VU medisch centrum


Onderweg naar morgen: Hester Blufpand ontmaskert kwaadaardige medicijnen

30 juni 2011

"Kennis maakt ons beter", luidt de missie van VUmc en het succes van wetenschappelijk onderzoek laat zien dat we daar hard aan werken. Maar wat doen onze onderzoekers nu eigenlijk precies en wat kan dat in de toekomst voor patiënten betekenen? Dit keer Hester Blufpand die het nadelig effect van bepaalde kankergeneesmiddelen onderzoekt.

Foto: Jean Pierre Jans Per jaar wordt in Nederland bij zo'n vijf- tot zeshonderd kinderen kanker vastgesteld. Vaak is de prognose goed. Dankzij verbeterde behandeling blijven steeds meer kinderen leven. Maar de gebruikte medicijnen hebben vaak een verwoestend effect op lichaamsfuncties. Arts-onderzoeker Hester Blufpand kwam daar mee in aanraking toen ze op de afdeling kinderoncologie ging werken. Het zette haar op het spoor van haar promotieonderzoek. "Tweederde van de kinderen die voor kanker zijn behandeld, hebben een chronische ziekte. Bij een kwart is die ziekte zelfs levensbedreigend of invaliderend. Vaak zien we nierproblemen ontstaan. Er zijn namelijk kankergeneesmiddelen die de nierfunctie ernstig kunnen beschadigen. Dat is natuurlijk riskant. Dan is een kind kanker te boven gekomen maar moet het wel leven met een nierziekte en alle complicaties van dien. Dat willen we toch niet? Daarom zoek ik uit hoe we tijdig kunnen weten of de nierfunctie gevaar loopt. Dan kunnen we namelijk de behandeling aanpassen en die schade zoveel mogelijk beperken."

Nieuwe biomarker
Dat klinkt simpeler dan het is. De biomarker die doorgaans wordt gebruikt om de nierfunctie bij volwassenen te bepalen, kreatinine, geeft geen zuivere resultaten bij kinderen met kanker, omdat zij als gevolg van hun ziekte een verminderde spiermassa hebben. Een deel van Hesters onderzoek is daarom onder andere gericht op het uittesten van een relatief nieuwe biomarker, cystatine C, bij kinderen met kanker. Deze zou betrouwbaarder informatie moeten geven over de nierfunctie. Hester test de marker uit onder zowel een groep kinderen die nu in behandeling is, als onder een groep jongvolwassen die kanker hebben overleefd.

Genezen van kinderkanker, maar later nierpatiënt. Dat willen we toch niet?

"Als blijkt dat het een bruikbare marker is kunnen we potentiële nierpatiënten tijdig opsporen. We krijgen dan meer zicht op het nadelig effect van bepaalde kankergeneesmiddelen en kunnen de behandeling aanpassen door andere middelen te geven of de dosering te veranderen. Ook kun je de nieren tijdens behandeling ondersteunen, om ze minder te belasten. Dus door tijdige signalering én aangepaste behandeling denken we de kinderen veel betere vooruitzichten te kunnen geven. Het is natuurlijk geweldig hoeveel vooruitgang er is geboekt met de behandeling van kanker, maar het gaat ook om de kwaliteit van leven daarná!"

Marianne Meijerink
bron: Tracer