Rijksoverheid
Speech minister Van Bijsterveldt bij opening MBO jaar op Albeda College, 22
augustus 2011, Rotterdam
Toespraak | 22-08-2011
(alleen het gesproken woord geldt)
Geachte leden van de Raad van Toezicht,
geachte leden van het College van Bestuur en leden van de
studentenraad,
beste docenten, ondersteunend personeel, managers, studenten en
anderen,
Wat mooi om jullie hier allemaal aan het begin van het nieuwe
schooljaar te zien.
Sommigen van jullie weten misschien dat ik zelf mijn opleiding heb
gevolgd hier in Rotterdam, bij een van de voorlopers van het Albeda, op
een paar kilometer hiervandaan.
Ik was achttien toen ik aan mijn opleiding verpleegkunde begon.
Als verpleegkundige heb ik geleerd hoe belangrijk het is om dienstbaar
te zijn.
Om af te maken waar je aan begint.
En om oog te hebben voor de mensen om wie het gaat.
Het zijn kwaliteiten waarvan ik zie dat ze ook in het onderwijs van
groot belang zijn. En daar sta ik vandaag graag met u bij stil.
We hebben roerige zomermaanden achter de rug,
met gebeurtenissen dichtbij en verder weg, die ons allemaal op de een
of andere manier raken.
Ik noem het drama in Noorwegen. De crisis rond de euro. De
gebeurtenissen in Londen.
Alle van een andere orde, maar alledrie zijn het gebeurtenissen die
vragen oproepen, en onzekerheid.
Die ons dwingen om na te denken over hoe we de samenleving met elkaar
in willen richten. Hoe we de toekomst zien.
En welke rol en taak we daar voor onszelf in zien.
Ook uw stad, Rotterdam, waar werk en welvaart zo nauw samenhangen, komt
deze opgave tegen.
Wat staan we voor?
Wat hebben we in huis?
Hoe zetten we woorden om in daden?
We staan met elkaar voor een grote opgave.
Dit kabinet gelooft in een overheid die alleen dát doet wat zij moet
doen. We geloven in een samenleving waarin de gelijkwaardigheid van
alle mensen centraal staat.
Niet je afkomst, maar je toekomst telt.
Je wordt niet beoordeeld op je geloof, maar op je gedrag.
En niet als groep, maar als individu.
Als kabinet zijn we réalistisch over de grote problemen van vandaag, en
óptimistisch over de kansen van morgen.
Nederland behoort tot de top tien van de meest welvarende en
concurrerende economieën ter wereld. Onze welvaart danken we voor een
groot deel aan vakmensen met specialistische kennis - mbo-ers dus. Zij
spelen een dragende rol in de kenniseconomie.
Toch gaat de grote opgave waar we met elkaar voor staan, niet alléén
over de economie, en niet alleen over de waarde van de euro.
Het gaat ook over ruimte voor ondernemerschap.
Over het lef om ongebaande paden te betreden.
En over kwaliteitsverbetering in de publieke sector.
Vandaag wil ik graag iets zeggen over hoe we het onderwijs beter kunnen
maken.
Goed onderwijs is een maatschappelijke opgave, waar we iederéén bij
nodig hebben. De komende jaren moet het hele onderwijs doordrenkt zijn
van het besef, dat `het beste uit jezelf halen' geen vrijblijvende
optie is, maar een verplichtende verantwoordelijkheid.
Wat betekent dat voor het MBO?
Begin dit jaar heb ik het actieplan `Focus op vakmanschap' opgesteld.
De kern daarvan is: goed initieel beroepsonderwijs, in een goede
georganiseerde school.
Voor heel veel jongeren, met name in een stad als Rotterdam, is het mbó
de plek waar ze hun talent het beste kunnen ontwikkelen. Op het mbo
leggen ze de basis voor de rest van hun leven. Die potentie moeten we
voeden. Juíst mbo-ers verdienen een ambitieuze aanpak.
We gaan daarom het onderwijs intensiveren, en opleidingen inkorten waar
dat kan zodat het mbo aantrekkelijker wordt. Door studenten uit te
dagen en te boeien halen we ze niet alleen de school binnen, maar
hóuden we ze daar ook.
We gaan studenten beter begeleiden bij hun loopbaanoriëntatie. We gaan
hogere eisen stellen aan de instroom bij mbo-2.
We gaan werken aan een betere aansluiting tussen de opleidingen die
gegeven worden en de vraag op de arbeidsmarkt. Tenslotte hebben we die
goed opgeleide mbo-ers op veel plaatsen in de samenleving straks
keihard nodig.
We gaan, kortom, toe naar een schoolcultuur van `verwachtingsvol
onderwijs'.
Dat vraagt om een stevige ambitieuze cultuur.
