Halfjaarcijfers SNCU 2011
Persbericht van Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten
01 augustus 2011
Resultaten op voorlichting, handhaving en prognose 2011
Er is in het 1e halfjaar een stijgende lijn zichtbaar in het aantal
vragen en klachten dat bij de SNCU binnenkomt. Mede op basis daarvan,
het in uitvoering nemen van het risicoanalysemodel en de resultaten in
het 1e halfjaar wordt verwacht dat er in 2011 onder gelijkblijvende
omstandigheden meer onderzoeken zullen worden gestart dan verwacht.
Opvallend is ook de toename van het aandeel vragen van advocaten en
accountantskantoren. Ander opvallend aspect is de doorzettende stijging
in het percentage uitzendbureaus wat haar medewerking aan het onderzoek
verleent.
Naast het houden van toezicht op naleving van de uitzend CAO's, is voor
de SNCU een grote rol weggelegd om voorlichting te geven. Uit de
cijfers blijkt dat men de SNCU steeds beter weet te vinden. Er is een
stijging zichtbaar van het aantal vragen en gemelde klachten.
In het eerste halfjaar zijn in totaal 1570 vragen beantwoord. Als deze
ontwikkeling zich doorzet, komt het aantal vragen voor heel 2011 uit op
meer dan 3100. De meeste vragen die gesteld worden gaan over
looncomponenten. Het aantal vragen afkomstig van Poolse
arbeidsmigranten blijft onverminderd hoog. Wel is het aandeel van de
Poolse vragen in verhouding tot het totaal afgenomen, van 80% in 2010
naar 65 % in het 1e halfjaar van 2011. Dit komt door een toename van
het aantal vragen afkomstig van commerciële dienstverleners, zoals
advocaten,- accountants- en administratiekantoren.
Er zijn in het 1e halfjaar 568 klachten ontvangen, op jaarbasis is dit
1136. In 2010 was dit 1025 en in 2009 835. Nog steeds is de meerderheid
van de klachten afkomstig van Poolse arbeidsmigranten (77%). Meer dan
50% van de door hun gemelde klachten betreft looncomponenten. Bij de
Nederlandse melders klaagt 52% over nakoming van pensioenverplichtingen
door de werkgever.
Op basis van de resultaten in het eerste halfjaar 2011 is de
verwachting dat in 2011 400 onderzoeken worden gestart. Dit is een
toename ten opzichte van vorig jaar, waarin in totaal 280 onderzoeken
zijn gestart. Opvallend is ook de toename van het meewerken van
uitzendbureaus aan de SNCU onderzoeken. 80% van de uitzendbureaus
verleent haar medewerking en stuurt de opgevraagde gegevens naar de
SNCU. In 2010 was dit 71% en in 2009 63%. Bij 70% van de dossiers
waarvoor gegevens zijn aangeleverd blijkt dat er CAO overtredingen
zijn. Bij deze ondernemingen besluit de SNCU om controle ter plaatse te
verrichten. Dit jaar verwacht de SNCU 60% meer controles ter plaatse te
verrichten ten opzichte van het jaar 2010. Uitzendbureaus die geen
medewerking verlenen aan het onderzoek, worden via de rechter gedwongen
dat alsnog te doen en moeten EUR 100.000 schadevergoeding aan de SNCU
betalen. Ook worden zij gemeld bij de SNA, als zij in het register
staan ingeschreven, met de mogelijke consequentie dat de SNA ze uit het
register verwijdert.
Met ingang van 2011 hanteert de SNCU haar risicoanalysemodel. Dit
betekent dat er niet alleen naar aanleiding van ontvangen klachten
wordt opgetreden, maar ook naar aanleiding van de uitkomsten uit het
risicoanalysemodel. De cijfers over het 1e halfjaar laten zien dat
effectiviteit van de onderzoeken is toegenomen. Het gemiddeld
vastgesteld benadelingsbedrag van de uitzendkrachten, per uitzendbureau
is met 40% toegenomen naar
EUR 174.301. De verwachting is dat het totaal bedrag aan vastgestelde
benadeling in 2011 uitkomt op EUR 6.000.000. De SNCU geeft overigens de
uitzendondernemingen altijd de kans om de overtreding te herstellen.
Het aantal zaken dat bij de advocaat in behandeling is, is eind 1e
halfjaar 2011 155. Er zijn in deze periode 14 vonnissen gewezen (zie
www.sncu.nl).
De SNCU ziet samenwerking als een belangrijk middel om tot een steeds
effectievere en efficiëntere voorlichting en aanpak van misstanden te
komen. In het 1e halfjaar 2011 is daartoe de samenwerking met het
pensioenfonds StiPP geïntensiveerd. Inmiddels worden de eerste
financiële resultaten door StiPP geboekt. Daarnaast zijn
samenwerkingsconvenanten gesloten met de Stichting Normering
Arbeid(SNA) en het Technisch Bureau Bouwnijverheid (TBB). De
samenwerking met SNA heeft in het 1e halfjaar tot de start van
CAO-onderzoeken geleid. Met het TBB en de FNV zijn acties gestart in
het Eemshavengebied. Er is een samenwerking aangegaan met het CNV in
relatie tot handhaving in het Beroepsgoederenvervoer. Ook zijn er
voorbereidingen getroffen voor het tekenen van een
samenwerkingsconvenant met het Expertisecentrum Mensenhandel en
Mensensmokkel (EMM) in juli 2011. Al in het 1e halfjaar hebben
meldingen die bij de SNCU zijn binnengekomen bij EMM aanleiding gegeven
te beoordelen of strafrechtelijke onderzoeken zouden kunnen worden
gestart tegen de bestuurders van deze uitzendbureaus. Voorts is er
regelmatig contact met de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, de
Arbeidsinspectie, de VROM-inspectie, RCF Noord-Holland Kenniscentrum
Handhaving, het Ministerie van Sociale Zaken en de Gemeenten Bergen op
Zoom, Den Haag, Rotterdam en Vlaardingen. Dit zijn vooral contacten op
uitvoeringsniveau. De SNCU heeft in het 1e kwartaal input geleverd aan
de onderzoekscommissie van de 2e Kamer naar recente lessen uit
arbeidsmigratie (LURA). Tevens is de SNCU als organisatie opgenomen in
de maatregelenbrief van Minister Kamp met betrekking tot sociale
vraagstukken rondom arbeidsmigranten. Tot slot is actief de
samenwerking gezocht met serviceorganisaties die ondersteunende
diensten verlenen aan arbeidsmigranten die in Nederland als
uitzendkrachten werkzaam zijn.
De samenwerkingsverbanden hebben een positieve invloed op het aantal
onderzoeken dat is gestart. De eerste resultaten bevestigen dat.
Links:
http://www.sncu.nl
Razende Robot Reporter