De anesthesioloog - meer dan een narcotiseur?!
Datum: 04 oktober 2011
Oratie : dhr. prof.dr. T.W.L. Scheeren, 16.15 uur, Aula Academiegebouw,
Broerstraat 5, Groningen
Titel: De anesthesioloog - meer dan een narcotiseur?!
Leeropdracht: Anesthesiologie, met aandachtsgebied anesthesiologie en
cardiovasculaire fysiologie
Faculteit: Medische Wetenschappen
Prof. Thomas Scheeren bespreekt in zijn oratie de rol en de status van
de anesthesioloog. Hij beschrijft hoe de anesthesioloog zich in de
afgelopen jaren heeft ontwikkeld van een pure narcotiseur tot een
belangrijke manager van de processen rondom een operatie, die grote
invloed heeft op de uitkomst van patiënten nadien.
Narcose is gedefinieerd als een vorm van anesthesie waarbij de patiënt
het bewustzijn verliest, net als bij de slaap. Een narcotiseur is dus
een arts die middelen toedient die het bewustzijn onderdrukken
(narcotica). Van oudsher waren de kerntaken van anesthesiologie, naast
het induceren van narcose: het verzachten van pijn, het onderdrukken
van beweging (spierverslapping), het beveiligen van de luchtweg en
beademen, en het stabiliseren van cardiovasculaire functies. In de
moderne anesthesiologie zijn hier belangrijke nieuwe pijlers
bijgekomen: het vergroten van patiëntveiligheid, het preoperatief
optimaliseren van de conditie van de patiënt, het toepassen van moderne
bewakingsmethoden tijdens en rondom de operatie en het aan de hand
daarvan continu bijstellen en optimaliseren van de toestand van de
patiënt.
Wat betreft de patiëntveiligheid hebben twee recente studies aangetoond
dat het gebruik van een veiligheidschecklist voorafgaand aan de
operatie resulteerde in een vermindering van de complicaties en de
mortaliteit. Hartchirurgische patiënten, die vaak veel bijkomende
gezondheidsproblemen hebben en complexe chirurgie ondergaan, hebben
maar een relatief lage kans op sterfte vergeleken met patiënten die
andere ingrepen ondergaan. Dit wijst erop dat zij voordeel hebben van
de meer geprotocolleerde en gestroomlijnde zorg die voor deze populatie
is georganiseerd.
Preoperatief optimaliseren omvat het nauwkeurig indelen van patiënten
in bepaalde `risicogroepen', waardoor de anesthesioloog die patiënten
kan selecteren die baat kunnen hebben bij een specifieke
behandelstrategie. Een voorbeeld hiervan is het gericht verbeteren van
de bloedcirculatie, om het zuurstofaanbod aan de weefsels van een
patiënt te verhogen om daarmee aan de hogere zuurstofbehoefte rondom de
operatie te voldoen. Dit beoogt de uitkomst te verbeteren en wordt vaak
aangeduid als doelgerichte therapie. Er is overtuigend bewijs uit een
groot aantal studies dat een doelgerichte verbetering van de circulatie
zowel sterfte als postoperatieve complicaties bij hoogrisicopatiënten
doet afnemen.
Laatst gewijzigd: 27 september 2011 10:46
Rijksuniversiteit Groningen