Om een schoolcultuur die ruimte biedt voor echte vaktalenten
en waarin kwetsbare leerlingen de aandacht krijgen die ze verdienen.
Een cultuur waarin het niet gaat om zoveel mogelijk studenten binnen te
halen, maar om zoveel mogelijk studenten straks op de juiste plek op de
arbeidsmarkt te krijgen. Niet de weg van de glossy folders en exotische
opleidingsnamen is daarvoor de route. Maar gewoon eerlijke voorlichting
over opleidingen waar je later mee aan de slag kunt op de arbeidsmarkt.
Een cultuur waarin docenten en instructeurs hun professionaliteit
invullen door studenten de ondersteuning te bieden waar ze behoefte aan
hebben: duidelijke structuur, voorspelbare roosters en gevarieerde
programma's met voldoende uitdaging.
Een cultuur, kortom, waar degelijkheid, doelgerichtheid en ambitie de
sleutelwoorden vormen.
Wat betekent deze maatschappelijke opgave van het onderwijs nu voor het
Albeda College?
Het Albeda College speelt een enorm belangrijke rol in het opleiden van
jongeren in de regio Rijnmond.
Van de 31.000 jongvolwassenen die hier wonen en mbo-onderwijs volgen,
leidt uw school er 40% op. Dat betekent, dat in de nabije toekomst de
economie hier voor een groot deel zal leunen op de prestaties van
docenten en studenten van het Albeda.
Wat betekent dat voor docenten en studenten?
Ik hoef u niet uit te leggen hoe belangrijk het vakmanschap van
docenten is. Docenten en instructeurs met up-to-date kennis, die op
school professionele ruimte krijgen én nemen. Die in teamverband de
volledige verantwoordelijkheid nemen voor een groep studenten. En die
zich, net als hun studenten, steeds verder ontwikkelen. U speelt een
cruciale rol.
Studenten op hun beurt, kunnen meer werk maken van hun opleiding. Een
vakopleiding vraagt om toewijding, om geven wat je hebt.
Op school kom je om te leren. Maar als mbo-er betéken je ook iets voor
je omgeving. Vraag je eens af waar en hoe je later werk denkt te
vinden. Verdiep je in waar deze stad behoefte aan heeft. En besef: met
een diploma kun je je bijdrage leveren, en daarmee investeer je
uiteindelijk in jezelf, in je eigen toekomst en in de toekomst van de
stad.
Ook de school is er niet alleen voor zichzelf.
Als Albeda College bent u een instituut, een gemeenschap die een enorm
belangrijke bijdrage levert aan de stad Rotterdam.
U doet dat onder meer door het aantal voortijdig schoolverlaters terug
te brengen. Sinds 2005-2006 heeft u als Albeda dat aantal teruggebracht
met 25%, en dat is knap. Want u werkt in een uitdagende omgeving hier
op Zuid.
Daar zeg ik wel meteen bij, dat de uitval op niveau 3 en 4 hoog is in
vergelijking met andere roc's, en bovendien minder afgenomen. Daar valt
voor nog wel wat winst te behalen.
Daar zijn leerlingen bij gebaat, omdat een startkwalificatie zoveel
betere toekomstkansen geeft. Maar ik zeg het ook vanwege het belang van
goede vakmensen voor de arbeidsmarkt, hier in de regio. Blijf dus
vooral samen met elkaar werken aan het terugdringen van verzuim en het
bestrijden van het `zomerlek' tussen vmbo en mbo.
Ik weet dat u al met al voor een pittige opgave staat.
Ik weet ook hoe hard er op het Albeda gewerkt wordt aan taal- en
rekenonderwijs. Hoe actief ingezet is op School-Ex. Ik ben blij dat het
Albeda College, samen met Zadkine, verder is gegaan met het Next Step
Programma, met allerlei voorlichtings-, matching- en
begeleidingsactiviteiten. Mbo-studenten zitten hierbij zelf aan de
knoppen en tegelijk kan school het hele proces op de voet volgen en
persoonlijk begeleiden. Het is een systeem dat de prioriteit bij
jongeren legt.
Ik weet hoezeer jullie je best doen om op koers te blijven en de juiste
doelen in het vizier te houden - jullie collegevoorzitter sprak daar
net mooi over.
Weten waar je voor staat, bezíeld zijn als school, is niet alleen nodig
om de identiteit van je gemeenschap vorm te geven.
Het is ook nodig, omdat je als school mede verantwoordelijkheid draagt
voor de toekomst van de stad.
Een belangrijk punt daarbij is, om samen met het regionale
bedrijfsleven te zorgen dat opleidingen goed aansluiten bij de
arbeidsmarkt.
Om met elkaar op tijd in beeld te hebben als er tekorten dreigen. En om
daar adequaat op te reageren.
Dit is geen hypothetische kwestie.
