Rechtbank Alkmaar
Doodslag in woning Beverwijk
Alkmaar , 15-9-2011
De rechtbank in Alkmaar veroordeelt een 31-jarige man uit Beverwijk
wegens onder meer doodslag tot tien jaar gevangenisstraf. De rechtbank
acht bewezen dat hij op 30 april 2010 opzettelijk de 55-jarige Gerard
Zonneveld uit Beverwijk om het leven heeft gebracht, vervolgens de
benen van diens lichaam heeft gezaagd en ten slotte samen met zijn
partner dit lichaam en de benen heeft achtergelaten in het
Robbenoordbos in Wieringerwerf.
Geen moord
Het openbaar ministerie vorderde achttien jaar gevangenisstraf wegens
moord. De rechtbank acht niet bewezen dat de verdachte met voorbedachte
raad heeft gehandeld en zij komt daarom op dit punt tot vrijspraak en
reeds hierom tot een aanzienlijk lagere straf.
Beroep op noodweer(exces) verworpen
De rechtbank verwerpt het beroep van de verdediging op noodweer(exces).
De advocaat betoogde tijdens de zitting dat de verdachte, gedreven door
paniek, niet anders kon handelen dan hij heeft gedaan. De rechtbank
gaat hierin in zoverre mee dat de verdachte zich mocht verdedigen tegen
een om onduidelijk gebleven redenen in zijn keuken aanwezige man. De
dader stopte echter niet nadat hij het slachtoffer had overmeesterd en,
gewond en zonder wapen, had weggesleept uit de keuken.
Strafmotivering
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de
straftoemeting in Nederland in vergelijkbare gevallen. Hierbij is in
het voordeel van de verdachte in aanmerking genomen dat het geweld is
begonnen na het aantreffen van een insluiper in de eigen woning. Ook
heeft de rechtbank gelet op het gegeven dat de verdachte, die niet
eerder voor ernstige geweldsdelicten is veroordeeld, zeer aangedaan is
door de gevolgen voor de nabestaanden maar ook voor zijn eigen familie.
Aan de andere kant heeft de rechtbank rekening gehouden met de
buitensporige wijze waarop de verdachte ook na de dood van het
slachtoffer geweld heeft gebruikt en het ernstig verminkte lichaam in
een sloot heeft achtergelaten. Daardoor is niet alleen onherstelbaar
leed toegebracht aan de nabestaanden van het slachtoffer, maar is ook
de rechtsorde ernstig en langdurig geschokt.
Partner ook veroordeeld
De rechtbank heeft de 23-jarige partner van de man veroordeeld voor
het, samen met hem, wegvoeren en wegmaken van het lijk tot een
werkstraf van 240 uur. De ernst van het feit rechtvaardigt in beginsel
een langer durende vrijheidsstraf. De rechtbank houdt echter rekening
met de wijze waarop de vrouw die niet eerder voor enig strafbaar feit
is veroordeeld, zeer onverwachts door haar partner bij de zaak is
betrokken toen alle geweldshandelingen al waren uitgevoerd. Zij werd
midden in de nacht door haar man wakker gemaakt en geconfronteerd met
het lijk. Ten slotte heeft deze strafzaak ook voor deze verdachte al
grote gevolgen gehad in de persoonlijke levenssfeer.
Uitspraken: BT1649, BT1653