Waterschap Aa en Maas
knoflookpad
Dierendag: waterschap `verwent' knoflookpad
Waterschap Aa en Maas heeft dagelijks aandacht voor dieren. In
Oost-Brabant zorgen wij voor een goed waterrijk leefklimaat om zo
biodiversiteit een impuls te geven.
Denk aan schoon water in de natuur en een gevarieerde oeverbegroeiing
waar een grote verscheidenheid aan diertjes zich thuis voelt. Ook
leggen we ecologische verbindingszones aan. Deze natuurlijke
verbindingszones tussen twee gebieden zorgen ervoor dat dieren zich
makkelijk en ongestoord kunnen verplaatsen. De inspanningen die het
waterschap afgelopen jaren heeft verricht, zijn vandaag de dag terug te
zien in uw eigen omgeving.
Door te werken aan natuurontwikkeling met speciale aandacht voor de
habitat van zeldzame diersoorten gaat het aantoonbaar beter met de
natuur. Wat betreft Aa en Maas mogen op dierendag de volgende
bijzondere dieren in het zonnetje worden gezet:
Knoflookpad
Dit is een plompe pad met opvallend uitpuilende ogen met verticale
pupillen en een vrij gladde huid. De lichaamskleur varieert van licht
gelig tot bruin op de rug met een patroon van donkere vlekken. Hij
heeft op de flanken vaak rode of oranje vlekjes. Zijn lengte is vijf
tot zeven centimeter. Bij verstoring kan de pad een vloeistof
afscheiden die licht naar knoflook ruikt, vandaar de naam knoflookpad.
Het is niet gemakkelijk om deze amfibie te zien, want het is een
zeldzame soort die zich ook nog eens graag overdag ingraaft. U maakt de
meeste kans om de knoflookpad te bewonderen nabij Deurne.
Bever
Ziet u een zeer groot knaagdier, met een kop-romp tot wel één meter,
met donkerbruine vacht en afgeplatte staart? Dan is het de bever. Ook
al is het een zeer zeldzaam soort, de laatste jaren nemen de
waarneming- en vestigingskansen toe. Zo is de Lage Raam bij Mill een
geschikt leefgebied waar de bever zich heeft gevestigd. Hij kan daar
zeer grote burchten maken in de oever of op land en legt er soms dammen
aan. Hij voedt zich met allerlei planten maar vooral met de schil van
wilg en populier.
Pimpernelblauwtje
Deze kleine dagvlinder heeft een vleugellengte van zestien tot achttien
millimeter. Het mannetje is blauw, het vrouwtje donkerblauw. De
onderkant van de vleugel is licht grijsbruin met een opvallende
stippenrij in het midden van de vleugel en een vage stippenrij langs de
vleugelrand. De vliegperiode is van midden juli tot en met eind
augustus. Het is een zeer zeldzame vlinder, zelfs uitgestorven geweest,
maar succesvol geherintroduceerd onder meer in De Moerputten bij
's-Hertogenbosch, waar u hem kunt zien bij vochtige (onbemeste) matig
voedselrijke beekdalgraslanden.
o p k