Rijksoverheid
Opening General Electric
Toespraak | 26-09-2011
Speech van minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en
Innovatie bij de opening van het GE-gebouw in Rheden op 26 september
2011
Dames en heren,
Hartelijk dank voor uw komst naar Rheden vandaag. Dankzij zijn
prachtige ligging aan de IJssel en aan de rand van Nationaal Park
Veluwezoom is natuurschoon nooit ver te zoeken in Rheden. Tijdens zijn
duizendjarige geschiedenis is de stad veranderd van een centrum voor de
productie van bakstenen tot een vestigingsplaats voor
hightechondernemingen als General Electric.
Maar we zijn hier niet gekomen om over natuur en geschiedenis te
spreken. We zijn hier om innovatie voor het voetlicht te brengen en te
kijken naar de toekomst van hightechsystemen. Innovatie en technologie
behoren tot de fundamenten van het moderne leven en hebben voor
grensverleggende ontwikkelingen gezorgd op gebieden als gezondheid,
energieopwekking, communicatie en industriële productie. Deze
ontwikkelingen hebben onze burgers meer welvaart gebracht.
Maar we staan voor enorme uitdagingen. De financiële markten in Europa
en de rest van de wereld zijn volop in beweging. Opkomende economieën
als China, India en Brazilië worden sterker. Natuurlijke rijkdommen
worden schaars. De zeespiegel stijgt. En de wereldbevolking groeit in
rap tempo.
We kunnen hier gemakkelijk pessimistisch van worden, maar ik ben ervan
overtuigd dat we deze tegenspoed kunnen ombuigen in mogelijkheden. In
tijden als deze heeft de wereld juist behoefte aan onze expertise,
vindingrijkheid, producten en diensten. Die zijn dan ook een waarborg
voor onze welvaart.
Dat betekent dat we voortdurend zullen moeten werken aan het versterken
van onze economie. We zullen moeten investeren in onze
concurrentiekracht en kennis koppelen aan ondernemerschap. We moeten
onze expertise vertalen in export. En we moeten de juiste voorwaarden
scheppen voor ondernemerschap en extra aandacht besteden aan
uitzonderlijke sectoren als de hightech. Ondernemingen die uitblinken,
niet alleen door hun producten en diensten maar ook door hun vermogen
wereldwijd te concurreren. Ondernemingen die ondersteund worden door
beleid dat hen in staat stelt de uitdagingen die ik zojuist schetste
het hoofd te bieden.
En, laten we wel wezen, onze hightechondernemingen overleven niet
alleen, ze floreren! Dat vervult mij met grote trots. Neem bedrijven
als ASML en NXP op het gebied van chips, Philips met verlichting en
medische apparatuur, Thales met radarapparatuur en FEI met
elektromicroscopen. Deze blue chip-ondernemingen werken samen met
gespecialiseerde kleine en middelgrote bedrijven en
onderzoeksinstellingen om dynamische ecosystemen te creëren waarin
kennis en vindingen worden gedeeld. Deze benadering van open innovatie
is typisch Nederlands.
Maar het zijn niet alleen Nederlandse ondernemingen die het uitstekend
doen. Nederland blijft een aantrekkelijk land voor buitenlandse
investeringen, variërend van Europese hoofdkantoren en
distributiecentra tot productiecentra en R&D-faciliteiten.
Investeerders worden aangetrokken door ons investeringsklimaat, onze
kosmopolitische bedrijfscultuur en onze positie van toegangspoort tot
Europa.
General Electric is een van de ondernemingen die mede daarom in
Nederland zijn neergestreken. Het bedrijf heeft vestigingen in het hele
land, die werk bieden aan duizenden mensen. Daarvan werken er ongeveer
150 hier in Rheden in het centre of excellence van General Electric
voor het onderhoud van gasturbines in Azië, Europa, het Midden-Oosten
en Afrika. De uitbreiding van de faciliteiten van de onderneming
weerspiegelt haar ambitie de capaciteit op te voeren van 140 naar 200
turbines per jaar.
De uitbreiding bij General Electric laat zien hoe we op de economische
crisis kunnen reageren. We moeten waar nodig harde maatregelen nemen,
maar tegelijkertijd optimistisch blijven. We moeten ambitieuze
doelstellingen formuleren en moedige stappen ondernemen om ze te
verwezenlijken. Dit betekent dat de particuliere sector en de
academische wereld moeten investeren in innovatie, in mensen, in
faciliteiten en in samenwerking.
