Rijksoverheid
11 oktober 2011
Kamerbrief expertonderzoek MKZ Kootwijkerbroek
Geachte Voorzitter,
In mijn brief aan uw Kamer van 24 juni 2011 (TK 27 622, nr. 142) heb ik
aangekondigd om in de lopende bezwaarprocedure omtrent de mond-enklauwzeer
(MKZ) besmetting in Kootwijkerbroek in 2001 twee onafhankelijke
laboratoriumexperts te raadplegen voordat ik een beslissing op bezwaar zal
nemen. Bijgaand bied ik uw Kamer de resultaten aan van dit expertonderzoek, in
de originele Engelstalige versie en in de Nederlandse vertaling. Tevens stuur ik u
de reactie van het Centraal Veterinair Instituut (CVI) op het rapport van de
experts.
Op mijn verzoek hebben op 9 en 10 augustus twee internationaal erkende experts
op het gebied van diagnostiek van MKZ de laboratoriumgegevens leidend tot de
uitslag van het bedrijf in Kootwijkerbroek geëvalueerd.
Ter voorbereiding op het onderzoek heb ik aan de experts informatie verstrekt
over de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) van
9 september 2008, de bezwaren van de betrokkenen uit Kootwijkerbroek en het
standpunt van het CVI. Het expertonderzoek is uitgevoerd in de faciliteiten van
het CVI in Lelystad en de experts hebben daarbij inzage gekregen in alle
bijbehorende documenten die zij nodig hebben geacht om het onderzoek goed uit
te kunnen voeren. De documenten die de experts tijdens het onderzoek hebben
geraadpleegd en die niet eerder zijn vrijgegeven zijn ook overgelegd aan de
bezwaarmakers uit Kootwijkerbroek. Ik stuur ze u hierbij eveneens toe.
De onafhankelijke experts stellen na evaluatie van de uitgevoerde
laboratoriumtests dat de conclusie dat MKZ-virus van type O aanwezig was in
monster nr. 26.1 gerechtvaardigd is. De onderbouwing hiervoor wordt geleverd in
hoofdstuk 9 onder a. en b. van het rapport.
De experts concluderen met betrekking tot de ingangscontrole van de gebruikte
lammerniercellen dat deze cellen idealiter op MKZ-virus onderzocht hadden
moeten worden voorafgaand aan het gebruik voor diagnostiek.
De onderzoekers geven echter ook aan dat tijdens de uitbraak indirect bewijs,
verkregen uit hun verdere diagnostische gebruik, aanvullend bewijs leverde dat de
cellen niet inherent positief waren voor MKZ-virusinfectie, aangezien niet alle
monsters een positieve uitslag gaven na inoculatie hiermee. Het feit dat er
monsters getest zijn op de lammerniercellen die een negatieve uitslag gaven,
betekent volgens de onderzoekers dus dat de cellen zelf niet met MKZ virus
besmet waren voor gebruik in de test.
De onderzoekers maken nog een aantal andere opmerkingen waarbij zij onder
andere constateren dat het zeer onwaarschijnlijk is dat er kruisbesmetting heeft
plaatsgevonden op protocol 30. Ook geven zij aan dat er sprake was van een
inconsequente benadering bij het testen in de ELISA en dat het
referentienummersysteem verwarrend was.
Tot slot geven de onderzoekers nog aan dat het gefaxte rapport van 28 maart
2001 slechts melding maakt van 1 van de 3 geaccrediteerde testen namelijk de
virusisolatietest. Volgend op de celcultuur is altijd een ELISA test nodig om te
bevestigen dat de oorzaak van de celdood in deze celcultuur MKZ virus is. Het
ministerie van EL&I heeft schriftelijk aan de experts bevestigd dat het de ELISA
altijd beschouwd heeft als een integraal onderdeel van de virusisolatie.
De bezwaarmakers zullen, alvorens de beslissing op bezwaar afgerond wordt, in
de gelegenheid worden gesteld om op het rapport van de experts te reageren, al
dan niet tijdens een nieuwe hoorzitting.
Mijn eindbeoordeling kan daarom naar verwachting niet eerder dan vanaf
december a.s. tegemoet worden gezien.
Aangezien ik het expertonderzoek heb laten verrichten in het kader van de
lopende bezwaarprocedure, is het met het oog op een zorgvuldige procedure pas
mogelijk om inhoudelijk met u over de resultaten van het onderzoek te spreken
nadat ik de beslissing op bezwaar genomen heb. Ik zeg u toe dat ik u spoedig na
de beslissing op bezwaar mijn reactie op het onderzoek zal sturen en verzoek u
het rapport vóór die tijd nog niet te agenderen voor een algemeen overleg.
Gelet op het technische karakter van het rapport ben ik desgewenst bereid mijn
medewerking te verlenen aan een technische briefing over het expertonderzoek.
Tot slot wil ik u erop wijzen dat er tot mijn spijt een onvolkomenheid staat in mijn
brief van 24 juni 2011 inzake de ingangscontrole op de lammerniercellen ten
behoeve van de viruskweek. De zin: "Wel zijn de geanonimiseerde resultaten van
de andere bedrijven op het reeds overgelegde protocol P30 negatief." moest
luiden: "Wel zijn de geanonimiseerde resultaten van andere bedrijven op het
reeds overgelegde protocol P30 negatief."
Dat wil zeggen dat er op protocol P30 een aantal monsters van bedrijven negatief
zijn getest en een monster uit Kootwijkerbroek alsmede een monster van een
ander bedrijf positief zijn getest. Eerder heb ik u hierover in de brief van
30 september 2008 (TK 29 683, nr. 20), waarmee onder andere protocol P30 aan
uw Kamer is overgelegd, een feitelijk correct overzicht gezonden.
dr. Henk Bleker
Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie