14 oktober 2011
Registratieplicht voor videodiensten op aanvraag
Vanaf 1 november 2011 zijn de beleidsregels van kracht die nader
invullen wanneer er sprake is van 'commerciële mediadiensten op
aanvraag', ofwel videodiensten op aanvraag, die onder het toezicht
vallen van het Commissariaat voor de Media. Deze videodiensten dienen
zich te registreren bij het Commissariaat.
Waarom?
De beleidsregels geven een uitwerking van de criteria die samen bepalen
of een commerciële mediadienst op aanvraag onder de werking valt van
de Mediawet 2008. Die wet bepaalt namelijk dat niet alleen reguliere
omroepdiensten (via kabel, ether, satelliet), maar ook soortgelijke
diensten en diensten op aanvraag die op een andere wijze worden
verspreid (internet, mobiele telefoon) in bepaalde mate dienen te
worden gereguleerd. Zo ontstaat er een gelijk speelveld tussen
aanbieders die vergelijkbare diensten via verschillende platforms
aanbieden. Tegelijk kunnen gebruikers van alle platforms rekenen op een
bepaald niveau van bescherming op basis van de Mediawet. Voor jongeren
schadelijke content (volgens de Kijkwijzer-classificatie) is bij
videodiensten op aanvraag diensten toegestaan, maar ernstig schadelijke
content moet worden afgeschermd. Het Commissariaat ziet hierop toe.
Sluikreclame is in alle gevallen verboden. Productplaatsing (het tegen
betaling opnemen van een product in een programma) is toegestaan in
films, series, sportprogramma's en lichte amusementprogramma's.
Voor welke diensten?
De nieuwe beleidsregels gelden voor diensten als wordt voldaan aan de
volgende vijf criteria (cumulatief):
* De video's worden aangeboden via een catalogus.
* Het aanbieden van video's is het hoofddoel van de dienst.
* De keuze van de video's en de organisatie ervan (de selectie van
het aanbod in de catalogus en de wijze van presentatie) valt onder
de redactionele verantwoordelijkheid van de aanbieder van de
dienst.
* De dienst heeft een massamediaal karakter: richt zich op het
algemene publiek of delen daarvan.
* De dienst is als een economische dienst te beschouwen.
Voorbeelden van dergelijke diensten zijn aanbieders van online
videotheken, uitzendinggemistdiensten en sommige nieuwssites met een
zelfstandig videodeel dat niet primair dient ter ondersteuning van het
geschreven nieuws.
Uit onderzoek is gebleken dat er heel veel websites met enig
video-aanbod zijn, maar dat slechts een klein deel aan deze criteria
voldoet en daarmee registratieplichtig is.
Hoe?
Voor aanbieders van videodiensten die aan de bovenstaande vijf criteria
voldoen, geldt een registratieplicht: zij dienen zich binnen twee weken
na aanvang via de website van het Commissariaat aan te melden. Ook
reeds bestaande aanbieders dienen zich aan te melden. Van de
betreffende videodiensten wordt op basis van de Mediawet 2008 met name
verwacht dat zij in hun video's commercie en redactionele inhoud
duidelijk van elkaar scheiden. Ook mogen nieuws, actualiteiten en
politieke informatie niet worden gesponsord. Aanbieders die zich niet
bij het Commissariaat laten registreren, riskeren een boete. Het
Commissariaat richt op zijn website een openbaar register in met alle
diensten die na toetsing van de aanmelding formeel zijn aangemerkt als
commerciële mediadienst op aanvraag.
Toezichtkosten
Media-instellingen die commerciële mediadiensten op aanvraag verzorgen
zullen jaarlijks voor elke mediadienst een vast bedrag verschuldigd
zijn aan het Commissariaat voor de Media. De hoogte van dit bedrag
wordt nog nader vastgesteld door de minister van OCW.
Reclameboodschappen
Aanbieders met reclameboodschappen binnen hun video's dienen zich aan
te melden bij de Stichting Reclame Code.
Commissariaat voor de Media