» Europees parlement moet tot op bodem van CIA-vluchten
klok 09 september 2011
Aanstaande zondag is het 10 jaar geleden dat de WTC-torens in New York door een terroristische aanslag werden getroffen. 9/11 ging de geschiedenis in als het startpunt voor de wereldwijde en door de VS geleide "War On Terror". Sindsdien is niets meer hetzelfde, in een poging dergelijke aanslagen in de toekomst te voorkomen, werden al te vaak fundamentele rechten met de voeten getreden. Frieda Brepoels, Europees parlementslid voor de N-VA: "Er is nog steeds geen duidelijkheid over de Europese medeplichtigheid aan de geheime CIA-vluchten. Diverse EU-lidstaten dragen een bijzonder deel van de politieke, morele en juridische verantwoordelijkheid, maar weigeren hiervoor op te komen. Na tien jaar stilte wordt het de hoogste tijd dat dit onverkwikkelijk stuk geschiedenis tot op de bodem wordt uitgespit."
De aanslagen van 11 september 2001 kostten meer dan 2600 mensen het leven. Maar ook daarbuiten vielen slachtoffers. In een poging het terreurgevaar in te dijken, werd een CIA-programma van 'buitengewone overbrengingen' opgestart. Hiervoor werden in tal van landen personen ontvoerd en vervolgens met geheime vluchten naar Guantánamo of andere - vaak geheime - detentiefaciliteiten overgebracht. Europese landen gaven toestemming voor overvlucht over hun grondgebied. In sommige gevallen zijn ook tussenlandingen op EU-grondgebied gemaakt of zelfs geheime gevangenissen ingericht. Velen die naar derde landen werden gebracht, zijn in lokale gevangenissen gefolterd en op onrechtmatige wijze van hun vrijheid beroofd.
Rapporten van de Raad van Europa, de VN en Amnesty International* tonen overduidelijk aan dat o.a. Polen, Litouwen, Roemenië en Zweden betrokken waren bij deze mensenrechtenschendingen. In het Fava-rapport** van februari 2007 bevestigde ook het Europees parlement de onrechtmatige praktijken en vroeg het opheldering over de Europese medeplichtigheid. Het gebrek aan medewerking door de Belgische autoriteiten werd eveneens aan de kaak gesteld.
De weerklank op die oproep is vandaag teleurstellend. Diepgaande onderzoeken in de betrokken lidstaten naar de illegale praktijken zijn, vaak onder het excuus van "staatsgeheim", afgehouden en ook de EU zelf bleef doof voor de kritiek. Een gevoel van straffeloosheid overheerst vandaag in de EU. Goede relaties tussen de inlichtingendiensten gaan schijnbaar nog altijd boven het respect voor fundamentele rechten. Enkel in Polen is men er als enige EU-land in geslaagd het taboe te doorbreken en een strafonderzoek te openen waarbij twee personen formeel als slachtoffer van het Amerikaans overbrengingsprogramma werden erkend.
Frieda Brepoels: "Europese lidstaten hebben onmiskenbaar passief of actief meegeholpen aan het illegale transport en/of de onrechtmatige detentie van gevangenen. Tien jaar na 9/11 wordt het hoog tijd dat ze daar de volle verantwoording voor afleggen. Binnenkort moet het Europees parlement intern bepalen of het een eigen vervolgonderzoek instelt. Ik ben daar een absolute voorstander van, maar het is afwachten wat de grote politieke fracties zullen doen. Het is alleszins nodig volledige opheldering te krijgen over de schendingen van het internationale en nationale recht - op het gebied van mensenrechten, fundamentele vrijheden, het verbod op foltering en mishandeling, gedwongen verdwijning en het recht op een eerlijk proces - die in samenhang met de 'oorlog tegen terreur' zijn begaan. Als Europa moreel zeggenschap wil afdwingen op vlak van mensenrechten, moet het er ook voor zorgen dat de strijd tegen het terrorisme kan worden gevoerd met een voldoende evenwicht tussen de behoefte aan veiligheid en het respect voor de rechtsstaat. Polen moet er als EU-voorzitter er dan ook bij de andere lidstaten op aandringen zijn goede voorbeeld te volgen en het thema op de EU-agenda zetten."
Volgende week dinsdag zal het Europees parlement in Straatsburg een rapport aannemen dat oproept tot een grondige evaluatie van het Europees terrorismebeleid. Het Europees halfrond eist in het rapport dat de EU en de EU-lidstaten volledige klaarheid scheppen over hun rol in het CIA-programma van uitleveringen en geheime locaties, zonder zich te laten leiden door vooroordelen en politieke belangen. Auteur(s): Frieda Brepoels, Europees parlementslid