Rijksoverheid
Najaarscongres Nederlands Genootschap voor Burgemeesters
Toespraak | 06-10-2011
Toespraak van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie tijdens het
najaarscongres van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters op 6
oktober in Haarlem.
Dames en heren,
Wat een mooi moment, in deze fraaie Haarlemse Philharmonie. Ik beschouw
het als een eer om hier te mogen spreken, ten overstaan van een zaal
vol mensen die datzelfde prachtige ambt bekleden dat ik zelf ruim 35
jaar met zoveel plezier heb mogen uitoefenen, het burgemeesterschap. Ik
wil u dan ook van harte bedanken voor de uitnodiging! Eerder vandaag
trof u al mijn collega-minister Donner achter dit spreekgestoelte; nu
ben ik aan de beurt, om het met u te hebben over het thema veiligheid.
Uit mijn lange ervaring als burgemeester, weet ik dat veiligheid de
belangrijkste burgemeestersportefeuille is. Burgers hechten een steeds
groter belang aan de verantwoordelijkheid van de burgemeester voor de
veiligheid in hun gemeente. Het belang en de complexiteit van de
veiligheidsportefeuille is de laatste jaren alleen maar toegenomen.
Meer dan ooit ligt het doen en laten van de burgemeester op dit terrein
onder een vergrootglas. Uw burgers verwachten een burgemeester die er
stáát wanneer dat nodig is. En dat lijkt me terecht.
Om uw gemeente veiliger te maken én te houden is het nodig dat u
adequaat optreedt: stevig waar nodig, maar tegelijkertijd rust
uitstralen. Dat is niet altijd eenvoudig, zeker niet tegen de
achtergrond van de ruime media-aandacht die problemen op het gebied van
veiligheid nogal eens ten deel valt.
De afgelopen jaren hebt u als bestuurders veel extra middelen gekregen
om uw verantwoordelijkheid op het gebied van veiligheid te kunnen
waarmaken. Denk maar aan de instrumenten die voortvloeien uit de
Overlastwet, het cameratoezicht en de bevoegdheid om preventief te
kunnen fouilleren op wapenbezit. Middelen alleen zijn echter niet
genoeg; het draait vooral om handelen. U moet de middelen die u ter
beschikking staan ook echt gebruiken. Niet omdat ik dat zeg - al zou
het mooi zijn als het zo zou werken - maar omdat de burgers in uw
gemeente dat van u verwachten.
Gebruikmaken van de middelen die er zijn. Dat is ook een rode draad in
de besturing van de politie. Als burgemeester hebt u het gezag over de
politie. Dat is nu zo en dat blijft ook zo, óók na de vorming van de
Nationale Politie. Op die Nationale Politie wil ik mij hier, in mijn
bijdrage aan uw Najaarscongres, focussen.
Even recapituleren: die Nationale Politie, waar doen we het ook alweer
voor:
* Het hoofddoel is: Nederland veiliger maken. De rest is afgeleide
* We willen komen tot méér eenheid en een betere samenwerking; een
organisatie die meer ruimte biedt aan de de professionaliteit van
de politieman of - vrouw
* En we willen komen tot een efficiëntere bedrijfsvoering, met minder
bureaucratie en minder bestuurlijke drukte, niet meer "26 keer
hetzelfde wiel uitvinden". Dat stelt dienders, en bestuurders, in
staat méér tijd te besteden aan het "echte" politiewerk op straat.
Ook dat komt de veiligheid - en de veiligheidsgevoelens - van de
burger weer ten goede.
Hoe gaat die Nationale Politie er uit zien? Daarover valt inmiddels al
aardig wat te zeggen: Ik sta stil bij organisatie, beleid, en gezag.
Organisatie
Vorige week heeft de kwartiermaker Nationale Politie, de heer Bouman,
bij mij het Ontwerpplan ingediend. Hierin heeft hij beschreven hoe hij
de Nationale Politie vorm wil gaan geven. Aan de totstandkoming van die
plannen zijn - onder meer - tal van gesprekken met bestuurders
voorafgegaan. En dat kan ik er aan zien ook: in het ontwerp van de
organisatie is veel aandacht voor de vraag hoe we de basiseenheden en
districten in de nieuwe politieorganisatie het beste kunnen
positioneren, en hoe we flexibel kunnen inspelen op de telkens
variërende vraag naar politie-inzet. Dat zijn nou precies die
onderdelen waar u als bestuurders het meeste zaken mee doet. Elke
burgemeester moet binnen de nieuwe politieorganisatie een duidelijk
aanspreekpunt hebben. Dat is essentieel - en daar gaan we dan ook voor
zorgen!
