Rijksoverheid
Andere rolverdeling tussen burger en overheid
Nieuwsbericht | 20-09-2011
Met het realiseren van een compacte, slagvaardige en dienstverlenende
overheid, een streng en rechtvaardig asiel- en immigratiebeleid en een
heroriëntatie op het woon- en leefomgevingsbeleid leveren de ministers
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Immigratie en
Asiel hun aandeel om Nederland te vernieuwen en te versterken.
Een andere rolverdeling tussen burger en overheid loopt als een rode
draad door het kabinetsbeleid. De overheid wil het zelforganiserend en
probleemoplossend vermogen van mensen versterken. Het gaat erom dat het
initiatief wordt genomen door burgers, bedrijven en instellingen die
zelf de problemen aanpakken waarmee ze worden geconfronteerd.
1. Een compacte, slagvaardige en dienstverlenende overheid
In 2012 worden stappen gezet op weg naar een compacte overheid. Er
komen minder bestuurders, minder regels, minder ambtenaren en
besparingen op de overheid.
Dat gebeurt allereerst door een doelmatiger taakverdeling in het
openbaar bestuur. Taken als jeugdzorg, de begeleiding uit de AWBZ en de
nieuwe regeling Werken naar Vermogen worden gedecentraliseerd naar
gemeenten. Provincies krijgen meer taken op het gebied van het
regionaal economisch beleid, natuur, ruimtelijke ordening en verkeer en
vervoer. Waterschappen gaan zelf investeren in primaire waterkeringen.
Om de economische positie van de Randstad te behouden en versterken,
ondersteunt het kabinet de ontwikkelingen in de vleugels van de
Randstad naar een meer samenhangend bestuur. Meer samenhang (en
eventueel samengaan) is nodig van de provincies Noord-Holland, Utrecht
en Flevoland.
Ook op andere manieren wordt in 2012 gewerkt aan een compactere
overheid:
* De bedrijfsvoering van de overheid wordt slimmer ingericht. Bij het
rijk worden inkoop, P&O-taken, huisvesting en facilitaire
dienstverlening gebundeld.
* Alle overheden gaan gebruik maken van dezelfde basisregistraties,
waardoor men niet meer iedere keer zijn persoonlijke gegevens hoeft
in te vullen.
* De regeldruk wordt verminderd door de geldigheidsduur van het
paspoort te verlengen van vijf naar tien jaar.
* Door de bezuinigingen zal het aantal ambtenaren flink afnemen.
Boventallige werknemers gaan zo veel mogelijk `van werk naar werk'.
* Ook BZK zelf wordt kleiner. De taakstelling van BZK heeft personele
consequenties voor alle organisatieonderdelen. Verder snijdt BZK in
zijn bedrijfsvoering.
2. Een streng en rechtvaardig asiel- en immigratiebeleid
Het kabinet blijft bescherming bieden aan mensen die in hun eigen land
worden vervolgd. Voor migranten die om anderen redenen naar Nederland
willen komen, geldt een selectief toelatingsbeleid. Illegale migratie
en illegaal verblijf worden ontmoedigd; illegaal verblijf wordt
strafbaar gesteld als overtreding. De komst van migranten die de
Nederlandse kenniseconomie versterken wordt gestimuleerd, migratie van
mensen met weinig perspectief juist beperkt. Nederland heeft een open
oog voor de kansen van migratie, maar ziet ook de consequenties.
Uitgangspunt is dat toegang tot Nederland er alleen is voor wie wil en
kan meedoen. Nieuwkomers moeten in staat worden gesteld succesvol te
integreren. Dat betekent dat zij de Nederlandse taal spreken,
zelfstandig wonen, in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien en zich
aan de regels houden.
* Voor gezinsmigratie wil het kabinet de eisen verhogen. Partners
moeten gehuwd zijn of geregistreerd partner. Er gaat een wachttijd
gelden en de vereiste termijn voor voortgezet verblijf gaat van
drie naar vijf jaar.
* Voor andere maatregelen is aanscherping van de Europese regels
nodig. Het gaat om de verhoging van de leeftijd, aanscherping van
de inkomenseis, eisen stellen aan het niveau van opleiding en
uitsluiting van mensen die zijn veroordeeld voor geweldsdelicten.
* Goede handhaving van het immigratie- en asielbeleid begint bij de
buitengrenzen. Het kabinet gaat het grenstoezicht intensiveren door
invoering van biometrie en de verdere ontwikkeling van
reizigersinformatiesystemen. Doel is de doorstroming van reizigers
te versnellen en het zicht op criminaliteit, terrorisme, illegale
immigratie en mensenhandel te verbeteren.
* Het Vreemdelingenbesluit wordt aangepast om vreemdelingen die hier
rechtmatig verblijven, maar strafrechtelijk zijn veroordeeld,
eerder Nederland uit te zetten. De zogeheten "glijdende schaal"
wordt aangepast.
In het asielbeleid staan strenge snelle duidelijke en zorgvuldige
procedures centraal. Procedures worden korter en het stapelen van
steeds nieuwe procedures wordt tegengegaan. Dat is in het belang van de
vreemdeling zelf en in het belang van de samenleving; het draagt bij
aan het maatschappelijk draagvlak voor het toelaten van vluchtelingen
en immigranten.
