Ingezonden persbericht


Persbericht

Jonathan Meese - TOTALZELBSTPORTRAIT

GEM, museum voor actuele kunst, Den Haag


1 oktober 2011 t/m 15 januari 2012

Kunst doet wat zij wil en niet wat de kunstenaar wil. De kunstenaar kan ziek zijn, dom zijn, dood zijn, het interesseert de kunst niets. Het is de Diktatur der Kunst die Jonathan Meese (1970) propageert. Onderwerp je aan kunst en er is geen religie meer nodig. In schril contrast met deze onderdanigheid aan kunst, staat het feit dat het oeuvre van Meese een totaalzelfportret is. Een portret met vele gezichten, want Meese speelt de rol van kind, dier én dictator tegelijkertijd. Hij behoort tot de nieuwste generatie Duitse kunstenaars, waar ook Daniel Richter toe behoort. Meese is als mid-career kunstenaar al een grootheid in de schilderkunst en geniet de waardering van de grootste Duitse schilders als Georg Baselitz en Markus Lüpertz. Meese is opgeleid aan de kunstacademie van Hamburg en exposeert met regelmaat overal ter wereld. Schatplichtig aan de Duitse schilderkunst toont het GEM, museum voor actuele kunst in Den Haag een groots overzicht van Meese's schilderijen, sculpture n en registraties van zijn legendarische performances.

De kunst van Meese heeft op het eerste gezicht een rauwe, niets en niemand ontziende uitstraling. Er gaat een geestuitdrijvende kracht vanuit, waarin Meese reageert op het geweld en de perversie van de moderne tijd. Bij nadere beschouwing blijkt er echter ook ruimte te zijn voor humor en kinderlijke speelsheid. De schilderijen van Meese zijn gigantische felgekleurde collages van verf met woorden, zinnen, symbolen en beeltenissen van de kunstenaar zelf. Die primaire kinderlijkheid komt ook in het materiaalgebruik terug; bijvoorbeeld in het gebruik van kinderspeelgoed in uitgebreide totaalinstallaties.

Het zelfportret vormt de rode draad door de tentoonstelling. De beeltenis van de kunstenaar is terug te vinden in vrijwel al zijn werk, in eerste instantie liet hij zich fotograferen of verbeeldde hij zich in zijn hoedanigheid als kunstenaar, in zijn atelier met bijbehorende attributen als verf en penseel. Maar gaandeweg is Meese steeds meer rollen gaan spelen, die van profeet 'Meesias', dictator, soldaat, Dr. No en Humpty Dumpty, steeds minder herkenbaar en bijvoorbeeld voorzien van maskers. Meese is een ongeremd verzamelaar van personages; van dictator Adolf Hitler tot Hollywoodster Scarlett Johansson. Hij gebruikt deze personen als symbool, hij verplaatst ze naar de wereld van de kunst, om met ze te kunnen spelen. Het is met name die kinderlijke, ongecontroleerde benadering en onderwerping aan kunst die ook als inspiratiebron dient voor jonge generaties kunstenaars.

Het gebruik van het zelfportret wordt al gauw geassocieerd met zelfgenoegzaamheid of narcisme. Maar niets is bij Meese minder waar. Uit alles blijkt dat hij uiterst bescheiden is. Met hetzelfde gemak vlakt hij zijn ego helemaal uit. Zijn werk heeft niets van zelfexpressie of zelfonderzoek, kunst is volgens Meese nooit expressief. Het is een beeld, een doek met verf, het kan geen ziel hebben, of in ieder geval niets van zijn ziel in zich dragen. Meese houdt de kunstwereld een spiegel voor, kunst is geen religie, kunst gaat om de kunst.

Bij de tentoonstelling verschijn een rijk geïllustreerde catalogus met bijdragen van Lynne van Rhijn (Buchhandlung Walther König ¤¬ 27,50).