Ik vertel u niets nieuws als ik zeg dat er de komende jaren enorme
tekorten gaan ontstaan aan vakmensen.
In de zorg, maar met name ook in de sector techniek.
Uit onderzoek van het Researchcentrum Onderwijs Arbeidsmarkt (ROA,
Universiteit van Maastricht) weten we, dat er alleen al vanwege de
vergrijzing de komende jaren zo'n 150.000 arbeidsplaatsen vrijkomen
voor mbo-technici, 73.000 plaatsen voor technici op vmbo-niveau, zo'n
50.000 op hbo niveau en 15.000 op wo niveau.
Natuurlijk is de techniek conjunctuurgevoelig en kunnen aantallen
schommelen. Maar dit zijn echt behoorlijke aantallen, zeker als we ons
realiseren dat het aantal leerlingen dat kiest voor techniek in het
vmbo en mbo daalt.
We weten uit cijfers van de kenniscentra en Colo over stages en
leerbanen dat ook de regio Rijnmond vraagt om technici.
En u kunt zich wel voorstellen wat het uiteindelijk betekent, als dit
tekort niet wordt ingevuld. Want techniek is in Rotterdam overal.
In de haven.
In de chemische industrie.
In de ICT.
In de dienstverlening.
Sectoren waar Rotterdam om bekend staat, wereldwijd.
Waar u als stad trots op bent.
Op sommige plekken zitten instellingen en vakopleidingen al samen met
het regionale bedrijfsleven om tafel om vraag en aanbod op elkaar af te
stemmen. En er is al flink geïnvesteerd in opleidingen procestechniek
en installatietechniek. Maar er kan en moet meer gebeuren om jongeren
warm te laten lopen voor techniek. De afstemming onderwijs en
arbeidsmarkt moet weg uit de vrijblijvendheid.
Mbo-instellingen kunnen meer focus in hun technische opleidingen
aanbrengen.
Vakscholen kunnen een antwoord zijn. We werken op dit moment aan een
wettelijk kader waardoor nauwe samenwerking tussen vmbo en mbo
binnenkort mogelijk wordt.
We kunnen denken aan betere voorlichting, en begeleiding bij
beroepskeuze.
En we moeten stoppen met opleidingen die wel mensen trekken, maar geen
werk opleveren.
Bedrijven moeten hierin ook meer verantwoordelijkheid nemen. Veel
innovatiever worden om personeel voor hun sector te werven en behouden.
Want het onderwijs is er niet alleen voor het bedrijfsleven, het
bedrijfsleven is er ook voor het onderwijs.
Met name in de grote steden kiezen veel jongeren voor wat ik `witte
boorden'-opleidingen noem. Er is op zich niets mis met die opleidingen.
En er is in veel gevallen ook niets mis met die keuze.
Maar het gebeurt dat jongeren een verkeerde keuze maken omdat ze geen
realistisch beeld hebben van de alternatieven, die misschien wel veel
beter bij hen passen. Of omdat er geen realistisch beeld wordt
geschetst van het beroep dat ze tegemoet gaan.
Opleidingen dragen hier een belangrijke verantwoordelijkheid voor.
Jongeren en hun ouders zijn er ook verantwoordelijk voor dat ze zich
goed laten informeren.
Maar het bedrijfsleven is wat mij betreft mede verantwoordelijk voor
het beeld dat jongeren hebben van hun sector.
Niemand is erbij gebaat als jongeren beginnen aan een opleiding die
niet bij hen past of waarin straks geen werk te vinden is. Jongeren
zelf niet, de instelling niet en het bedrijfsleven niet. Het
Rotterdamse bedrijfsleven kan zichzélf vitaal houden, door jongeren
goed te informeren en voldoende stageplekken te bieden. Zodat jongeren
kunnen kiezen voor een vak dat toekomst heeft.
Want om hen gaat het.
Zij zijn de toekomst, de toekomst van ons allemaal.
En daarmee, dames en heren, rond ik af.
Ik heb gehoord dat er straks een optreden is van Adlicious.
Op YouTube zag ik dat de jury van X Factor op tafel stond van
enthousiasme tijdens hun performance van het nummer `Firework'.
Geweldig nummer! Katy Perry zal het niet speciaal voor het Albeda
geschreven hebben. Maar het mooie van muziek is dat je je er door mag
laten inspireren. En daarom sluit ik af met wat woorden uit dit liedje
- die zo beschouwd ook kunnen gelden voor jullie allemaal:
"You just gotta ignite the light
And let it shine
...
'Cause (baby) you're a firework
Come on show them what you're worth!"
Laat als Albeda College, als docent, als medewerker, manager en als
student zien wat je waard bent! En maak er dit schooljaar iets goeds
van met elkaar. Heel veel succes!