Ingezonden persbericht
PERSBERICHT STICHTING DE NOORDZEE
Duurzaam beheer visbestanden werpt vruchten af
De biologen van ICES (Raad voor Onderzoek van de Zee) presenteerden
vandaag de nieuwste gegevens over de visbestanden in de Noordzee.
Stichting De Noordzee is blij dat de lange termijn beheerplannen effectief
lijken: de voor Nederland belangrijke bestanden van tong, schol en haring
floreren in de Noordzee. Er is nog nooit zoveel schol gesignaleerd sinds
1950. Ook de haringstand is in heel goede staat.
Dit goede nieuws lijkt het resultaat van de lange termijn beheerplannen
voor deze soorten. Deze plannen zijn opgesteld per soort, waarbij de quota
worden aangepast tot de visbestanden binnen veilige biologische grenzen
zijn. Deze aanpassingen mogen maximaal 15% fluctueren. Omdat bij een
verhoogde visstand nu niet meteen weer alles wordt weggevist, krijgt een
bestand de kans om aan te groeien.
Voor de vissers is dit heel gunstig. Met minder inspanning kunnen ze meer
vis uit de zee halen. Dat spaart veel diesel en tijd. Ook voor de natuur
is het gunstig: door de lagere inspanning hoeft er veel minder oppervlakte
van de zeebodem te worden omgewoeld. Hopelijk krijgen beschermde gebieden
op zee op deze manier ook meer draagvlak: het is niet meer nodig overal te
vissen.
Het advies van ICES ziet er dit jaar heel anders uit. In aanvulling op de
complexe tabellen en grafieken is een stoplicht-tabel toegevoegd. Zo is
meteen te zien of een visbestand op de goede weg is. Het is wel belangrijk
de groene kleur van dit systeem niet te verwarren met het groen van de
VISwijzer waarbij naar het gehele ecosysteem wordt gekeken.
Hoewel de bestanden in goede staat zijn, zullen niet alle tong en schol op
de VISwijzer in het groen komen. "Het merendeel van deze soorten wordt nog
met niet duurzame technieken gevangen. Vooral de boomkorvisserij is verre
van duurzaam te noemen," aldus Christien Absil van Stichting De Noordzee,
de initiatiefnemer van de VISwijzer. "De bijvangst bij de tong- en
scholvisserij is nog steeds enorm. Ook veroorzaakt de boomkor schade aan
de zeebodem. De vissers zijn gelukkig wel bezig met het zoeken naar
visserijtechnieken die minder milieuschade hebben."
Helaas gaat het met een aantal andere vissoorten in de Noordzee nog steeds
niet goed. Kabeljauw is nog steeds ernstig overbevist. Het
herstelprogramma werkt niet goed omdat er nog steeds teveel jonge
kabeljauw wordt bijgevangen. Dit jaar is het advies van het
herstelprogramma om de TAC (Total Allowable Catch) met 1% te verlagen. Om
het bestand zo snel mogelijk weer binnen veilige grenzen te krijgen zou de
vangst volledig stopgezet moeten worden.
Van veel andere commerciële soorten is er te weinig bekend. Voor
Nederlandse vissers zijn ook tarbot, griet, tongschar, poon en mul
belangrijke soorten. Daarvan heeft de ICES te weinig gegevens om een
advies te kunnen geven. De biologen hebben al veel data, maar hebben
visserijgegevens nodig om duidelijke referentiepunten te bepalen. Het is
de verantwoordelijkheid van de nationale overheid om die gegevens te
verzamelen.
In de overige Europese wateren is het in het algemeen slechter gesteld dan
in de Noordzee. Ongeveer 60% van de bestanden van de Europese Unie zijn
nog steeds niet binnen de veilige biologische grenzen en 30-40% van de EU
vloot zal op lange termijn geen winstgevende omzet meer kunnen boeken. Het
is dus zeer belangrijk dat de adviezen van ICES worden opgevolgd. Alleen
in de Noorse wateren zijn relatief weinig problemen. De Noren hebben een
eigen visserijbeleid, met strikte regels zoals een teruggooiverbod. Recent
Brits wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat dit teruggooiverbod
heel effectief is geweest bij het herstel van de visbestanden in
Noorwegen.
---- einde bericht ----