De wetgeving daarvoor gaat begin 2012 naar de Tweede Kamer. Het
categoriale beschermingbeleid wordt beëindigd. Bij onterecht beroep op
bescherming moet de vreemdeling Nederland verlaten. Uitgangspunt is dat
hij of zij vrijwillig vertrekt, dit wordt maximaal gestimuleerd.
Vertrekt hij niet, dan volgt gedwongen vertrek. Als iemand mag blijven,
dan volgt zo snel mogelijk huisvesting in een gemeente.
3. Herzien van beleid gericht op integratie, wonen en leefomgeving
Het kabinet heeft de overtuiging dat iedereen in Nederland zelf
verantwoordelijk is voor zijn of haar bestaan en het samenleven met
anderen. Daarom wordt een aantal maatregelen in gang gezet:
* Mensen gaan zelf hun inburgering betalen. Een sociaal leenstelsel
dient als vangnet voor wie niet in staat is zijn opleiding te
betalen. Het nieuwe inburgeringstelsel betekent een afbouw van het
budget aan gemeenten voor inburgering naar 160 miljoen in 2012, 98
miljoen in 2013 en 0 in 2014.
* Het kabinet beëindigt op termijn het specifieke integratiebeleid.
In 2012 wordt de aanpak van Marokkaans-Nederlandse en
Antilliaans-Nederlandse probleemjongeren beëindigd.
* Integratiesubsidies worden afgebouwd. Zo wordt de subsidie voor de
samenwerkingsverbanden in het Landelijk Overleg Minderheden (in
2011 in totaal 3,2 miljoen euro) per 1 januari 2015 stopgezet. De
Wet Overleg Minderheden wordt ingetrokken.
Verder werkt het kabinet aan:
* Een verbod op gelaatsbedekkende kleding in de openbare ruimte.
* Aanvullende eisen voor het verkrijgen en ontnemen van het
Nederlanderschap bij zware misdrijven.
* Een agenda "hedendaags burgerschap"; die wordt gemaakt met
gemeenten, maatschappelijke organisaties en burgers
Het kabinet gaat de werking van de woningmarkt verbeteren. Dat
verbetert de doorstroming en gaat "scheefwonen" tegen:
* Tegen de achtergrond van de stagnerende woningmarkt is de
overdrachtsbelasting tot 1 juli 2012 verlaagd van 6 naar 2 procent.
* Het kabinet komt met voorstellen waarin huurders bij een
woningbouwcorporatie het recht krijgen om hun woning tegen een
redelijke prijs te kopen.
* Voor huishoudens met een inkomen vanaf 43.000 euro wordt vanaf 1
juli 2012 een extra huurverhoging van maximaal 5 procent per jaar
toegestaan.
* Zelfstandige woningen die vallen onder het Woningwaarderingsstelsel
krijgen in schaarstegebieden maximaal 25 basispunten extra.
* Corporaties moeten de kerntaken die zij met staatssteun verrichten,
scheiden van andere initiatieven zodat er geen oneerlijke
concurrentie is. Een nieuwe woningwet stimuleert een compacte
sector en een steviger toezicht.
* Op 1 januari 2012 wordt het nieuwe Bouwbesluit van kracht. Later
dit jaar presenteert het kabinet zijn fundamentele bezinning op de
bouwregelgeving.
De woonomgeving is een zaak van bewoners zelf, samen met gemeenten,
woningbouwcorporaties, maatschappelijke instellingen en bedrijfsleven.
Het ministerie van BZK ondersteunt deze partijen met kennis en kunde.
De bouwsector is door de economische crisis zwaar geraakt. Door
innovatie en kostenreductie kan de sector uiteindelijk sterker uit de
crisis komen. Hier ligt een belangrijke uitdaging voor de sector zelf.
Het kabinet gaat de investeringscondities op de bouw- en woningmarkt
stimuleren. Daarmee krijgt ook het "verdienvermogen" van de Nederlandse
economie een belangrijke zet. Gezamenlijk met de bouwsector, overheden
en kennisinstellingen wordt een investerings- en innovatieagenda
gemaakt. De minister van BZK zet, samen met andere departementen, in op
een programma om de investeringscondities voor de bouw te verbeteren.
Koninkrijksrelaties
De inzet van het kabinet voor de koninkrijksrelaties staat volgend jaar
in het teken van de praktische invulling van de afspraken die
voortkomen uit de nieuwe staatkundige structuur van het Koninkrijk.
Curaçao en Sint Maarten zijn per 10 oktober 2010 autonome landen binnen
het Koninkrijk geworden. Nederland ondersteunt de nieuwe landen bij een
aantal van de uitdagingen waar ze voor staan, bijvoorbeeld het
uitvoeren van de plannen van aanpak ter versterking van verschillende
onderdelen van hun overheidsorganisaties. Ook ondersteunt Nederland de
Kustwacht en andere onderdelen van de rechtshandhavingketen. Met de
totstandkoming van de nieuwe staatkundige structuur is afgesproken dat
het samenwerkingsbeleid tussen Nederland en de autonome landen van het
Koninkrijk afgebouwd zal worden. In 2012 zullen de laatste stortingen
plaats vinden ten gunste van de Landen. Bepalend voor de
samenwerkingsrelatie daarna is de aanwezigheid van Nederland in de
regio in de vorm van Bonaire, Saba en Sint Eustatius, die sinds 10
oktober 2010 samen Caribisch Nederland vormen.