Promotie Mw. drs. N.E.W. Bressers
Titel proefschrift
Co-Creating Innovation; A Systemic Learning Evaluation of Knowledge and
Innvation Programmes
---
Promotoren:
Prof.dr. ing. G.R. Teisman
Prof.dr. J.J. Bouma
---
Co-promotors:
Dr. L.M. Gerrits
Datum
14 oktober 2011 09:30
---
Locatie:
Woudestein, senaatszaal
---
Faculteit
Faculteit der Sociale Wetenschappen (FSW)
Kennis- en innovatieprogramma's succesvol in samenbrengen van partijen
Subsidieregeling aanpassen om bedrijfsleven mee te laten doen
Kijk bij de evaluatie van kennis- en innovatieprogramma's vooral naar
hoe het programma en diens omgeving op elkaar inwerken en elkaar
waarderen. Dit adviseert Nanny Bressers in haar proefschrift
Co-Creating Innovation. A Systemic Learning Evaluation Of Knowledge And
Innovation Programmes. Bressers promoveert vrijdag 14 oktober 2011 aan
de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Co-Creating Innovation gaat over het evalueren van kennis- en
innovatieprogramma's (KAIPs). Een KAIP bestaat uit diverse partijen,
zoals het bedrijfsleven, overheden, en kennisinstellingen, die
samenwerken om kennis en innovaties te ontwikkelen om maatschappelijke
verandering te bevorderen in de door hen gewenste richting. Nanny
Bressers onderzocht de invloed van Transumo, een programma op het
gebied van duurzame mobiliteit, en Leven met Water, een programma op
het gebied van innovatief waterbeheer. Beide programma's werden deels
gefinancierd vanuit overheidssubsidies uit de aardgasbaten, en deels
door de deelnemende partijen. In haar onderzoek beargumenteert de
promovenda dat deze complexe programma's niet zomaar onderzocht kunnen
worden met standaard evaluatiemethoden.
Omdat in deze programma's zoveel partijen meedoen, spelen er vaak
uiteenlopende doelstellingen. Daarnaast is de verwevenheid van
partijen, handelingen en doelstellingen in de sector van de programma's
vaak zo groot dat niet met zekerheid te zeggen is welke uitkomst door
wie gerealiseerd is.
Bressers ontwikkelde een evaluatiemethode waarbij niet sec naar de
behaalde resultaten wordt gekeken, maar naar de ontvankelijkheid van
het programma en diens omgeving ten opzichte van elkaar. Een programma
met grote ontvankelijkheid tussen programmadeelnemers en de omgeving
waarop zij invloed hopen te hebben zal ook een grote impact hebben.
Op deze manier achterhaalde zij dat de twee onderzochte projecten een
redelijke mate van impact hebben gehad. Hoewel de programma's niet in
hun eentje de maatschappelijke veranderingen die zij nastreven kunnen
bewerkstelligen, zijn zij wel succesvol in het samenbrengen van
partijen. Het enthousiasme van deelnemers en hun oprechte inzet leidt
in sommige gevallen tot succesvolle projecten.
Een kritische kanttekening is dat het uitvoerend bedrijfsleven in de
praktijk vaak beperkt betrokken bleek, onder meer door de ingewikkelde
en zware financiële afspraken vanwege de verstrekte subsidie en de
verplichte lagere tarieven. De promovenda beveelt dan ook aan om
toekomstige kennis- en innovatieprogramma's op een dynamischere en
soepelere manier te organiseren en te financieren, zodat ook het
bedrijfsleven verleid kan worden tot participatie en de toepasbaarheid
van de resultaten daardoor wordt vergroot.
Erasmus Universiteit Rotterdam