Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad verwerpt cassatieberoep zaak doodgestoken kinderen

Den Haag , 11-10-2011

Achtergrond
Op 14 juni 2006 worden een 2 jaar oud meisje en een jongen van 6 maanden oud doodgestoken aangetroffen in een woning in Purmerend. De moeder van de kinderen bekent haar kinderen te hebben gedood en wordt vervolgd. Later trekt de moeder haar bekentenis in en verklaart zij dat een onbekende man haar woning was binnengedrongen en dat deze de dader is.

Procedure bij rechtbank, hof en Hoge Raad
De rechtbank Haarlem spreekt de verdachte in november 2007 vrij (LJN BB7483). De rechtbank oordeelt dat haar bekentenis onvoldoende betrouwbaar is en dat niet met zekerheid kan worden uitgesloten dat een derde persoon de kinderen heeft gedood.
Het hof Amsterdam veroordeelt de verdachte op 26 februari 2010 tot een gevangenisstraf van vier jaar en tbs voor meervoudige doodslag (LJN BL5731). Het hof baseert zich op de bekentenissen van de verdachte en stelt dat er geen sporen zijn van een onbekende dader. De lichte verwondingen van de verdachte zijn volgens een arts zeer waarschijnlijk het gevolg van zelfverwonding en niet van een eventuele worsteling.

Namens de verdachte heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat in Spijkenisse, cassatieberoep ingesteld.

Advocaat-generaal Knigge adviseerde de Hoge Raad op 5 juli 2011 de bestreden uitspraak te vernietigen wat betreft de opgelegde gevangenisstraf en de verbeurdverklaring van kleding en het cassatieberoep voor het overige te verwerpen

Uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof wat betreft de opgelegde gevangenisstraf in verband met de overschrijding van de redelijke termijn en wat betreft de verbeurdverklaring van in beslag genomen kleding in verband met een onjuiste motivering daarvan door het hof. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep voor het overige met een zogenoemde verkorte motivering als bedoeld in art. 81RO. Dat is een standaardmotivering die inhoudt dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat geen nadere motivering nodig is omdat geen rechtsvragen aan de orde zijn gesteld die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Gevolgen van deze uitspraak
De gevangenisstraf wordt verminderd tot 3 jaar en 10 maanden. De verbeurdverklaring van de kleding is vervallen. De zaak is hiermee afgedaan.

Dit is een samenvatting van de uitspraken van de Hoge Raad van 11 oktober 2011. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraken zijn laatstgenoemde beslissend.

Op dinsdag 11 oktober is persraadsheer Jhr. mr. B.C. de Savornin Lohman van 12.30 tot 13.30 uur via onderstaand telefoonnummer beschikbaar voor het geven van toelichting.

Den Haag, 11 oktober 2011
Mireille Beentjes, woordvoerder/communicatieadviseur Tel. 070-3611237

Uitspraken: BR3046


Zie het origineel