Open normen in het Europees consumentenrecht. De oneerlijkheidsnorm in
vergelijkend perspectief
Datum: 13 oktober 2011
Promotie: mw. C.M.D.S. Pavillon, 16.15 uur, Aula Academiegebouw,
Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: Open normen in het Europees consumentenrecht. De
oneerlijkheidsnorm in vergelijkend perspectief
Promotor(s): prof.dr. M.H. Wissink, prof.dr. H.B. Krans
Faculteit: Rechtsgeleerdheid
Open geformuleerde normen staan harmonisatie consumentenbescherming in
de weg
Geniet de Europese consument overal in de EU dezelfde (minimale)
bescherming? Dit is wel waar de interne markt om vraagt, volgens de
Europese wetgever, die hiertoe richtlijnen heeft uitgevaardigd. Omdat
de markt volop in beweging is, maar ook omdat lidstaten het niet zomaar
eens werden over wat precies verboden zou moeten worden, bevatten deze
richtlijnen een open geformuleerd verbod op onder meer oneerlijke
contractbedingen en oneerlijke handelspraktijken. Open normen hebben
als voordeel dat zij maatwerk toestaan. Hun onbepaaldheid kan echter
leiden tot uitlegverschillen. Om die reden gaan harmonisatie en open
normen moeilijk samen. Charlotte Pavillon onderzocht in hoeverre er
sprake is, dan wel sprake kan zijn, van een geharmoniseerde uitleg en
toepassing van de open normen uit de Richtlijn oneerlijke bedingen en
de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken.
Is een opzegtermijn van meer dan één maand in een duurovereenkomst
tussen een handelaar en een consument in de hele EU zonder meer
oneerlijk? Maakt het uit of daar een lagere abonnementsprijs tegenover
staat? Hangt de oneerlijkheid van de termijn af van de vraag of de
consument op die termijn is gewezen? Of is van belang dat een nationale
consumentenorganisatie bij de totstandkoming van de voorwaarde
betrokken is geweest? In Nederland verbiedt de initiatiefwet Van Dam,
die in januari 2012 in werking treedt, dat de consument een
opzegtermijn van meer dan één maand wordt opgelegd. In Frankrijk
daarentegen is beslissend of de handelaar aan dezelfde termijn is
gebonden en of er kosten aan het opzeggen zijn verbonden. En in
Engeland geeft de vraag of de consument over het beding is geïnformeerd
mogelijk de doorslag.
Charlotte Pavillon ging na hoe beide open oneerlijkheidsnormen in
Nederland, Frankrijk en Engeland worden uitgelegd en toegepast en keek
naar de nationale omzettings- en handhavingskeuzes. Het bleek dat in de
onderzochte lidstaten verschillend met de open normen wordt omgegaan en
dat Europese harmonisatie in de praktijk uitblijft.
Pavillon vergeleek de invloed van het nationale en het Europese
referentiekader op de uitleg en toepassing van de oneerlijkheidsnormen.
Zij concludeert dat de beschikbare Europese `handvatten' niet in staat
zijn om een geharmoniseerde uitleg en toepassing van die normen te
bewerkstelligen en stelt verschillende maatregelen voor die de
harmonisatie in de praktijk kunnen bevorderen. Meer transnationaal
overleg tussen wetgevers en tussen handhavende instanties, een minder
op de bijzondere omstandigheden van het geval gerichte toets waarbij
gebruik wordt gemaakt van vaste, geobjectiveerde gezichtspunten, en een
eenduidige uitleg van de open normen door het Hof van Justitie zouden
de harmonisatie in de praktijk ten goede komen. Met andere woorden: de
harmonisatie van open normen vergt meer afstemming, abstractie en
autonome interpretatie.
Charlotte Pavillon (Groningen, 1980) studeerde Beleid en Bestuur in
Internationale Organisaties, alsmede Europees en Internationaal Recht
aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar onderzoek bij
de vakgroep Privaatrecht en Notarieel recht. Zij is thans postdoc
onderzoekster bij het Groningen Centre for Law and Governance. Van het
proefschrift verschijnt een handelseditie bij uitgeverij Kluwer.
Laatst gewijzigd: 04 oktober 2011 11:12
Rijksuniversiteit Groningen