Gemeente Nijmegen

persbericht

12 september 2011

Nijmegen blijft zich inspannen voor extra atelierruimte

Stimuleren van doorstroming onder kunstenaars die een atelier huren, intensiever overleg met woningcorporaties over tijdelijke verhuur van vastgoed aan creatieven, vaker atelierwoningen opnemen in nieuwbouw- en herstructureringsplannen, onderzoek naar het oprekken van bestemmingsplannen. Deze en andere maatregelen moeten ervoor zorgen dat het aantal beschikbare ateliers in Nijmegen de komende jaren verder groeit.

Dat laat het college van burgemeester en wethouders weten in een brief aan de Nijmeegse gemeenteraad. Aanleiding voor de brief is de evaluatie van het gemeentelijke atelierbeleid in de periode 2008-2011.

In maart 2008 gaf de Nijmeegse gemeenteraad het college de opdracht om eind 2010 125 nieuwe ateliers gerealiseerd of in ontwikkeling te hebben. Het aantal nieuwe ateliers was gelijk aan het aantal kunstenaars dat destijds op de wachtlijst stond voor een atelier bij atelierbeheerder SLAK. Uit de evaluatie blijkt dat inmiddels 98 nieuwe ateliers zijn gerealiseerd. Omdat atelierruimte vaak slechts tijdelijk beschikbaar wordt gesteld (bijvoorbeeld via het project 'Tussentijds' - www.tussentijds.org) is de daadwerkelijke groei van het aantal ateliers lager. Op 1 april 2008 waren via SLAK 126 ateliers beschikbaar. Op 1 april 2011 lag dit op 168, ofwel een groei van 42 ateliers. De wachtlijst van het SLAK omvatte op 1 april 2011 117 kunstenaars.

Het college concludeert dat ondanks dat er geen extra middelen beschikbaar waren, het toch gelukt is een behoorlijk aantal nieuwe ateliers te realiseren. Door de groei van het aanbod van ateliers is het mogelijk kunstenaars sneller aan een atelier te helpen. De situatie blijft echter kwetsbaar. Volgens het college staat een aantal zaken het realiseren van permanente ateliers in de weg:

§ Binnen het gemeentelijke vastgoed is te weinig extra structureel potentieel voor ateliers. § Voor het meerjarig tijdelijke beheer van strategische objecten van de gemeente is het beleid om zoveel mogelijk markthuurprijzen dan wel kostprijshuren vast te stellen. Dat is een huurniveau dat de financiële draagkracht van de doelgroep van SLAK vaak te boven gaat. § Beperkingen van bestemmingsplannen (regelgeving en doorlooptijden). § De concurrentie met andere urgente vragen binnen de gemeente om beschikbare ruimte. § De hoogte van de bijkomende kosten (energielasten, geschikt en brandveilig maken) maken panden vaak niet aantrekkelijk als atelierruimte

Het college komt daarom met een aantal verbetervoorstellen en acties, waaronder:

§ Het onder de aandacht brengen van ateliers en woonwerkpanden bij woningcorporaties § Opnemen van atelierwoningen (woonwerkpanden) bij nieuwbouw en herstructureringsplannen § Onderzoek doen naar het oprekken van vigerende bestemmingsplannen als het gaat om het tijdelijk inzetten van leegstaande (bedrijfs)-panden, bv. in het Waalfront § Het laten ontwikkelen van richtlijnen voor doorstroming door SLAK § Het laten analyseren van de wachtlijst door SLAK teneinde de werkelijke urgentie te bepalen en welke beoefenaars (ontwerpers, vormgevers, interieurarchitecten, fotografen, theatermakers, artiesten, musici, beeldhouwers, schilders, etc.) op die lijst staan

§ Het bevorderen van ondernemerschap van de doelgroep, o.a. via het Startersloket

Bij het ontwikkelen van de nieuwe cultuurvisie #CV024 dit najaar, wil het college bovendien de discussie aangaan over het gemeentelijk atelierbeleid. Wat is gezien de beschikbare middelen en mogelijkheden een realistische doelstelling qua te realiseren permanente en tijdelijke ateliers? Dient er meer doorstroming te komen, en hoe bereik je dat? Deze en andere vragen zullen onder andere met het culturele veld besproken worden.




Gemeente Nijmegen