Ingezonden persbericht


Persbericht

Diemen, 29 juni 2011

Doorwerken na pensioenleeftijd maar wel voor extra beloning

Veel werknemers in Nederland hebben geen moeite om straks na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd nog langer door te werken. Zo'n 32 procent ziet doorwerken wel zitten, maar met een extra financiële prikkel schiet de animo nog verder omhoog naar 45 procent.

Dit is een opvallende uitkomst uit de Randstad Werkmonitor, die door Blauw Research is uitgevoerd onder 810 werkenden in loondienst. De vrij grote animo voor doorwerken kwam naar voren op de vraag of een extra financiële prikkel (bijvoorbeeld 5 procent meer verdienen) de werkenden zou kunnen overhalen om nog twee jaar langer te werken. Deze opvallend grote animo is een interessant gegeven in het licht van de aanzwellende vergrijzing. Doorwerken kan een dempend effect hebben op de vergrijzing, die er vooralsnog voor zorgt dat bedrijven op termijn veel ervaring gaan missen doordat oudere medewerkers vertrekken.

Voor algemeen directeur Randstad Nederland Chris Heutink wordt daarmee duidelijk dat de discussie over langer doorwerken na de pensioenleeftijd lang niet zo scherp ligt als wel eens wordt gedacht. 'Werkenden zien het wel als een extra inspanning, maar blijken wel degelijk gemotiveerd te kunnen worden. Geld vergoedt veel, maar blijkt ook hier niet de primaire motivator zo blijkt uit dit onderzoek; ik vermoed dat ook een interessante of uitdagende invulling van deze twee extra arbeidsjaren veel kan doen voor de 'doorwerkers'.'

Hogere eisen, maar geen scholing en training

Uit de Werkmonitor kwam ook naar voren dat werkenden ervaren dat in ons land een veldslag om talent wordt geleverd. Veertig procent van de organisaties waarin zij werken, heeft moeite om de juiste mensen te vinden. Tegelijk voelen veel werknemers dat er steeds hogere eisen aan hun functie worden gesteld; velen van hen vinden dat zij in hun organisatie niet de trainings- en scholingskansen krijgen om daaraan te voldoen.

Deze onbalans zet zich verder door in het niveau van functioneren. Daar is zichtbaar dat een belangrijk deel van de werkenden zich over- dan wel ondergekwalificeerd voelt. Eén op de drie werknemers zou graag een functie met meer verantwoordelijkheid hebben. Opmerkelijker is nog dat maar liefst een kwart van de werknemers juist van mening is dat de huidige job eigenlijk te hoog gegrepen is.

Bijna de helft van de werknemers vindt dat er op werkgebied steeds hogere eisen aan hen worden gesteld. Zes op de tien werknemers die dit vinden, hebben juist daarom een sterke behoefte aan scholing en training. Helaas krijgt ruim een derde van deze werknemers binnen hun organisatie niet de gewenste mogelijkheden voor scholing en training. Zij geven ook aan dat er binnen hun organisatie niet veel aandacht is voor werkgerelateerde ontwikkeling.

Moeite doen voor gekwalificeerd personeel

Met name werkenden in de techniek (productie/industrie) zien dat hun baas veel moeite moet doen om goed gekwalificeerd personeel binnen te halen en te behouden. Maar liefst 61 procent vindt niet dat zijn organisatie goed in staat is medewerker met de juist kwalificaties binnen te halen. Eén op de drie werknemers ziet daarbij ook goed presterend personeel weggaan. Als daarbij de effecten van de vergrijzing worden opgeteld, dan wordt het probleem van deze organisaties alleen maar groter.

Mobiliteitsindex stagneert

Er is een eind gekomen aan de periode van bijna een jaar van gestage stijging van de Randstad Mobiliteitsindex. De stagnatie komt doordat werknemers (vooral laagopgeleiden) minder vertrouwen hebben in hun kansen op de arbeidsmarkt. Ook de kans op ontslag lijkt weer groter ingeschat te worden.