Rechtbank Haarlem


Veroordeling kinderpornografie

Haarlem , 11-8-2011

De rechtbank Haarlem heeft op 11 augustus 2011 een 20-jarige man veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf waarvan 15 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar voor het verleiden van minderjarige jongens om voor de webcam ontuchtige handelingen te plegen en voor het downloaden en in bezit hebben van kinderpornografie.

De rechtbank stelt in het vonnis vast dat verdachte op zijn computer een groot aantal bestanden met kinderpornografisch beeldmateriaal heeft gedownload en bewaard. Ook voor de aanwezigheid van 2 afbeeldingen van zeer jonge kinderen houdt de rechtbank verdachte verantwoordelijk. Ook al moeten deze afbeeldingen volgens verdachte als bijvangst gezien worden, ze zijn wel door verdachte gedownload en niet direct verwijderd, maar ook opgeslagen.

Daarnaast heeft verdachte een aantal minderjarige jongens bewogen voor de webcam ontuchtige handelingen te verrichten door zich in chatsessies en voor die webcam als meisje voor te doen. Dit betrof onder meer het laten zien van hun penis en hen vervolgens te laten masturberen. Ook die beelden sloeg hij op. Bij een aantal minderjarige jongens is het bij een poging gebleven, deze hebben zich niet tot die ontuchtige handelingen laten verleiden. Het verweer van de raadsman dat er geen sprake is geweest van een strafbare poging, is door de rechtbank verworpen. Er is immers een begin van uitvoering geweest. Een aantal van de benaderde jongens speelde in een door verdachte getraind jeugdelftal.

De rechtbank veroordeelt verdachte, conform de eis van de officier van justitie, voor deze feiten tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 15 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar. De rechtbank heeft daarbij meegewogen dat verdachte een first offender is en gelet op het rapport van de psycholoog licht verminderd toerekeningsvatbaar is. Anderzijds lopen slachtoffers van kinderporno doorgaans veel psychische schade op, die jaren later nog diepe sporen achterlaat. Er worden verdachte ook bijzondere voorwaarden opgelegd. Verdachte zal zich eerst klinisch en vervolgens ambulant moeten laten behandelen, omdat verdachte de grote druk die na detentie op hem zal worden uitgeoefend, niet zal kunnen hanteren. Verder moet verdachte zich in de proeftijd onthouden van hulpverlening aan of begeleiding van minderjarigen. Tevens moet hij worden begeleid door de reclassering.

De rechtbank heeft bij de opgelegde straf geen rekening gehouden met de publiciteit die deze strafzaak met zich mee heeft gebracht. Verdachte heeft naar eigen zeggen ongeveer 2 jaar lang in brede kring geopereerd en nam door zijn functie als jeugdtrainer ook het risico dat er forse publiciteit zou ontstaan. Daaraan doet niet af dat ongeveer in dezelfde tijd de Amsterdamse zedenzaak speelde.

Uitspraken:BR4793

Zie het origineel