UWV


Werkgevers Limburg en Brabant verwachten minder nieuwe banen

28 september 2011

Werkgevers in Limburg en Brabant verwachten minder nieuwe banen dan een jaar geleden. Ruim 20 procent van de werkgevers verwacht minder mensen nodig te hebben en 42 procent verwacht geen veranderingen in de vraag naar personeel. Vorig jaar was dit nog 14 en 38 procent. Als belangrijkste aandachtspunt voor de komende jaren noemen zij het opvangen van de uitstroom van oudere werknemers. Dit blijkt uit een enquête van UWV onder middelgrote en grote werkgevers in Zuidoost Nederland. De resultaten worden vandaag gepresenteerd tijdens het UWV werkgeverscongres in Roermond, waar zo'n 350 personeelsmanagers zich laten informeren over de regelingen in de sociale zekerheid, zoals ontslag en ziekte.

UWV Werkgeverscongressen
Jaarlijks organiseert UWV een reeks werkgeverscongressen verspreid over het land. Deelnemers aan de congressen wordt gevraagd naar hun verwachtingen over de ontwikkeling van de arbeidsmarkt. De enquête laat zien dat werkgevers pessimistischer zijn dan in 2010. Toen gaf 14 procent aan een afname van de vraag naar personeel te verwachten, dit jaar is dat 21 procent. Werving van personeel heeft net als vorig jaar weinig prioriteit, slechts 13 procent ziet het als belangrijkste aandachtspunt. Vergrijzing staat daarentegen hoger op de agenda van bedrijven dan in 2010: 42 procent noemt het opvangen van de uitstroom van oudere werknemers het belangrijkste aandachtspunt, dat was vorig jaar 41 procent.

Spanning op de arbeidsmarkt
Uit een recente arbeidsmarktschets van UWV WERKbedrijf voor Limburg en Oost- en Midden Brabant blijkt dat de komende jaren relatief veel oudere werknemers de arbeidsmarkt verlaten, terwijl er weinig jongeren de arbeidsmarkt zullen betreden. Dit kan leiden tot spanning op de arbeidsmarkt. Het probleem zal zich naar verwachting vooral voordoen bij technici en bij goed opgeleid verzorgend & medisch personeel. De toekomstige ontwikkelingen op regionale arbeidsmarkt zijn zeer onzeker. De economie in Zuidoost-Nederland drijft in belangrijke mate op de export en is daarom sterk afhankelijk van de internationale economische situatie. Daarnaast is de industrie van groot belang in de regio, een sector die relatief conjunctuurgevoelig is.