INLIA
Geen zicht op uitzetting naar Eritrea (12-08-11)
Eritrea-thumb
Op 25 juli 2011 heeft rechtbank Zwolle in een bewaringszaak uitgeproken
dat er geen zicht is op uitzetting naar Eritrea.
De betreffende Eritrese asielzoeker was reeds in maart 2011
gepresenteerd bij de Eritrese autoriteiten, maar sindsdien is geen
enkel bericht ontvangen van de presentatie, ondanks dat de DT&V een
aantal keren heeft gerappelleerd bij de Eritrese ambassade.
De rechtbank verwijst tevens naar een uitspraak van rechtbank Groningen
van 28 april 2011 waaruit blijkt dat in de periode van januari 2010 tot
april 2011 60 laissez-passers (lp's) zijn aangevraagd door de DT&V bij
de Eritrese ambasade, maar er geen enkele door hen is afgegeven. Omdat
er geen zicht op uitzetting is beveelt de rechtbank de opheffing van de
bewaring. Daarnaast kent de rechtbank een schadevergoeding toe aan
betrokkene.
Ook uit de vertrekinformatie die INLIA onlangs met een beroep op de Wet
Openbaarheid van Bestuur (Wob) verkreeg, blijkt dat gedwongen terugkeer
alleen mogelijk is als er een geldig reisdocument voorhanden is.
Indien Eritrese asielzoekers dus niet beschikken over een geldig
reisdocument dan kunnen zij niet uitgezet worden naar Eritrea, en is
er 'geen zicht op uitzetting' die bewaring zou kunnen rechtvaardigen.
Klik hier voor de volledige uitspraak van rechtbank Zwolle
Klik hier voor de vertrekinformatie van de DT&V over Eritrea
Zie het origineel