CDA
Omtzigt: Geef vrijwilliger plek in geefwet
donderdag 18 augustus 2011
Staatssecretaris Weekers heeft een brief over de geefwet naar de Tweede
Kamer gestuurd. De geefwet maakt het fiscaal aantrekkelijk om geld aan
goede doelen te schenken. Het woord vrijwilliger komt in die brief
echter niet voor, terwijl vrijwilligers toch de spil zijn van heel veel
verenigingen en andere goede doeleninstellingen. Nederland is zelfs
koploper in vrijwilligerswerk. Het ontbreken van de vrijwilligers in de
brief is zeer verbazingwekkend, stellen CDA woordvoerder Pieter Omtzigt
en Carola Schouten, woordvoerder van de Christen Unie. Bedrijven komen
in die brief wel uitgebreid aan bod, terwijl die juist maar een
beperkte bijdrage leveren.
Â
De Tweede Kamer is met de aangenomen motie Omtzigt/Schouten (CDA, CU)
heel helder geweest: in de geefwet horen vrijwilligers hun plaats te
krijgen. De wet moet niet alleen over groot geld gaan. Lokale
verenigingen, inclusief sportverenigingen, muziekverenigingen,
buurthuizen en scouting, moeten er een plek in krijgen. Al deze
verenigingen komen voort uit de samenleving zelf. Juist in deze lokale
initiatieven zit de grote kracht van Nederland. Daarom moeten juist die
initiatieven gesteund worden met de nieuwe geefwet.
Â
Bij de geefwet gaat het om instellingen en gezelschappen die een goede
doelenstatus moeten hebben. Omtzigt heeft over die benodigde status al
eerder aan de bel getrokken. Het noemt het zorgelijk dat de
belastingdienst middenin de zomer de goede doelenstatus van tientallen
harmonieën en fanfares intrekt. Professionele symfonieorkesten en
toneelgezelschappen houden die status wel. Dat betekent dat zij straks
met belastingvoordeel een nieuwe viool kunnen kopen, maar dat de tuba
van het amateurgezelschap wordt belast. Voor deze ongelijkheid is geen
enkele goede reden te bedenken.
Â
Omtzigt: âWij zien de geefwet als een unieke kans om zaken in één
keer goed te doen. Dus laten we de samenleving royaal de ruimte geven
en laat de overheid vooral dienend zijn aan de samenleving in plaats
van andersom, lokaal en nationaal.â