Rijksoverheid
5 oktober 2011
Begeleidende brief kamervraag bouwleges
Kenmerk 2011-2000419183 Uw Kenmerk 2011Z16962 Bijlagen 1
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van de leden Jansen en Van Raak (beiden SP) over de resultaten van het bouwlegesonderzoek 2011 van de Vereniging Eigen Huis. Deze vragen zijn ingezonden op 6 september 2011. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.P.H. Donner
2011Z16962 Vragen van de leden Jansen en Van Raak (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over bouwleges (ingezonden 6 september 2011)
1 Heeft u kennisgenomen van de resultaten van het bouwlegesonderzoek 2011 van de Vereniging Eigen Huis en herinnert u zich de antwoorden van uw ambtsvoorganger op eerdere schriftelijke vragen over dit onderwerp van de leden Karabulut en Van Raak?1 Antwoord 1: Ja 2 Hoeveel procent van de gemeenten gebruikt inmiddels het bouwlegesmodel van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), dat bedoeld is om te komen tot transparante tarieven? Acht u dit percentage in lijn met de afspraken om de transparantie zo snel mogelijk op een hoger peil te brengen? Antwoord 2: Uit een voorlopige inventarisatie in het kader van de monitor over de transparantie van de legestarieven voor de omgevingsvergunning, zoals ik die momenteel laat uitvoeren, blijkt dat het stappenplan van de VNG door 38 van de 200 ondervraagde gemeenten wordt gehanteerd. Daarnaast zijn er gemeenten die aangeven wel te werken aan transparantie van de tariefstelling, maar zonder het stappenplan van de VNG. Overigens hebben meer
gemeenten aangegeven dat zij dit jaar aan de slag zijn gegaan om de tariefstelling per 2012 transparanter te maken. De resultaten van de monitor zullen medio juni 2012 aan uw Kamer worden toegezonden. Pas dan kan ook goed worden beoordeeld of er sprake is van een vergroting van de transparantie in de opbouw van de legestarieven omgevingsvergunning. 3 Wie gaat de evaluatie van de legestarieven in 2012 uitvoeren? Hoe luidt de onderzoeksopdracht? 4 Bent u bereid om bij de evaluatie in ieder geval de tarieven uit de tien duurste gemeenten uit het onderzoek van de Vereniging Eigen Huis te laten toetsen op het criterium "maximaal kostendekkend"? Zo nee, waarom niet?2 Antwoord 3 en 4: Ik laat op dit moment geen onderzoek uitvoeren naar de legestarieven. In een AO van 22 april 20103 is aangegeven dat ter uitvoering van de door uw Kamer aangenomen moties Wiegman4 en Heijen5 c.s. er opdracht zou worden gegeven tot een monitor ter evaluatie van de transparantie. Deze monitor wordt nu door h
et bureau Deloitte uitgevoerd. De insteek is de vraag of gemeenten werken aan transparantie rondom de legestarieven voor de omgevingsvergunning. De hoofdvraag luidt: "Wordt de Leidraad `transparantie in de opbouw
van de leges voor de omgevingsvergunning' door gemeenten toegepast en draagt de Leidraad bij aan het vergroten van de transparantie van de leges omgevingsvergunningen". Door mijn ministerie en het voormalige ministerie van VROM is de genoemde leidraad opgesteld om te komen tot transparantere berekening van de legestarieven voor de omgevingsvergunning. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal overlegorgaan hebben daarbij rekenmodellen opgesteld die door gemeenten en provincies kunnen worden gehanteerd bij de opzet van de berekening van die legestarieven. Het is uiteindelijk aan de gemeenten om te kiezen voor de wijze waarop de berekening van de legestarieven inzichtelijk wordt gemaakt. Verschillen zullen er blijven. Ze zijn het gevolg van keuzes die gemeenten maken. Van belang is echter dat wordt uitgelegd waarom bepaalde keuzes worden gemaakt en dat eenvoudig kan worden aangegeven hoe men tot een bepaald tarief is gekomen. De hoogte van de tarieven is uitein
delijk een zaak van de individuele gemeenten. Het toetsen van de tarieven aan het criterium "maximaal kostendekkend" is voorbehouden aan de rechter. Artikel 229b lid 1 Gemeentewet bepaalt dat de geraamde baten van de rechten niet uit mogen gaan boven de geraamde lasten ter zake.