Eindhoven: Stad deels welstandsvrij
Het college van B&W heeft deze week besloten tot een modernisering van
het beleid op het vlak van Ruimtelijke Kwaliteit. De welstandsnota
wordt sterk vereenvoudigd, delen van de stad worden welstandsvrij en de
welstandscommissie wordt verkleind. Karakteristieke wijken behouden een
vorm van toezicht, maar het grootste deel van de Eindhovenaren krijgt
meer vrijheid en verantwoordelijkheid om te beslissen over hun eigen
huis en woonomgeving. De gemeenteraad besluit later dit jaar over het
plan.
Ruimtelijke Kwaliteit is het beleidsterrein dat zich bezig houdt met de
gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van de bebouwing en
openbare ruimte van een stad. Het is een belangrijk aandachtsveld voor
iedere stad en zeker voor een stad als Eindhoven die wereldwijd
concurreert als vestigingsplaats voor bedrijven en kenniswerkers. Het
college van B&W is van mening dat Eindhoven meer gediend is met een
innovatief welstandsbeleid dat recht doet aan gebiedspecifieke
kenmerken en ambities én dat meer ruimte biedt voor particuliere
initiatieven. Daarnaast streeft het college naar een beleid dat in
tijden van bezuinigingen praktisch uitvoerbaar is en gehandhaafd kan
worden.
Maatwerk en meer verantwoordelijkheid
In het voorjaar van 2011 werd een plan om de welstandstoets af te
schaffen gepresenteerd aan de stad, waarop massaal is gereageerd door
zowel voor- als tegenstanders. Naar aanleiding van deze reacties is het
voorstel bijgesteld in de richting van de wensen van de stad. Het
beleid zoals het nu door het college van B&W wordt voorgesteld, is
gebaseerd op twee pijlers: maatwerk en meer eigen verantwoordelijkheid.
De ambities en kwaliteiten van afzonderlijke buurten en wijken bepalen
in welke mate er sprake blijft van welstandsbeleid. Veel buurten worden
welstandsvrij, waarmee vrijheid wordt geboden aan initiatieven van de
inwoners. Daarnaast worden een aantal gebieden aangewezen als
ontwikkelingsgebied of te beschermen gebied. In deze gebieden is het
mogelijk om naast de welstandsnota extra kwaliteitseisen te formuleren
in de vorm van bijvoorbeeld een beeldkwaliteitsplan. Op deze manier
blijft het specifieke karakter van de gebieden behouden.
Ontwikkelingsgebieden zijn omvangrijke gebieden die een (grote)
transformatie ondergaan, zoals Strijp-S. Het is van belang om voor deze
gebieden - tijdens de planontwikkeling en uitvoering - een vorm van
welstand te behouden om uiteindelijk een evenwichtig `eindbeeld `veilig
te stellen. In deze gebieden wordt in principe uitgegaan van
welstandstoezicht door een supervisor, zoals nu in een aantal gebieden
(waaronder Strijp-S) al gebeurt. Maar ook andere innovatieve vormen,
bijvoorbeeld samenwerking met de Design Academy of de TU/e worden niet
uitgesloten.
Ontwikkelingsgebieden zijn op een bepaald moment uitontwikkeld en
worden dan van de `welstandskaart' verwijderd. Andere gebieden kunnen
in de toekomst juist als ontwikkelingsgebied worden toegevoegd.
Wijzigingen op de kaart van de ontwikkelingsgebieden zullen uiteraard
aan het gemeentebestuur worden voorgelegd.
Te beschermen gebieden
Te beschermen gebieden zijn gebieden die de geschiedenis van de stad
zichtbaar houden. Het zijn gebieden met een bijzondere (beeldbepalende)
identiteit of cultuurhistorische waarden. Voorbeelden van deze gebieden
zijn de beschermde stads- en dorpsgezichten en (een deel van) de
gebieden/structuren die de gemeenteraad bij besluit van 8 maart 2008
heeft aangewezen via de vaststelling van de cultuurhistorische
waardenkaart. Deze waarden worden deels door het bestemmingsplan
beschermd. Daar waar de cultuurhistorische waarde mede bepaald wordt
door de architectuur (materiaal, detaillering, kleur) en een
samenhangend of gaaf bebouwingsbeeld, is ook een welstandstoets
noodzakelijk om de herkenbaarheid van het historisch karakter veilig te
stellen.
Rijksmonumenten behouden hun bescherming via de Monumentenwet 1988, in
samenhang met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Die beschermen
monumenten als afzonderlijke objecten, en maken het onmogelijk om
zonder vergunning iets aan een monument te wijzigen waardoor het zou
kunnen worden ontsierd. Het is daarom niet noodzakelijk hier specifieke
welstandsnormen voor te ontwikkelen.
Overgangsbeleid
Sommige inspraakreacties onderstrepen dat voor enkele gebieden de
afspraken over ruimtelijke kwaliteit onderdeel zijn van overeenkomsten
met de gemeente en/of andere partijen. Het is onwenselijk om het
welstandsbeleid voor deze gebieden plotseling en eenzijdig te
veranderen. Deze gebieden worden aangeduid als `overgangsgebied'.
Zolang er in deze gebieden nog bouwactiviteiten - anders dan
aanpassingen zoals uit- of aanbouwen - plaatsvinden blijven de
oorspronkelijke afspraken van kracht. Zodra echter de ontwikkelfase is
afgerond gaat het college er van uit dat de welstandsafspraken worden
ingetrokken en het gebied, net als de rest van de stad, welstandsvrij
wordt. In sommige gebieden ligt er een directe koppeling tussen
beeldkwaliteitplan en bestemmingsplan. In deze gebieden blijven de
beeldkwaliteitplannen van kracht totdat het bestemmingsplan wordt
herzien.
Gemeente Eindhoven