Maasstad Ziekenhuis maakt resultaten onderzoek bekend
Persbericht van Maasstad Ziekenhuis
Het Maasstad Ziekenhuis betreurt dat er in het ziekenhuis patiënten
besmet zijn geraakt met de Klebsiella Oxa-48 bacterie. Zoals eerder
aangegeven zijn er 28 patiënten die drager waren van de bacterie
overleden. Prof. dr. E. de Jonge verbonden aan het Leids Universitair
Medisch Centrum heeft onderzoek gedaan naar de rol van de bacterie bij
het overlijden van 27 van deze patiënten. In dit bericht vatten wij de
belangrijkste conclusies van het onderzoek samen. Van één van de
overleden dragers was niet het volledige medisch dossier beschikbaar om
te betrekken in het onderzoek.
Uit het medisch dossieronderzoek van prof. dr. de Jonge, blijkt dat
drie patiënten zeer waarschijnlijk zijn overleden als direct gevolg van
de Klebsiella besmetting. Wij zien de consequenties van deze conclusie
onder ogen en zullen ons uiterste best doen om het verdriet van de
nabestaanden zoveel mogelijk te verzachten.
Bij veertien onderzochte medische dossiers concludeert het onderzoek
dat het zeer onwaarschijnlijk is dat patiënten overleden zijn als
direct gevolg van de Klebsiella besmetting.
Bij de overige tien patiënten is het niet uitgesloten, dat de
resistente Klebsiella verantwoordelijk was voor het overlijden of
belangrijk heeft bijgedragen aan het uiteindelijk overlijden. In een
aantal gevallen was er sprake van zo ernstige en niet op behandeling
reagerende bijkomende aandoeningen, dat zelfs als de Klebsiella de
directe doodsoorzaak was, dat zelfs dan de bijkomende ziekten en
onderliggende aandoeningen meer als werkelijke doodsoorzaak aangemerkt
zouden worden.
Uitbraak onder controle
Sinds 18 juli hebben geen nieuwe besmettingen meer plaatsgevonden. De
uitbraak van de Klebsiella Oxa-48 bacterie is daarmee onder controle.
Het ziekenhuis wordt intensief begeleid door een team onder leiding van
prof. dr. M. Bonten, hoogleraar Microbiologie van het Universitair
Medisch Centrum Utrecht. Deze groep van deskundigen ziet toe op strikte
naleving van hygiëne protocollen en helpt bij het verbeteren van de
infectiepreventie. Alle maatregelen zijn genomen om herhaling van een
uitbraak met deze multiresistente bacterie te voorkomen.
Daarnaast voert het ziekenhuis een grootscheeps onderzoek uit onder
alle patiënten die tijdens opname in het ziekenhuis op een kamer hebben
gelegen met een patiënt die drager is van de Klebsiella Oxa-48
bacterie. Op dit moment zijn uit dit screeningsonderzoek van ruim 2000
patiënten, 37 patiënten drager gebleken. Hierdoor komt het totaal
aantal patiënten dat drager is op 107. Overigens blijkt bij navraag dat
geen van deze groep dragers verschijnselen of klachten heeft die op de
Klebsiella Oxa-48 terug te voeren zouden zijn.
Dragers raken de multiresistente variant van de Klebsiella bacterie
doorgaans na verloop van tijd via de natuurlijke weg kwijt. Zij blijven
bij de arts-infectiologen van het ziekenhuis onder controle totdat uit
herhaaldelijke tests is gebleken dat zij de bacterie niet langer bij
zich dragen.
Met het vorderen van het screeningsonderzoek, waarbij uiteindelijk
enkele duizenden patiënten worden onderzocht, zullen druppelsgewijs nog
patiënten naar voren die drager van de bacterie blijken tot zijn.
Waarheidsvinding
Naast het bovenstaand screeningsonderzoek is waarheidsvinding gestart
binnen het Maasstad Ziekenhuis. In dat onderzoek, uitgevoerd door zowel
interne als externe deskundigen, zal worden nagegaan hoe de uitbraak
met de Klebsiella Oxa-48 heeft kunnen plaatsvinden.
Daarbij wordt vastgelegd hoe de verantwoordelijkheden destijds waren
belegd. Mogelijk gemaakte fouten moeten op deze wijze zichtbaar worden.
Afhankelijk van de conclusies van dit onderzoek zullen aanpassingen in
regelgeving en organisatie plaatsvinden.
Het Maasstad Ziekenhuis is zich ervan bewust dat het voor de
nabestaanden van de 28 patiënten een buitengewoon verdrietige tijd is.
De nabestaanden van de 28 overleden patiënten zijn inmiddels, of worden
in de loop van vandaag, op de hoogte gesteld van de bevindingen van
prof. dr. De Jonge.
In de bijlage vindt u de conclusie van het onderzoek van prof. dr. E.
de Jonge.
Conclusie
Op verzoek van het Maasstad Ziekenhuis is onderzoek gedaan naar 28
patiënten die in 2010 en 2011 overleden zijn na een besmetting met een
OXA-48 positieve Klebsiella bacterie. Bestudering van de individuele
ziektegeschiedenissen leidt tot de conclusie dat 3 patiënten zeer
waarschijnlijk zijn overleden als direct gevolg van deze
multiresistente bacterie. Bij alle drie was tevens sprake van ernstige
bijkomende pathologie.
Bij 14 patiënten was het zeer waarschijnlijk dat de OXA-48 positieve
Klebsiella niet verantwoordelijk was voor het overlijden.
Bij 10 patiënten is het niet uitgesloten, dat de resistente Klebsiella
verantwoordelijk was voor het overlijden of belangrijk heeft
bijgedragen aan het uiteindelijke overlijden. In een aantal gevallen
was er sprake van zo ernstige en niet op behandeling reagerende
bijkomende aandoeningen, dat zelfs als de Klebsiella de directe
doodsoorzaak was, dat zelfs dan de bijkomende ziekten en onderliggende
aandoeningen meer als werkelijke doodsoorzaak aangemerkt zouden moeten
worden.
In één geval waren er door overplaatsing naar een ander ziekenhuis
onvoldoende gegevens beschikbaar om tot een uitspraak over de
doodsoorzaak te kunnen komen.
Bij 2 van de 3 patiënten bij wie een directe relatie tussen overlijden
en OXA-48 Klebsiella kon worden vastgesteld, was de besmetting nog niet
bekend op het moment van overlijden. Zij zijn niet met antibiotica
behandeld waarvoor de bacterie gevoelig was. Bij deze patiënten heeft
het multiresistent zijn van de bacterie waarschijnlijk bijgedragen aan
het overlijden. In andere gevallen waarbij een infectie met de OXA-48
positieve Klebsiella mogelijk heeft geleid tot het overlijden van de
patiënt is niet zeker of dit overlijden een gevolg was van het
multiresistente karakter van de bacterie. Patiënten kunnen ook
overlijden aan goed gevoelige bacteriën.
Er is afgezien van het vergelijken van de Standardized Mortality Ratio
(SMR) bij besmette patiënten met die bij niet-besmette patiënten, omdat
1) SMR's alleen corrigeren voor de ernst-van-ziekte op het moment van
IC-opname, niet voor complicaties die later zijn ontstaan en 2) de
betrouwbaarheidsintervallen voor SMR's bij kleine aantallen patiënten
altijd zo breed zijn dat het trekken van conclusies uit dit soort
onderzoek bij deze populatie niet mogelijk is.
Razende Robot Reporter