OM seponeert de zaak Otapan
4 oktober 2011 - Functioneel Parket
Aanleiding
Op 4 oktober 2006 is door Greenpeace aangifte gedaan van strafbare
feiten rond de overbrenging van de Otapan naar Turkije. Het met asbest
vervuilde schip dat al sinds 1999 in de haven van Amsterdam lag, is op
28 juli 2006 met toestemming van SenterNovem, een
uitvoeringsorganisatie werkzaam voor het toenmalige Ministerie van
VROM, vertrokken voor een ontmanteling in Turkije. Het schip is niet in
Turkije toegelaten vanwege een grotere hoeveelheid asbest aan boord dan
was opgegeven. Het schip is uiteindelijk in Nederland gesaneerd.
Onderzoek
Op 6 oktober 2006 heeft het Functioneel Parket (FP) naar aanleiding van
de aangifte opdracht gegeven tot een feitenonderzoek. Dit
feitenonderzoek leverde vermoedens op dat strafbare feiten waren begaan
en is in het najaar van 2007 voortgezet als strafrechtelijk onderzoek.
Het onderzoek heeft zich toegespitst op de EVOA-kennisgeving op grond
waarvan de Otapan mocht worden versleept naar Turkije. Op de
kennisgeving is minder asbest opgenomen dan aanwezig was op het schip
en de reden van uitvoer was niet correct ingevuld. Het doel van de
uitvoer was om het schip te slopen, terwijl op het formulier
`hergebruik' stond aangegeven. Ambtenaren hebben regelmatig contact
gehad met de eigenaar van het schip over de in te vullen gegevens op de
EVOA-kennisgeving.
Er is geconcludeerd dat het invullen van de kennisgeving door de
eigenaar van de Otapan is geschied, maar dat verschillende, onder de
verantwoordelijkheid van het toenmalige Ministerie van VROM vallende,
ambtenaren daarbij direct betrokken zijn geweest. Vanuit SenterNovem is
actief invloed uitgeoefend op het onjuist invullen van de kennisgeving
en over het dossier Otapan vond afstemming plaats met de VROM-inspectie
en het Ministerie van VROM. De regie lag grotendeels bij de overheid.
De particuliere partijen hebben zich in belangrijke mate laten leiden
door de ter zake (juridisch en feitelijk) kundige ambtenaren. De
overheid had belang bij de verleende toestemming, omdat daarmee een
dure sanering van het schip in Nederland kon worden voorkomen.
Strafvorderlijke beslissingen
Uit het strafrechtelijk onderzoek blijkt dat verschillende ambtenaren
van verschillende onder het toenmalige Ministerie van VROM vallende
diensten en afdelingen op enig moment feitelijk betrokken zijn geweest
bij de uitvoer van de Otapan. Met inachtneming van de
verantwoordelijkheid- en bevoegdheidsverdeling tussen deze diensten en
afdelingen, meent het OM alles overziende dat het zwaartepunt van het
in de zaak te maken verwijt niet goed toe te rekenen is aan één of
enkele individuele ambtenaren die opzettelijk buiten hun bevoegdheden
zijn getreden. De laakbare gedragingen zijn zo met elkaar verbonden en
verweven dat veeleer sprake is van collectief handelen. Belangrijk is
dat dit handelen heeft plaatsgevonden ter behartiging van een als
zodanig ervaren maatschappelijk belang en geen optreden uit eigen
belang betrof. Deze factoren pleiten in beginsel voor een vervolging
van de rechtspersoon (in casu de rechtspersoon Staat) en niet voor
vervolging van de betrokken ambtenaren. Een vervolging van de betrokken
ambtenaren zou geen recht doen aan de omstandigheden van het geval.
Niet is gebleken van een zodanig persoonlijk verwijt jegens ambtenaren,
dat dit verwijt zelfstandig naast het verwijt aan de rechtspersoon
Staat behoort te staan.
Vervolging van de rechtspersoon Staat behoort niet tot de mogelijkheden
gelet op de in de jurisprudentie aangenomen immuniteit van de centrale
overheid. De ambtenaren delen als feitelijke leidinggever, volgens de
rechtspraak van de Hoge Raad in die immuniteit
Ook de rol van enkele natuurlijke personen en privaatrechtelijke
rechtspersonen is onderzocht, zoals die van de (voormalige) eigenaar.
Voor zover sprake is geweest van strafbaar handelen door de eigenaar,
geldt dat dit in samenhang met het optreden van de betrokken ambtenaren
moet worden bezien. Hun gedragingen zijn zo verweven met het handelen
van de betrokken ambtenaren, dat individuele aanklachten juridisch
weliswaar mogelijk, maar gelet op de hierboven geschetste
omstandigheden niet opportuun zouden zijn.
Gelet op het voorgaande is besloten om in deze zaak geen vervolging in
te stellen.
Openbaar Ministerie