Beleid
Het beleid voor de Nationale Politie wordt vooral op lokaal niveau
gemaakt. Lokale prioriteiten bepalen wat de politie doet. Landelijke
prioriteiten sluiten daar grotendeels op aan en staan de lokale wensen
geenszins in de weg. Regionaal bepalen burgemeester en de hoofdofficier
van justitie wat de politie op basis van de lokale prioriteiten in uw
regio doet. Dit uiteraard, net als nu, met inachtneming van een aantal
landelijke doelstellingen, waaraan ook uw regio zijn aandeel moet
leveren. Maar de basis is het integraal veiligheidsplan van uw
gemeente.
Nieuw is de rol van de regioburgemeester. Die is geen korpsbeheerder
meer, maar heeft nieuwe, andere taken. Een belangrijke taak is dat de
regioburgemeester knopen kan doorhakken, als u er met de hoofdofficier
onderling niet uitkomt. Verder voorzien de regioburgemeesters, als
vertegenwoordigers van u allen, mij van advies over zaken als
landelijke doelstellingen, benoemingen, beheer en taakuitvoering.
Ik weet dat er over de precieze rol nog discussie is. Er zijn mensen
die ervoor pleiten de regioburgemeesters ook de bevoegdheid te geven om
te beslissen over dagelijkse capaciteitsvraagstukken. De
regioburgemeester heeft daar zeker een belangrijke rol. Op basis van
vertrouwen en gezag - en niet op basis van bevoegdheden - kan hij
bijvoorbeeld bemiddelen tussen bestuurders bij vraagstukken over de
inzet van tijdelijke extra capaciteit. Concreet: mocht er in een
bepaald district behoefte zijn aan de inzet van extra dienders om
overlast aan te pakken en de gezagsdragers komen er onderling niet uit,
dan zie ik het als een rol van de regioburgemeester om dit in goede
banen te leiden.
Gezag
Ik kan wel vast iets zeggen over de rol van alle burgemeesters in de
nieuwe politieorganisatie - en dat vindt u vast prettig om te horen: u
bent de spil waar het allemaal om draait. Ik weet dat sommigen de vrees
hebben uitgesproken dat ik, de Minister van Veiligheid & Justitie,
sterker centraal zal gaan sturen op de inzet van de politie. Die vrees
is ongegrond: het gezag over de politie blijft ongewijzigd. U,
burgemeesters, hebt de regie over vraagstukken op het terrein van de
integrale veiligheid in uw gemeente - en de politie is daarbij uw
belangrijkste instrument. U bestuurt de politie in uw gemeente en u
bepaalt gezamenlijk op regionaal niveau wat de politie doet in de
regio.
Anders gezegd: Ik bepaal als beheerder wat de politie kan, maar u
bepaalt als lokaal gezag wat de politie doet.
Maar hoe stuurt u, als u niet meer over het beheer gaat? Sturing op de
politie moet en, zo is mijn ervaring, kan het beste gebeuren, op basis
van oplossingen voor uw veiligheidsvraagstukken, op basis van doelen op
outcome niveau, op basis van door u gewenste prestaties. Het is aan de
politie om dat te organiseren. Nu wordt er nog te veel gestuurd op
aantallen fte's in een bepaald gebied. Veel winst is te halen als we de
politie gaan sturen op slimmer werken en samen werken in plaats van
sturen op aantallen agenten per gemeente. Als het in een concrete
situatie nodig is, staat in het nieuwe bestel de gehele nationale
politie tot uw beschikking.
Ik zie twee belangrijke redenen om deze nieuwe sturing nu aan te
pakken:
* Ten eerste, de noodzaak: Nederland moet veiliger worden. Dat is de
hoofddoelstelling van deze operatie. We willen een politie die
minder bureaucratisch is en méér kwaliteit levert. Het resultaat
moet zijn: méér vakmanschap en daadkracht op straat. Een goede
lokale binding zie ik daarbij als een absolute must. Als oud
burgemeester weet ik dat politiewerk in overgrote mate lokaal van
aard is. De basispolitiezorg kan alleen maar slagen als ze goed
lokaal is ingebed en wijkgericht is. Dat is al zo in de huidige
situatie, maar juist op dit punt zie ik nog ruimte voor
verbetering.
