Universiteit Leiden

Veel neuro-onderzoek bevat ernstige statistische fout

Veel van het neurowetenschappelijk onderzoek bevat een ernstige statistische fout, ontdekte cognitief psycholoog Sander Nieuwenhuis van de Universiteit Leiden. Ook als het onderzoek gepubliceerd is in toptijdschriften als Nature en Science.

Nature Neuroscience

In een artikel in Nature Neuroscience rapporteert Nieuwenhuis samen met collegaâs van de Universiteit van Amsterdam de resultaten van een omvangrijk literatuuronderzoek waaruit blijkt dat neurowetenschappers grote moeite hebben met het rapporteren van statistische interacties.

Een typisch voorbeeld van de statistische fout is: 'Oefening met de taak vergrootte de neurale activiteit in de genetisch gemodificeerde muizen (P 0.05)'.

Fout argument

De onderzoekers willen eigenlijk beweren dat één effect groter is dan een ander effect: Het oefeneffect op hersenactiviteit in genetisch gemodificeerde muizen is groter dan het oefeneffect in controlemuizen. Om die bewering te ondersteunen horen ze een statistisch significante interactie te rapporteren (tussen mate van oefening en type muizen). Maar in plaats daarvan rapporteren ze dat één effect statistisch significant is terwijl het andere effect dat nÃet is. Hoewel deze bewering in eerste instantie overtuigend kan overkomen, betreft het een fout argument omdat het verschil tussen 'significant' en 'niet significant' niet per se zelf significant is.

Significantie
Met statistische significantie (uitgedrukt in een p-waarde op een schaal van 0 tot 1) wordt bedoeld dat een resultaat waarschijnlijk niet op toeval berust. Als p
Alarmbellen

Nieuwenhuis en collegaâs ontdekten dat in de cognitieve neurowetenschappen deze statistische fout minstens zo vaak voorkomt als de correcte procedure, ook in toptijdschriften als Nature en Science. In deze tijdschriften zijn dus studies gepubliceerd waarvan één van de hoofdconclusies gebaseerd is op een foute statistische procedure. In de basale neurowetenchappen komt de fout nog veel vaker voor, bleek uit het literatuuronderzoek. In een eerdere publicatie is betoogd dat de fout ook in de sociale wetenschappen veel te vaak wordt gemaakt (Gelman & Stern, 2006, American Statistician). Nieuwenhuis en collegaâs hopen dat hun publicatie alarmbellen doet rinkelen bij onderzoekers en reviewers.

Nieuwenhuis, S., Forstmann, B.U., & Wagenmakers, E.-J. (2011). Erroneous analyses of interactions in neuroscience: A problem of significance. 1105-1107

Europese subsidie

Dr. Sander Nieuwenhuis is als cognitief psycholoog verbonden aan het Leiden Institute for Brain and Cognition (LIBC) en aan de Faculteit Sociale Wetenschappen. Hij ontving in juli 2011 een Starting Investigator Grant van de European Research Council om onderzoek te doen naar het effect van de neurotransmitter noradrenaline op de hersenen.