Stichting FOM
4 oktober 2011
Nobelprijs natuurkunde 2011 voor astrofysici
Saul Perlmutter, Adam Riess en Brian Schmidt hebben de Nobelprijs voor
de natuurkunde 2011 gekregen voor hun theoretisch en experimenteel
onderzoek naar de uitdijing van het heelal door onderzoek aan
supernova's. Zij ontdekten in 1998, ook tot hun eigen verrassing, dat
de uitdijing van het heelal steeds sneller gaat. De prijs wordt op 10
december 2011 in Stockholm uitgereikt.
Figuur 1. Nobelprijs
vergroten Figuur 1. Nobelprijs
De Amerikaan Perlmutter ontvangt de helft van de prijs van één miljoen
euro voor zijn theoretische werk. Landgenoot Schmidt deed meetwerk aan
sterexplosies en deelt de helft van de prijs met de Australiër Riess,
die nauw verbonden is aan de Hubble ruimtetelescoop.
Hoe de versnelling van de expansie van het heelal precies tot stand
komt is nog een raadsel. Als dat zo doorgaat eindigt het universum in
ijs. "De aard van de energie die voor de versnelde uitdijing
verantwoordelijk is, is onbekend. Deze zogenaamde donkere energie zal
samen met 'donkere materie' de komende jaren de onderzoeksagenda van de
fundamentele fysica domineren", verwacht Bob van Eijk van het
FOM-instituut voor subatomaire fysica Nikhef. Collega Jan Willem van
Holten vult aan: "Hiermee is letterlijk de donkere kant van het heelal
aan het licht gekomen. Nu is de grootste uitdaging in de astrofysica om
te ontdekken waar donkere materie en energie nu echt uit bestaat. Van
driekwart van het universum zijn de bouwstenen nog altijd onbekend!".
Meer informatie
Over de Nobelprijs voor de natuurkunde 2011:
http://www.nobelprize.org/nobel_prizes/physics/laureates/2011/press.htm
l