* Ten tweede, het momentum: De vorming van de Nationale Politie is de
gelegenheid om zaken rond de lokale verankering aan te pakken die
al te lang zijn blijven liggen. Ik weet, er zijn bestuurders die
het feit dat ze straks niet meer verantwoordelijk zijn voor het
beheer over de politie als een bedreiging zien van hun
gezagspositie. Tegen die bestuurders zou ik willen zeggen: het
tegendeel is waar. De Nationale Politie biedt juist méér
mogelijkheden om uw gezag waar te maken. U hebt immers geen
beslommeringen meer over het beheer. U kunt zich volledig
concentreren op het gezag en daar meer tijd in steken. Dat is een
kans.
En laat goed duidelijk zijn: wat ik hier zeg, geldt voor alle
burgemeesters. Niet alleen voor de burgemeesters van grote gemeenten,
maar ook van die van kleinere gemeenten. Maar u moet die regie wel zelf
nemen: neem de gemeentelijke organisatie en de gemeenteraad bij de
hand. De vorming van de Nationale Politie biedt u de kans. Benut die
ook!
Aan de basis van de lokale besturing van de politie staan enkele
belangrijke instrumenten:
* Als burgemeester hebt u de beslissende stem bij de benoeming van
het lokale hoofd van politie
* U bepaalt, samen met uw collega-burgemeesters, het regionale beleid
van de eenheid
* U bepaalt, samen met de hoofdofficier van justitie in de driehoek
wat de politie lokaal doet
* U gaat daarover afspraken maken - op basis van het integrale
veiligheidsplan
* Kortom: u hebt het gezag. Daarover legt u verantwoordelijkheid af
in de gemeenteraad.
Twee instrumenten wil ik hier nog wat nader toelichten: het integrale
veiligheidsplan van de gemeente en de driehoek.
Allereerst het integrale veiligheidsplan. Dat plan bevat
veiligheidsopdracht en prioriteiten van de gemeente. En daarmee de
beleidsopdracht voor de politie. Op basis van dat plan moet de
burgemeester aan de slag. Over de uitoefening van zijn gezag over de
politie kan de gemeenteraad de burgemeester periodiek ter
verantwoording roepen. Een extra handvat voor de raad dus, om er op toe
te zien dat de prioriteiten uit het gemeentelijke integrale
veiligheidsplan in de praktijk ook echt worden uitgevoerd. Het is,
kortom, van groot belang dat gemeenten deze plannen goed op orde
hebben.
De integrale veiligheidsplannen staan ook aan de basis van het
beleidsplan van de regionale politie-eenheid. Dat beleidsplan laat
immers allereerst zien wat de regionale eenheid gaat doen voor de
gemeenten, op basis van de integrale veiligheidsplannen. Ook moet het
laten zien wat de bijdrage van die bewuste regionale eenheid is aan het
realiseren van de landelijke doelstellingen. Deze landelijke
doelstellingen moeten worden verwezenlijkt. De manier waarop en de
intensiteit waarmee kan echter verschillen per regio en per gemeente,
afhankelijk van de daar aanwezige problematiek.
Ook dit is lokale verankering. Het gaat er immers om het politiewerk af
te stemmen op de lokale situatie. Dat geldt dus óók voor de landelijke
en lokale doelstellingen die in het regionale beleidsplan van de
politie staan. Ik wil hier overigens benadrukken dat het gaat om
doelstellingen op het niveau van maatschappelijke outcome en output. We
gaan de politie sturen op concrete resultaten op het gebied van
veiligheid; en niet op aantallen bonnen, of op de inzet van een
specifiek aantal fte's voor een bepaalde prioriteit.
Dan het tweede fundament, de driehoek. De driehoek is de plek waar u de
politie daadwerkelijk aanstuurt. Uw basis hiervoor is de
veiligheidsopdracht van uw gemeenteraad, het integraal veiligheidsplan.
Voor de lokale verankering acht ik het van groot belang dat de driehoek
zo veel mogelijk echt lokaal is. Dat het in de driehoek gaat over
lokale prioriteiten, of hoe de politie lokaal verankerd is. In de
driehoek maakt u - samen met het OM - afspraken met de politie.
Afspraken over onder meer:
* de prioriteiten voor de inzet van de politie in de gemeente
* de te behalen doelen door de politie
* het dienstverleningsniveau van de politie aan burgers, zoals
aangiftemogelijkheden, (tijden van) bereikbaarheid en
beschikbaarheid
* de bestrijding van de criminaliteit
* samenwerking - zowel met toezichts- en handhavingsdiensten, als met
private partijen
* informatie-uitwisseling.
