VU medisch centrum

Henk Verheul, hoogleraar medische oncologie voorspelt

Een nieuwe kijk op kanker

30 september 2011

Medisch oncoloog Henk Verheul onderzoekt waarom sommige specifieke medicijnen bij de ene patiënt wel goed werken om een tumor in bedwang te houden, terwijl er bij anderen juist razendsnel resistentie optreedt. Het doel is om persoonlijkere behandeling mogelijk te maken. `Genetische en eiwitprofilering van tumoren zal een belangrijk onderdeel gaan vormen van de behandelkeuze.'

'De kans is groot dat over een aantal jaren de indeling van kankersoorten totaal anders is dan nu. Het zal niet zozeer meer gaan om de locatie waar de tumor in het lichaam vandaan komt, maar om de biologische en genetische typering om de beste behandeling vast te stellen.

Een tumor in de longen kan vergelijkbare belangrijke mutaties hebben als een kanker in de darmen, en zouden dus ook op dezelfde manier behandeld moeten kunnen worden, iets wat nu nog weinig gebeurt.'

'Er zijn al mutaties bekend die kunnen voorspellen bij wie, voor welk medicijn, snel resistenties zullen optreden'

Bloedvataanmaak
Het is de voorspelling van Henk Verheul, medisch oncoloog binnen onderzoekinstituut VUmc CCA. Verheul kwam 3,5 jaar geleden naar VUmc, na een studie in Rotterdam en een tocht langs een aantal Nederlandse en Amerikaanse ziekenhuizen waaronder Harvard Universiteit in Boston en de Johns Hopkins universiteit in Baltimore. Het onderwerp bloedvatengroei in tumoren loopt als een rode draad door zijn carrière.

'In Boston werkte ik mee aan preklinisch onderzoek rond medicijnen die de bloedvataanmaak tegengaan, zogenaamde angiogeneseremmers, om tumorgroei in te dammen', vertelt Verheul. 'Tumoren hebben veel bloed en dus bloedvaten nodig om hun snelgroeiende en delende cellen te voorzien in hun energiebehoefte. Door de aanmaak van bloedvaten te remmen, voorkom je dat een tumor doorgroeit.'

Het onderzoek had succes: in 2003 kwamen de eerste angiogeneseremmers op de markt, en sindsdien is het pallet behoorlijk uitgebreid. Tegelijkertijd zagen ook andere targeted agents, de therapieklasse waar de angiogeneseremmers binnen vallen, het licht, waaronder onder andere de kinaseremmers. Die interfereren met de moleculaire signalering in de cel, en zorgen er op die manier voor dat een tumor niet kan groeien.

Vóór therapie
Snel na de introductie bleek dat vaak maar een klein deel van de patiënten gevoelig was voor deze targeted agents en doken ook de eerste gevallen van resistentie op. Verheul en zijn vakgroep doen momenteel veel onderzoek naar de mogelijkheden om bij patiënten al vóór therapie te bepalen wie waar baat bij heeft.

'Sommige patiënten zijn gevoelig voor het ene medicijn, terwijl anderen er heel snel resistentie tegen ontwikkelen. Bij hen werkt een andere targeted agent juist weer beter', vertelt hij. 'Wij proberen in samenwerking met verschillende afdelingen binnen VUmc - waaronder de afdeling pathologie onder leiding van Gerrit Meijer - erachter te komen wat de oorzaak van deze verschillen is en hoe we dat kunnen gebruiken voor behandelkeuzes. We analyseren daarvoor het genetische- en eiwitprofiel van patiënten en van hun tumor. Er zijn ondertussen al enkele mutaties bekend die kunnen voorspellen bij wie voor welk medicijn snel resistenties zullen optreden.'

Specifieke mutatie
Al die nieuwe informatie zorgt ervoor dat kankersoorten in steeds kleinere groepen worden opgedeeld, stelt Verheul. 'Het gaat er naar toe dat patiënten een steeds persoonlijkere behandeling krijgen. Zo van: jij hebt dit genetische profiel en dit type kanker, dus dan past deze combinatie van medicijnen het beste bij jou.'

Nu gaat het nog in grote cohorten, simpelweg op basis van de locatie van de tumor. 'Het betekent ook dat veel medicijnen die in vroegere klinische trials zijn afgewezen omdat ze nauwelijks effect hadden, opnieuw getest zullen moeten worden in subpopulaties, met patiënten die bijvoorbeeld die ene specifieke mutatie hebben. Aan de andere kant betekent het ook sommige medicijnen uitgewisseld kunnen worden tussen kankersoorten, omdat ze dezelfde genetische achtergrond blijken te hebben. Gecombineerd levert het een hele nieuwe kijk op kanker op.'

'Veel medicijnen die in vroegere klinische trials zijn afgewezen, zullen opnieuw getest moeten worden'

Tumor onder druk
Uiteindelijk hoopt Verheul dat kanker over een decennium een chronische ziekte wordt. 'Uit genetische analyses weten we nu bijvoorbeeld dat tumoren resistent worden tegen bepaalde kinaseremmers omdat de cel andere moleculaire routes kan activeren om hetzelfde doel te bereiken. Daar kun je op inspelen door juist de nieuwe route te onderbreken', zegt Verheul.

'Als tegen de nieuwe medicijnen ook weer resistentie optreedt, zou je wellicht weer terug kunnen naar het oude medicijn. We hebben namelijk de eerste laboratoriumaanwijzingen dat door een medicijn een tijdje niet te gebruiken, de resistentie mogelijk weer opgeheven wordt. Idealiter zou je door de twee medicijnen af te wisselen wellicht een tumor constant onder druk kunnen houden. Ik weet dat het al vaak is gezegd, maar ik denk dat we een heel eind kunnen komen in het voor lange tijd de tumor onder controle te houden.'
Precies gepast
Een van de centrale thema's van de verschillende onderzoeksgroepen in het VUmc CCA waar de groep van Verheul onderdeel van uitmaakt is `Therapie op maat'. Die filosofie houdt in dat iedere patiënt precies de behandeling krijgt die bij hem of haar past. Nog te vaak krijgen kankerpatiënten medicijnen die niet aanslaan of die snel resistenties opwekken.

`Veel medicijnen werken alleen bij tumoren met een bepaald genetisch profiel of bij een bepaald genexpressiepatroon', zegt Verheul. `Wij proberen uit te zoeken welk medicijn het beste past bij welk profiel, om zo tot persoonlijke behandeling op maat te komen. Begrip van de verschillende biologische profielen die tumoren kunnen hebben, staat nog aan het begin, maar dat maakt deze periode juist zo opwindend.

Tekst Hidde Boersma
Foto Harry Meijer
bron: Origineel