VU medisch centrum
Mini-kweekkamer moet embryo's optimale start geven
10 augustus 2011
Binnen vijf jaar heeft de IVF-afdeling van VUmc een kweekkamertje ter
grootte van een luciferdoos, waarin eicellen samen met spermatozoa
onder ideale omstandigheden kunnen uitgroeien tot embryo's van acht
cellen, voorspelt Nils Lambalk. Tenminste, als het onderzoek van hem en
zijn collega's positief uitpakt. Bij muizen werkt het inmiddels
uitstekend; nu wordt gekeken hoe menselijke embryo's reageren.
Foto: Jean-Pierre Jans Het idee om een speciale mini-kweekkamer met een
microfluidische chip te ontwikkelen komt uit Enschede. Universitair
docent Séverine Le Gac, verbonden aan de BIOS Lab-on-a-chip groep van
Universiteit Twente, wilde dit ontwikkelen om embryo's te kweken in een
zeer compacte en controleerbare omgeving. Bovendien zou dit meer lijken
op de natuurlijke situatie, waarbij vloeistofstromen kunnen worden
nagebootst. Ze startte vier jaar geleden met muizenembryo's in
samenwerking met het Max Planck Institut in Münster, Duitsland. Nu is
de mini kweekkamer zover dat het vervolgonderzoek met menselijke
embryo's kan beginnen.
Prijswinnend idee
Daarvoor zocht Le Gac contact met VUmc, dat immers op IVF-gebied een
uitstekende reputatie heeft. Gynaecoloog Nils Lambalk, de klinisch
embryologen Carlijn Vergouw en Hanna Kostelijk en klinisch
embryoloog-in-opleiding Dorit Kieslinger pakten de uitdaging op. Het
project wordt financieel ondersteund door Merck Serono, dat de
wetenschappers onlangs de Grant for Fertility Innovation heeft
toegekend. Het farmaceutisch bedrijf koos dit onderzoek samen met nog
vier anderen uit 55 aanvragen uit 14 landen en schonk een bedrag van
200.000 euro voor verdere ontwikkeling van de mini-kweekkamer.
Sinds de eerste IVF-baby in 1978 werd geboren, is de methode om een
embryo op te kweken in de kern niet veranderd. "Eicellen waarbij
spermacellen zijn gevoegd gaan in kweekmedium in een petrischaaltje in
de broedstoof. Daar groeit het in het donker, bij een temperatuur van
37ºC binnen drie dagen uit tot een achtcellig embryo, dat in de
baarmoeder kan worden geplaatst", vertelt Lambalk. "Vooral het
kweekmedium is door de jaren heen verbeterd."
Eigen doosje
Het nadeel van de huidige werkwijze is, dat het embryo regelmatig uit
de broedstoof moet worden gehaald om de groei te controleren. "We weten
dat een embryo slecht tegen temperatuurveranderingen kan en ook
daglicht is schadelijk. Toch moeten we de petrischaal uit de broedstoof
halen om onder de microscoop te kijken of de embryo's zich goed
ontwikkelen."
In een mini-kweekkamer kan het embryo onder constante en ideale
omstandigheden groeien. "De kweekkamer heeft een inhoud van niet meer
dan een paar honderd nanoliter. Deze kamer is verbonden met twee
microscopisch kleine reservoirs: een met vers kweekmedium en een met
het gebruikte kweekmedium, waarin de afvalstoffen zitten die het embryo
heeft geproduceerd. De kweekkamer bevat onder meer zuurstofsensoren",
legt Lambalk uit.
Uiteindelijk wil het onderzoeksteam de mini-kweekkamer met chip
uitbreiden tot tien kweekkamertjes, zodat alle bevruchte eitjes voor
één IVF behandeling van een vrouw bij elkaar in een 'doosje' zitten.
"Daarmee hopen we de kwaliteit van het embryo en daarmee de kans op een
succesvolle zwangerschap, nog verder te verbeteren."
Monique Krinkels
bron: Tracer