Rijksoverheid


4 oktober 2011

Beantwoording vragen van het lid Timmermans over gerechtelijke bewijsvoering CIA

Geachte voorzitter,

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Timmermans over het voornemen van de Amerikaanse procureur-generaal de gerechtelijke bewijsvoering van ruim honderd CIA zaken te staken. Deze vragen werden ingezonden op 16 september 2011 met kenmerk 2011Z17891.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. U. Rosenthal



Antwoorden van Dr. U. Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Timmermans (PvdA) over het voornemen van de Amerikaanse procureur-generaal de gerechtelijke bewijsvoering van ruim honderd CIA te staken.

Vraag 1 Kunt u aangeven op basis waarvan u tot de conclusie bent gekomen dat de onderzoeken door de Amerikaanse procureur-generaal Eric Holder voldoende onafhankelijk zijn? Vraag 2 Deelt u de mening dat er discrepantie zit tussen de uitkomsten van het onderzoek door Eric Holder en de uitkomsten van onderzoeken die andere onafhankelijke organisaties hebben gedaan in de betreffende zaken aangezien, deze tot verschillende uitkomsten hebben geleid? Antwoord vraag 1 Ik heb geen reden te twijfelen aan de onafhankelijkheid van de Amerikaanse procureur-generaal en de onderzoeken uitgevoerd door de Assistent U.S. Attorney John Durham, die als openbaar aanklager een lange staat van dienst heeft en bovendien niet door de politiek is benoemd. Antwoord vraag 2 De uitkomsten van onafhankelijke onderzoeken zijn door Assistent U.S. Attorney Durham bij diens onderzoek betrokken. Vraag 3 Deelt u de mening dat het merkwaardig is dat de Amerikaanse overheid zelf om een onafhankelijk oordeel te waarbo rgen in afwijking van gangbare procedures juist de Assistent U.S. Attorney John Durham heeft aangewezen en dat uitgerekend in deze zaken wél tot een diepgaand strafrechtelijk onderzoek is besloten? Antwoord vraag 3 Alle 101 onderzoeken waren belegd bij de Assistent U.S. Attorney John Durham. Uitkomst van deze 101 onderzoeken was als volgt: in 99 gevallen is geconstateerd dat er geen grond was voor vervolging, in twee gevallen bleek er aanleiding te zijn voor diepgaand strafrechtelijk onderzoek. Vraag 4 Bent u bereid de Amerikaanse autoriteiten blijvend aan te spreken over de internationaalrechtelijke verplichtingen die zij zijn aangegaan op het gebied van het eerbiedigen van mensenrechten? Zo ja, op welke wijze gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet? Antwoord vraag 4 In deze zaak houden de Verenigde Staten zich aan internationale verplichtingen. Er is dan ook geen reden de VS op dit punt aan te spreken.