ChristenUnie
Schouten: pensioenakkoord mag geen verschuiving van solidariteit
betekenen
donderdag 15 september 2011 20:40 Meer tijd leidt niet tot meer
saamhorigheid. Dat is toch wel de conclusie die je kan trekken na
afgelopen week waarin de discussie over het pensioenakkoord tot een
apotheose kwam. Met een zwaar verdeelde vakbeweging sloot de minister
een pensioenakkoord. Maar de vraag was én is nog steeds: is er een
akkoord? Maandag weten we dat pas zeker.
Vandaag wil de minister al van het parlement een beoordeling van het
akkoord. En laat ik dan met veruit het beste punt uit het akkoord
komen: de AOW leeftijd gaat omhoog. Langer doorwerken is mogelijk en
wenselijk. We leven langer in relatief betere gezondheid. Gelukkig, zeg
ik er bij. Maar dan mogen we van elkaar ook vragen om langer een
bijdrage te leveren aan het arbeidsproces. Wat dat betreft is het goed
dat in dit akkoord nu wordt vastgelegd dat de AOW leeftijd verhoogd
wordt naar 66 en daarna stijgt met de levensverwachting. Een
noodzakelijke stap. En één waar de ChristenUnie voluit achter staat.
Maar dan de rest van het pakket. In eerder debatten heb ik aangegeven
wat voor de ChristenUnie belangrijke elementen zijn bij een nieuw
pensioenakkoord. En ik herhaal ze hier nog maar eens.
1. Mensen met lage inkomens moeten de mogelijkheid krijgen
vervroegd uit te treden, zoals alle andere werknemers ook hebben;
2. jongeren mogen niet de dupe worden van dit pensioenakkoord
3. De arbeidskansen voor oudere werknemers moeten hoe dan ook
vergroot worden
Is er dan aan die eisen voldaan? Ik heb daar mijn oprechte twijfels
over, zeg ik eerlijk.
Eerder heb ik samen met collega Vermeij van de PvdA een motie ingediend
om lage inkomens de kans te geven ook eerder vervroegd uit te kunnen
treden. En ik moet zeggen: de minister is ver gegaan in het bieden van
mogelijkheden. De doorwerkbonus, het vitaliteitssparen en de levensloop
heeft hij in schutting gebracht. Dat zien wij niet als een beperkt
gebaar. Integendeel. Deze regelingen bieden mogelijkheden de periode
van 65 tot 67 te overbruggen. Maar, wat daarna? De actuariële korting
van 6,5% op de AOW geldt voor de gehele duur van de AOW. De minister
geeft aan dat AOW-ers zonder aanvullend pensioen, die in 2020 toch op
65 jaar willen stoppen slechts ca. 1½ lager uit komen dan in de
situatie zonder pensioenakkoord. Maar geldt dat ook voor de periode ná
67 jaar? Ik neem aan dat de minister inkomensplaatjes heeft gemaakt
voor de gevolgen van dit pensioenakkoord voor alle laagste inkomens.
Mijn fractie wil die plaatjes graag hier zien. En dan niet alleen voor
de AOW-ers zonder aanvullend pensioen, maar ook die met een klein
aanvullend pensioen. Kan de minister die berekeningen hier geven?
Dan de jongeren. En daar zit toch ons grootste probleem. De
ChristenUnie heeft er op gehamerd dat dit akkoord niet een verschuiving
van solidariteit met zich mee mag brengen. Dat is immers de basis van
ons pensioenstelsel. Jongeren mogen straks niet geconfronteerd worden
met lege pensioenpotten. Wij hebben garanties geëist dat in het FTK
hier goede waarborgen in zouden komen. Die garanties krijgen wij niet.
Er mag bijvoorbeeld gerekend worden met een maximaal
beleggingsrendement van 7%. Dat is nog steeds een perverse prikkel om
risicovol te gaan beleggen. Daarnaast worden richtsnoeren voor de
hoogte van de egalisatiereserve in het FTK worden opgenomen. Waarom
richtsnoeren? Waarom geen keiharde ondergrens? Bovendien zegt de
minister dat dit bij de onderzoeken betrokken zal worden, die pas begin
volgend jaar zullen worden afgerond. Dat is te laat. Zolang dat soort
zaken niet scherper in het FTK worden opgenomen, heeft mijn fractie
niet de gewenste zekerheid dat dit pensioenakkoord ook goed is voor
jongeren. Ik vraag de minister dan ook met klem om hier nu hardere
zekerheden over te geven, dan nu gebeurt.
Ons derde punt zijn de arbeidskansen voor ouderen. Er ligt een
vitaliteitspakket, dat wij later hier zullen behandelen. Maar ik wil
hier beklemtonen, ook in de richting van de sociale partners, dat hier
meer inspanningen op moeten worden geleverd. Een oudere werknemer is
geen afgeschreven werknemer. Te vaak hebben ouderen nu nog de moeite om
aan een baan te komen. Dat móet echt anders. En daar zullen wij de
minister ook aan houden, in lijn met de motie die ik eerder daarover
ook heb ingediend.
Tot slot. De minister probeert de Kamer de duimschroeven aan te
draaien, door nu instemming te eisen met het pensioenakkoord. Zo niet,
dan gaat hij verder met zijn eigen kale wetsvoorstel, waarin de AOW
leeftijd alleen naar 66 gaat. Maar dan kom ik terug op de opmerking bij
het begin van mijn bijdrage. Is er wel een pensioenakkoord? Dat weten
we pas maandag. De minister moet ons als Kamer overtuigen dat dit een
goed pensioenakkoord is. En hij heeft zojuist onze bezwaren gehoord.
Zijn houding lijkt nu: slikken of stikken. Dat is niet de weg. Wij
willen inhoudelijk overtuigd worden. Niet op basis van dreigementen. En
ik hoop - zeg ik er in alle oprechtheid bij - dat hij ons weet te
overtuigen.
Carola Schouten