Gemeente Utrecht
2011 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
119 Vragen van mevrouw K. Bouazani
(ingekomen 3 oktober 2011)
De gemeente Utrecht heeft zich sinds de grenswijziging in 2001 sterk gemaakt voor de realisering van een sportaccommodatie voor de breedte en topsport in het recreatiegebied de Nedereindse Plas. Met de aanleg van het wielerparcours en het realiseren van het paviljoen Nedereindse Berg is de organisatie van o.a wieler - en skeeleractiviteiten op zowel regionaal als landelijk niveau mogelijk gemaakt. De outdoor kunstskibaan voorziet zowel de beginnende als de vergevorderde skiërs en snowboarders van aanbod. Met de sanering van de Nedereindse Plas wordt waterrecreatie op de Nedereindse Plas mogelijk gemaakt.
De PvdA heeft naar aanleiding van een bezoek haar zorgen over de huidige toestand en de toekomst van het recreatie en sportgebied de Nedereindse Plas. Uit het bezoek is geconstateerd dat er sprake is van versnippering, onderhoudsachterstand recreatiegebied en onduidelijkheid eigendomsrecht voor het gebied. Daarnaast blijkt dat het op 8 oktober 2010 geopende paviljoen de Nedereindse Berg, waar drie wielerclubs en een schaats- annex skeelervereniging gebruik van maken verschillende problemen heeft. Het paviljoen vertoont diverse knelpunten zoals ontoegankelijkheid voor mensen met een beperking en gebrek aan onderhoud met als gevolg schimmel. Hierdoor is het paviljoen onaantrekkelijk in gebruik voor leden en organisatoren van sportevenementen. Daarbij is er sprake van een onstabiele coöperatieve vereniging met solvabiliteitsproblemen.
Naar aanleiding van bovenstaande heeft de PvdA de volgende vragen:
1. Is het correct dat de gemeente Utrecht eigenaar is van de Nedereindse Plas en de Stichtse Groenlanden eigenaar is van het terrein? Zo nee, wat is de juistheid van het juridisch eigendom?
2. Is het College op de hoogte van de bestuurlijke, toegankelijksheids, onderhouds en solvabiliteitsproblemen bij de coöperatieve vereniging De Nedereindse Berg? Zo ja, op welke wijze denkt het College deze sportverenigingen te kunnen ondersteunen om de sportbeoefening op deze sportaccommodatie te waarborgen?
3. Deelt het College de constatering van de PvdA dat het recreatie en sportgebied de Nedereindse Berg met de versnipperende uitstraling en achterstallig onderhoud momenteel onvoldoende tot haar recht komt om de breedte- en topsport uit te oefenen? Zo ja, welke maatregelen zal het College ondernemen om hier verandering in te brengen? Zo nee, waarom niet?
4. Op welke wijze gaat het College er voor zorgen dat de wielrensport op de Nedereindse Berg als opmaat naar het Europees Jeugd Olympisch Festival in 2013 geschikt is?
5. Is er een visie voor het recreatiegebied Nedereindse Plas? Zo ja, wanneer is deze vastgesteld? Zo nee, waarom niet?
6. Is het college bereid in samenwerking met de provincie, het recreatieschap, VSU en de sportverenigingen op korte termijn in gesprek te gaan over de knelpunten en toekomst van het recreatie- en sportgebied en hiervan een terugkoppeling te doen aan de raad?
---- --