Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Jaarbericht 2010 Nationale Drug Monitor
Een op de drie cannabisgebruikers blowt (bijna) dagelijks

Utrecht/Den Haag, 30 juni 2011. Het cannabisgebruik onder jongeren en scholieren daalt, maar de hulpvraag bij de verslavingszorg blijft stijgen. Dit blijkt uit het Jaarbericht 2010 van de Nationale Drug Monitor. De toename van de hulpvraag en het aantal incidenten met GHB wijzen op een groeiende populariteit van dit middel. In de algemene bevolking had 0,4 procent het afgelopen jaar GHB gebruikt. Daarmee is GHB net zo populair als amfetamine, maar minder dan ecstasy, dat drie keer zoveel gebruikt wordt en waarvan het gebruik in Nederland hoger is dan het Europese gemiddelde. Verder blijkt uit het Jaarbericht dat bij politie en justitie het aandeel geregistreerde harddrugsdelicten daalt en dat softdrugsdelic-ten relatief vaker voorkomen.

Cannabis: daling onder scholieren, toename hulpvraag De daling in het percentage actuele cannabisgebruikers onder scholieren van het reguliere voortgezet onderwijs tussen 1996 en 2007, zette zich in 2009 voort. In dit jaar was vijf procent van de 12-16 jarige scholieren een cannabisgebruiker, ongeacht het schoolniveau. In de algemene bevolking heeft een op de vier Nederlanders ervaring met blowen. Een op de vijfentwintig gebruikt cannabis; van deze groep blowt 30 procent (bijna) dagelijks. Omgerekend naar de bevolking zijn dat 141 duizend mensen tussen 15 en 64 jaar. Het aantal cannabiscliënten in de verslavingszorg blijft toenemen: van 3 534 in 2000 naar 8 863 in 2009. In algemene ziekenhuizen zijn in 2009 ruim 500 opnames geregistreerd waarbij cannabisgebruik een rol speelde; in een op de vijf gevallen waren psychosen de aanleiding voor opname.

GHB: toename gezondheidsincidenten
In 2009 had 1,3 procent van de bevolking van 15 tot en met 64 jaar ervaring met GHB en 0,4 procent heeft het middel het afgelopen jaar gebruikt. Het aantal actuele GHB-gebruikers is naar schatting 22 000, evenveel als het aantal gebruikers van amfetamine. Omdat GHB lastig te doseren is, is het risico op een overdosering groot, vaak met bewustzijnsverlies tot gevolg. Volgens de Monitor Drugs Incidenten speelde GHB in 2010 bij een op de vijf geregistreerde drugsincidenten een rol, al dan niet samen met alcohol of andere drugs. In bijna de helft van de gevallen was opname in een ziekenhuis nodig.

Ecstasy: percentage gebruikers in hoogste regionen van EU In 2009 had 1,4 procent van de Nederlanders van 15 tot en met 64 jaar in het afgelopen jaar ecstasy gebruikt. Het percentage recente gebruikers ligt daarmee boven het Europese gemiddelde van 0,8 procent. Hogere percentages gebruikers worden gevonden onder uitgaande jongeren en jongvolwassenen, voor wie ecstasy na cannabis de meest populaire illegale drug blijft. Desondanks blijft de hulpvraag bij de verslavingszorg beperkt; minder dan één procent van alle drugscliënten heeft een primair ecstasyprobleem. De lage prijs van ecstasypillen en toename van de gemiddelde concentratie actieve stof (MDMA) in 2010 wijzen op een ruime beschikbaarheid van grondstoffen voor de ecstasyproductie, na een dip in 2009.

Alcohol: opnieuw toename ziekenhuisopnames onder jongeren In 2009 stonden 34 646 mensen met een primair alcoholprobleem ingeschreven bij de verslavingszorg, evenveel als in 2007 en 2008, maar 40 procent hoger dan in 2002. De toename was relatief het grootst onder 55-plussers. In 2009 viel bijna een kwart van de alcoholcliënten in deze leeftijdsgroep. Algemene ziekenhuizen registreerden in dit jaar 5 908 opnames vanwege alcoholproblematiek als hoofddiagnose en 12 459 als nevendiagnose. Dit is minder dan in 2009. Onder jongeren van 16 jaar of jonger bleef het aantal alcoholgerelateerde opnames (hoofd- en nevendiagnoses) onverminderd stijgen: 887 opnames in 2009. Dat is een toename van 25 procent vergeleken met 2008.

Georganiseerde criminaliteit gedomineerd door drugs De Nationale Drug Monitor biedt ook jaarlijks een overzicht van delicten tegen de Opiumwet (drugssmokkel, productie, handel en bezit) die bij politie en justitie zijn binnengekomen en afgehandeld. In 2009 had, evenals in voorgaande jaren, de meerderheid van de onderzoeken naar meer ernstige vormen van georganiseerde criminaliteit te maken met drugs. Bij de harddrugs gaat het vooral om cocaïne, gevolgd door synthetische drugs en heroïne.

Steeds meer softdrugsdelicten
Binnen de Opiumwetdelicten die bij politie, Openbaar Ministerie en rechter worden geregistreerd daalt het aantal harddrugsdelicten en stijgt het aantal softdrugsdelicten. Van de gevangenispopulatie bestaat 22 procent uit Opiumwetdelicten. Dit is nagenoeg gelijk aan het aandeel in de jaren ervoor. Alleen het aantal geweldsdelicten is hoger.

De Nationale Drug Monitor (NDM) is in 1999 opgericht door de minister van VWS. De jaarberichten worden samengesteld door het Trimbos-instituut en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie. De monitor bundelt jaarlijks de informatie van in Nederland lopende onderzoeken (peilingen, registraties) over gebruik van drugs, alcohol en tabak. Het Trimbos-instituut verzorgt het secretariaat van de monitor.
---

Nationale Drug Monitor Jaarbericht 2010. Uitgave Trimbos-instituut, 2011. Artikelnummer AF1036. Alle informatie is te vinden op www.trimbos.nl.

De PDF is direct te downloaden via de volgende link: http://www.trimbos.nl/webwinkel/productoverzicht-webwinkel/feiten---cijfers---beleid/af/~/media/files/inkijkexemplaren/af1063%20nationale%20drug%20monitor%20jaarbericht%202010_web.ashx


---