen, naar 6% van de bevolking. "De hamburger wordt de sigaret van 2011." Andere ontwikkelingen die te verwachten zijn volgens Rotmans: "Mensen gaan meer zelf voedsel verbouwen, stadslandbouw groeit door. In een land waar het water van alle kanten op ons afkomt, zijn er ook mogelijkheden voor zilte landbouw. Zilte broccoli lijkt me heerlijk."

De overheid zou de verduurzaming op diverse manieren moeten stimuleren, aldus Rotmans: "Formuleer normen voor duurzame voeding, en pak bedrijven aan die niet duurzaam zijn. Voorlopers moeten innovatieruimte krijgen." Het belonen van kleine duurzame projectjes vindt Rotmans nu beslist géén overheidstaak. "Het is nu tijd om op te schalen. De urgentie is nog nooit zo groot geweest. Er moet groot gedacht worden, zorg bijvoorbeeld dat alle sportkantines hun aanbod verduurzamen." Tot slot benadrukte Rotmans dat je bij duurzaamheid niet moet `polderen', want dan kom je nergens. "Het poldermodel heeft ons veel gebracht, maar bij verduurzaming moet je minder democratisch te werk gaan."

De oproep aan de overheid kon direct worden beantwoord, dankzij de komst van staatssecretaris Henk Bleker van Landbouw. Hij opende met de opmerking dat het met de vleesconsumptie niet zo zal gaan als met roken. Wel is het kabinet van mening dat er grote stappen voorwaarts moeten worden gezet in de dierhouderij, o.a. op het gebied van voeding en ruimte.

In de verdere ontwikkeling van de biologische sector gaf Bleker aan dat de ketenpartijen (van boer t/m consument) leidend moeten zijn. Bleker: "Door het convenant Marktontwikkeling Biologische Landbouw en het specifieke overheidsbeleid van de afgelopen tien jaar is de biologische landbouw uitgegroeid tot een innovatieve, robuuste sector met een professionele ketenorganisatie (Bionext). Biologisch is volwassen geworden. Ik kan dan ook met een gerust hart het specifieke beleid voor deze sector omzetten in regulier beleid. De sector kan vanaf nu - net als andere sectoren - aanspraak maken op generieke middelen van de overheid en moet zijn plaats vinden in de topsectoren structuur.'

Wat gaat de overheid nu doen? Bleker: "Het kabinet blijft duurzaamheid en innovatie steunen, met zo'n 5 à 10 miljoen per jaar. Het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid is wel eens genoemd als een tegenwerkende kracht voor de verduurzaming. Dat zou niet zo moeten zijn, het GLB moet zo vorm gegeven worden dat het bijdraagt aan verduurzaming. Daar zal het kabinet zich voor inzetten."

De analyse van Jan Rotmans dat oude instituties zichzelf overeind houden en het transitieproces vertragen, deelde Bleker niet: "Marktpartijen zijn zelf bezig met duurzame ontwikkeling. Het helpt niet om partijen tegenover elkaar neer te zetten, we zijn meer gebaat bij verbinding. Dan kun je ook volume realiseren. Het is de taak van de overheid om eventuele belemmeringen voor verduurzaming weg te nemen. Ook is denkbaar dat op den duur bedrijven worden aangepakt die weigeren duurzame stappen te zetten."

Het congres werd afgesloten met een officieel moment: Uli Schnier overhandigde speciaal gemaakte penningen aan achtereenvolgens staatssecretaris Bleker en aan Bavo van den Idsert, directeur van Bionext. De penning was een overdracht van de `erfenis' van de TaskForce. Bleker kreeg deze als dank voor de geboden steun aan de marktontwikkeling in de afgelopen tien jaar. Van den Idsert nam, met de penning, symbolisch het stokje over van de TaskForce. Van den Idsert: "Bionext wil in de komende jaren zaken doen: samen met het bedrijfsleven gaan we doortimmeren aan de groei van biologisch in Nederland."