Ik roep u allen op om mee te werken aan het tot stand komen van
driehoeksoverleggen zo dicht mogelijk bij het lokale niveau, daar waar
het politiewerk voor een belangrijk deel plaatsvindt.
Dames en heren, de lokale verankering stond twee weken geleden ook
prominent op de agenda van de strategische conferentie over de
Nationale Politie. Daar is een goed initiatief uit voortgekomen, dat ik
van harte toejuich: er gaat een "Actieprogramma lokale besturing
politie" aan de slag, onder leiding van Bernt Schneiders - niet geheel
toevallig onder andere uw voorzitter, hoewel hij dit op persoonlijke
titel doet.
In dat Actieprogramma draait het om versterking van de lokale besturing
van de politie. Doel is te zorgen dat gemeenten - de raadsleden en de
burgemeesters - beter in staat zijn het politiewerk te richten op wat
lokaal van belang is. Het Actieprogramma komt met verbeterpunten en zal
zorg dragen voor de uitvoering daarvan. Ik ben met name zo verguld met
dit initiatief, omdat het geen "Haags feestje" is: dit actieprogramma
is van én voor de burgemeesters, raadsleden, gemeentesecretarissen, het
OM en de politie . Ik daag u allen uit om het actieprogramma te voeden
met praktische verbeterpunten en goede, werkbare oplossingen. Ik wens
Bernt veel succes met deze missie! Ik zal regelmatig over de
vorderingen van het actieprogramma spreken en stel ondersteuning
beschikbaar vanuit mijn departement.
Dames en heren, ik zei het al eerder en ik blijf het herhalen: de
Nationale Politie is geen doel op zich. Versterking van uw besturing
van de politie is dat al evenmin. Het grote doel waar we met z'n allen
aan werken is: Nederland veiliger maken. Niet voor niets is de titel
van het werkprogramma van staatssecretaris Teeven en mij dan ook
"Nederland veiliger".
Dat werkprogramma bevat een groot aantal concrete acties die we in het
eerste jaar van dit kabinet in gang hebben gezet. U hebt daar
ongetwijfeld al over gehoord of gelezen. Ik zal er dan ook niet
uitputtend op ingaan; ik noem hier vooral de aanpak van enkele
herkenbare problemen, waar ook u in uw gemeente last van hebt:
* De aanpak van criminele en problematische jeugdgroepen. Binnen twee
jaar moeten alle 89 criminele jeugdgroepen zijn aangepakt.
* Bij die aanpak spelen de Veiligheidshuizen een belangrijke rol. In
2012 werken we verder aan de doorontwikkeling, professionalisering
en regionalisering van de samenwerking in de Veiligheidshuizen
* Overlast en criminaliteit in een gemeente is vaak ook gerelateerd
aan coffeeshops. Dat moet stoppen! Daarom wil ik een einde maken
aan het huidige `open-deur-beleid'.
* De aanpak van overvallen heeft voor mij zeer hoge prioriteit. Onder
impulsen van de Taskforce zijn we bezig het aantal overvallen flink
terug te dringen. Veel gemeenten pakken deze problematiek inmiddels
goed op. En degenen onder u die nog méér kunnen doen, wil ik met
klem vragen dit extra stapje ook te zetten. Ik ga u daarbij helpen!
* Ook drie andere voor de burger zeer ingrijpende vormen van
criminaliteit - straatroof, geweld en woninginbraak - gaan we
steviger aanpakken. Ik wil dat de pakkans in 2014 met een kwart is
verhoogd.
Dames en heren, ik ga afronden. Ik hoop dat ik erin geslaagd ben u
duidelijk te maken dat u, als burgemeesters, een cruciale factor bent
bij het verwezenlijken van een belangrijke ambitie van dit kabinet:
Nederland veiliger maken. Ik hoop dat ik u duidelijk heb kunnen maken
dat de vorming van de Nationale Politie daarbij - ook voor u - een
verbetering betekent. De Nationale Politie biedt kansen - zeker voor de
burgemeesters van kleinere gemeenten. Kansen om de regie te nemen,
kansen om uw gezagspositie beter uit de verf te laten komen, kansen om
beter te sturen op de politie.
Kortom: kansen om de veiligheid in uw gemeente te verbeteren. Uit mijn
eigen ervaring als burgemeester weet ik: dat is geen gemakkelijke
opgave. Maar, en dat weet ik óók uit ervaringen, dit soort uitdagingen,
waarbij u echt iets kunt betekenen voor de burgers, maken het
burgemeestersambt wel tot het mooiste ambt van Nederland.