SGP
Eendagsvliegen en 'ontdonneren'
Anders dan degenen die bijna continu afdingen op de monarchie,
benadrukt de SGP de voordelen van koningin Beatrix: ze heeft breed
vertrouwen, bindt Nederlanders, is bovenpartijdig en waarborgt
continuïteit. Partijen die zo kort na unanieme (!) aanneming van het
Financieel Statuut opnieuw het âinkomensâdebat voeren, hebben het
geheugen van een ééndagsvlieg. De SGP vindt dat het debat over een
nieuwe vice-president Raad van State âontdonnerdâ moet worden.
---
Begroting Algemene Zaken/De Koning
11 oktober 2011
Kees van der Staaij
Voorzitter, even heb ik overwogen om mijn bijdrage van vorig jaar bij
dit debat over de begroting van Algemene Zaken en De Koning te
hergebrui-ken. Even de datum en het jaartal veranderen, en dan opnieuw
voorlezen. Daar zou alleszins reden voor zijn, omdat de thematiek die
ook dit jaar weer aan de orde wordt gesteld, verdacht veel lijkt op die
van vorig jaar, te weten: de monarchie.
Dat ik uiteindelijk niet heb gekozen voor deze methode heeft te maken
met het verwijt dat ik vorig jaar moest incasseren van de geachte
afge-vaardigde de heer Pechtold.
Toen wij vorig jaar de degens kruisten over dit onderwerp, verweet hij
mij defensief te zijn. Een verwijt waar ik een jaar lang wakker van heb
gele-gen. Daarom zal mijn bijdrage dat jaar offensief zijn. Daarbij
knoop ik aan bij de notitie die de minister-president heeft geschreven
over het koning-schap en die zo overgenomen zou kunnen zijn van
minister-president Kok in 2000. Ik maak graag van deze gelegenheid
gebruik nog eens de voor-delen van een constitutionele monarchie op te
sommen.
Ik zeg bewust: een constitutionele monarchie, want Nederland is een
con-stitutionele monarchie. Met nadruk op het woord constitutionele.
Dat woord geeft aan dat óók de koning(in) gebonden is aan de regels
van de rechtsstaat en dat zij de macht moet delen met andere
staatsorganen.
Een van de grootste voordelen van de monarchie zoals die hier te lande
marcheert is dat er in dit land niemand is die meer vertrouwen geniet
dan koningin Beatrix. In alle lagen van de bevolking, van hoog tot laag
en van links tot rechts, is de koningin gezien. Dat gezag heeft niets
te maken met sympathie voor haar opvattingen of ideeën (iets waar
politici het van moeten hebben), maar rust op de waardering voor de
wijze waarop ook koningin Beatrix haar taak uitoefent. Dat is een.
Twee. Een koning(in) die zonder campagne en ander verkiezingsgeweld op
de troon kan komen heeft op een gekozen president voor dat hij of zij
mensen bindt. In een land waar zo veel verschillen zijn, is dat een
goede zaak. In koningin Beatrix beleven we dan ook in zekere zin onze
eenheid. Zij herinnert ons aan de (historische) banden die ons
verbinden. Daarom is Oranje zo bij uitstek geschikt om 'ons' in en
tegenover het buitenland gezicht te geven.
Drie. Koningin Beatrix staat garant voor bovenpartijdigheid. Die is
haar als het ware door haar moeder Juliana met de paplepel ingegoten en
sinds-dien onafgebroken ingeprent. Die bovenpartijdigheid stelt de
vorstin in staat om het schip van staat, als dat op een dood punt is
aangeland, weer in beweging te krijgen. Anderen zouden dat wellicht ook
kunnen, maar bij de koningin hoeven we er niet bang voor te zijn dat
zij op dit soort mo-menten gehinderd wordt door partijbelangen of
politieke bijbedoelingen. Niet voor niets zet de Grondwet, na eerst de
grond-rechten opgesomd te hebben, in met het koningschap. Voor mij is
dat het fundament onder ons staatsgebouw.
Een vierde reden waarom ik gehecht ben aan de monarchie is de
continuï-teit die er door gewaarborgd wordt. Ministers en andere
bewindslieden gaan na korte of langere tijd, maar Hare Majesteit blijft
op haar post. Ook dat is een pluspunt. Ervaring, gebaseerd op kennis
van zaken en trouwe toewijding, is altijd goed; dus ook in staatszaken.
Daar zelfs nog meer dan elders.
Tenslotte. Voor mij, als kamerlid van een partij die belijdt dat de
geschie-denis geen rij toevallige gebeurtenissen is, komt daar een
wezenlijk punt bij. Koningin Beatrix herinnert ons aan de strijd die
haar voorvaderen voerden voor onze onafhankelijkheid. De Oranjes
streden tégen tirannie en dwingelandij en vóór de vrijheid om God te
dienen overeenkomstig de Bijbel, Zijn Woord. Koningin Beatrix is voor
mij dan ook nog altijd konin-gin bij de gratie Gods.
Voorzitter, tenslotte nog iets over de aangezwengelde discussie om ook
te snijden in de begroting van De Koning. Over de financiën van het
Ko-ninklijk Huis is in de afgelopen jaren al heel veel gezegd.
Uiteindelijk is zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer onder het
vorige kabinet ak-koord gegaan met het nieuwe Financieel Statuut
Koninklijk Huis. De be-doeling van het statuut is om te voorkomen dat
er iedere keer opnieuw discussie is over de âuitkeringenâ voor de leden
van het Koninklijk Huis. Daarom zijn die bedragen geïndexeerd, juist
om zoân pijnlijke discussie te voorkomen. Tegen die achtergrond voelt
de SGP-fractie er dan ook niks voor om zich in deze discussie te
mengen.
Enige reuring is er nu ook over de post van vice-president van de Raad
van State. Het is niet voor het eerst dat dit in Den Haag tot commotie
leidt. Ik breng nog maar eens in herinnering dat oppositieleider den
Uyl in 1980 alles uit de kast haalde om aan te tonen dat de benoeming
van toenmalig minister van Defensie W. Scholten onacceptabel was,
inclusief interpellatie en ketelmuziek die daarbij hoort.
Voorzitter, de SGP-fractie wil niet op de dingen vooruit lopen en vindt
dat deze discussie gedepolitiseerd en âont-donnerdâ moet worden.
Nu al moord en brand schreeuwen bij een mogelijke benoeming is niet des
SGPâs. Als er eenmaal een sollicitatieronde gestart is, moet wat de SGP
betreft één ding helder zijn: de kandidaat moet voldoende
gekwalificeerd zijn voor de post. Tot nu toe is dat steeds goed gegaan,
en we hebben geen reden om met vrees vervuld te zijn dat er nu iets
fout dreigt te gaan. Overigens is interessant dat in een artikel ui
1997 van J.J. Vis over de herkomst van de staatsraden werd vastgesteld
dat er een terugloop is van het âpolitieke aandeelâ, het belangrijkste
verschil met een eeuw gele-den is de terugloop van het aantal
staatsraden dat ervaring heeft op het nationale politieke niveau. In
het verleden waren er veel meer politieke zwaargewichten lid â en zou
het mogelijk zijn geweest uit de Raad van State een half kabinet samen
te stellen. Zo ver hoeft het wat ons betreft niet te komen, maar mij
dunkt dat de Raad ook politieke zwaargewichten goed kan gebruiken.