Om ons nationale investerings- en ondernemingsklimaat te verbeteren
hebben we een vooruitstrevend economisch beleid nodig. Zo bieden we
ondernemingen vanaf volgend jaar de mogelijkheid hun R&D-investeringen
fiscaal af te trekken. Voor deze maatregel is EUR250 miljoen
uitgetrokken, oplopend naar EUR500 in 2015. Daarnaast reserveert de
overheid 2,5% van haar begroting voor de inkoop van innovatieve
producten en diensten.
Maar er is meer nodig: aanvullend en gericht beleid om onze topsectoren
van dienst te zijn. Innovatieve sectoren zoals de hightech hebben
regionale economische netwerken en nieuwe clusters nodig om de
internationale top te kunnen bereiken. Hun inspanningen zijn gedoemd
zijn te mislukken zonder de beschikbaarheid van publieke goederen.
Toegang tot opkomende markten bijvoorbeeld, die onontbeerlijk is voor
groei van de export. Dit soort belemmeringen willen we met ons
topsectorbeleid wegnemen.
Met welke maatregelen gaan we de topsectoren versterken? Ten eerste
gaan we onderzoeksgelden geleidelijk verschuiven naar ondernemingen in
de topsectoren. Ten tweede gaan we deze ondernemingen en
onderszoeksinstellingen stimuleren specifieke innovatiecontracten af te
sluiten voor deze fondsen. Ten derde zullen we durfkapitaal beschikbaar
stellen voor veelbelovende startende bedrijven en snelgroeiende
ondernemingen. En ten vierde zullen we de export blijven faciliteren
door middel van economische diplomatie, zoals handelsmissies naar
China, India, Brazilië en de Verenigde Staten. Door deze gerichte en
gecoördineerde aanpak wordt de kans groter dat innovaties op de markt
kunnen worden gebracht.
Uitmuntende ondernemingen hebben behoefte aan uitmuntende mensen. En de
realiteit is dat studenten die de arbeidsmarkt betreden niet altijd in
huis hebben waar ondernemingen behoefte aan hebben. We willen dit
veranderen door bedrijfsleven en opleidingen samen te brengen. We
stellen EUR32 miljoen beschikbaar voor het opzetten van Centra voor
Innovatief Vakmanschap en Centres of Expertise. Ondernemers en scholen
werken hierin samen om curricula op te stellen en stages te
organiseren.
Deze maatregelen zijn nodig; er staat immers veel op het spel. Om het
belang van de hightechsector nog eens te illustreren: in 2009
genereerde de hightechindustrie - inclusief materialen - een
productiewaarde van ruim 70 miljard euro. En er zijn bijna 400 duizend
mensen in deze sector werkzaam. Daarnaast helpt deze sector ons
maatschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden en de kwaliteit van
het leven van mensen te verbeteren op het gebied van mobiliteit,
voeding, ouderenzorg en - in het geval van General Electric - duurzame
energieproductie. Om een lang verhaal kort te maken: hightechsystemen
zijn cruciaal voor de toekomstige welvaart van Nederland.
Dames en heren,
Nederland kan wat hightech betreft bogen op een lange geschiedenis. Ik
hoef alleen maar namen te noemen als Anthony Fokker, Huub van Doorne en
de gebroeders Anton en Gerard Philips, de grondleggers van
vooraanstaande technologiebedrijven die vandaag de dag echte
wereldspelers zijn. Ik hoop van harte dat er zich onder de huidige
wetenschappers en ondernemers ook zulke toekomstige giganten bevinden.
Ik hoop dat ze inspiratie putten uit en zich gesteund weten door de
gezamenlijke inspanningen van de overheid, het bedrijfsleven en de
academische wereld. En ik hoop dat zij, net als General Electric, de
noodzakelijke investeringen zullen doen om hun ambities te
verwezenlijken.
Ik wil General Electric van harte gelukwensen met het bereiken van deze
mijlpaal. Ik hoop dat u deel zult blijven uitmaken van het Nederlandse
bedrijfsleven en van de Nederlandse maatschappij en dat u uw
doelstellingen zult bereiken. Wij waarderen uw bijdrage en hopen dat
deze uitbreiding haar vruchten zal afwerpen.
Dank u wel.