Alzheimer Nederland
Betere dementiediagnostiek bespaart miljoenen
13-09-2011
Bunnik, 13 september 2011. Uit het World Alzheimer Report 2011 blijkt dat
vroegtijdige diagnose en behandeling van dementie veel onzekerheid en
overbelasting van de mantelzorger bespaart. Het effect is zelfs zo groot dat
verzorging- of verpleeghuisopname met gemiddeld maanden kan worden
uitgesteld. Voor Nederland zou dit een besparing van vele tientallen
miljoenen per jaar betekenen. Uiterst belangrijk, want het aantal mensen met
dementie stijgt sneller dat verwacht. Van 243.000 nu tot ruim 500.000 in
2040. Al in 2028 is dementie de ziekte met de hoogste zorgkosten in
Nederland, zo'n 6 miljard per jaar.
Goede diagnostiek blijkt een efficiënt middel om langer thuis te
blijven wonen met dementie. Een hartenwens van de meeste patiënten en
hun mantelzorgers. In 2011 wonen er echter zeker 60.000 mensen met
dementie in verzorgings- en verpleeghuizen. Met het oog op de toekomst
is het onbetaalbaar dat 25 tot 30% van de mensen met dementie gebruikt
maakt van deze dure zorg. Gea Broekema, algemeen directeur van
Alzheimer Nederland: "We moeten nu maatregelen nemen om de
mantelzorgers beter te ondersteunen, want voor velen is de zorg nu veel
te zwaar". 82 procent van de mantelzorgers is overbelast of loopt een
groot risico op overbelasting. Ruim 35.000 mantelzorgers wonen thuis
met een ernstig dementerende partner die afhankelijk is van 24-uurs
zorg en toezicht. "Bovendien zijn snelle maatregelen absoluut
noodzakelijk met het oog op de toekomstige inkomsten van ons land",
aldus Broekema. De verhouding tussen de beroepsbevolking die de kosten
moet dragen en het aantal dementiepatiënten daalt van 42:1 in 2011 naar
16:1 in 2050. Alzheimer Nederland roept daarom op tot investeringen in
vroegtijdige diagnose, behandeling en wetenschappelijk onderzoek.
Vroegtijdige diagnose
In Nederland is bij zeker 100.000 mensen met dementie nog geen diagnose
gesteld. Vroegtijdige diagnose is belangrijk. Het geeft de patiënt en
zijn mantelzorger rust, het recht op ondersteuning en zorg en de
mogelijkheid om zaken goed te regelen voor later. 'Zo snel mogelijk
starten met behandeling en ondersteuning loont', aldus Broekema.
'Onderzoek leert ons dat een vroegtijdige diagnose en behandeling tot
een besparing van wel 200 miljoen per jaar kan leiden.'
Behandeling
Naast een diagnose is ook de opvang van de patiënt en zijn mantelzorger
van groot belang. Broekema: 'Iedere patiënt heeft recht op een coach,
een zogenaamde casemanager.' Met deze coach en beter op elkaar
ingespeelde zorgaanbieders krijgt iedere patiënt zorg op maat. Dat is
hard nodig met zo'n grillige ziekte als dementie. De regering heeft
echter gekozen de dementiezorg grotendeels door de gemeentes te laten
organiseren. Broekema: 'We zijn bang dat gemeenten dit niet allemaal
even effectief oppakken.' Bovendien is het toekomstbeeld voor sommige
gemeenten wel erg zorgwekkend. De gemeenten Wijk bij Duurstede,
Zeewolde en Almere krijgen de komende 30 jaar bijvoorbeeld te maken met
een stijging van het aantal mensen met dementie van meer dan 300%. Het
landelijk gemiddelde ligt op 117%.
Wetenschappelijk onderzoek
Als laatste pleit Alzheimer Nederland voor het stimuleren van
wetenschappelijk onderzoek naar dementie. Broekema: 'Onderzoekers
hebben hoop op genezing in de verre toekomst, maar ze werken ook aan
nieuwe medicijnen die hopelijk al binnen vijf jaar op de markt komen.'
Op dit moment worden drie medicijnen getest op grote groepen
Alzheimerpatiënten. Nog eens zeven medicijnen worden nu op kleine
groepen getest en er zijn nog vele medicijnen die nu in laboratoria
worden ontwikkeld. Als één van deze medicijnen de ziekte ook maar met
een paar maanden kan vertragen, bespaart dat vele honderden miljoenen
aan zorgkosten per jaar. "Met wetenschappelijk onderzoek kan werkelijk
een enorme verbetering voor de patiënt worden bereikt, en natuurlijk
een enorme besparing in de zorgkosten. Het is dan ook onbegrijpelijk
dat de regering, het bedrijfsleven en de maatschappij nog nauwelijks
investeren in wetenschappelijk onderzoek naar dementie. We mogen niet
vergeten dat de ziekte één op de vijf mensen zal treffen.'