Vrije Universiteit Amsterdam
29 JUNI 2011
Positief leefklimaat in gevangenissen doorslaggevend voor jonge gedetineerden
Effecten van gevangenisstraf op jongeren
In verhouding met andere West-Europese landen sluit Nederland relatief veel jongeren op in Justitiële Jeugdinrichtingen. Helpt opsluiting en wat werkt er dan? Jurist Peer van der Helm deed onderzoek naar de werking van het leefklimaat en hij ontdekte dat de omstandigheden binnen de muren soms bar slecht kunnen zijn voor de ontwikkeling van de jongeren. Het lijkt erop dat een dergelijk leefklimaat de jongeren doet verharden en dat ze er slechter uitkomen dan ze erin kwamen: first do no harm. Positieve resultaten kunnen juist worden bereikt als ervaren groepsleiders erin slagen het vertrouwen van jongeren te winnen en jongeren in hun problematiek te stabiliseren zodat ze rustiger worden, meer rekening houden met anderen en minder agressief gedrag vertonen. Van der Helm promoveert 5 juli aan de faculteit der Rechtsgeleerdheid van de VU.
Sociaal werkers behandelen jongeren in Justitiële Jeugdinrichtingen in leefgroepen van acht tot tien. Dit verblijf is kostbaar, naar schatting meer dan vijfhonderd euro per jongere per dag. Het belangrijkste doel van de behandeling is rehabilitatie: recidivevermindering. Het echter is de vraag of dit verblijf de jongere ten goede komt of dat ze er crimineler uitkomen. Voor beide zijn wetenschappelijke aanwijzingen. De publieke opinie is vaak negatief ('opsluiten en de sleutel weggooien'), maar is dit wel terecht? Moeten we de maatregelen van staatsecretaris Teeven toejuichen om strenger te straffen? Ook uit (internationaal) onderzoek blijkt dat strenger straffen niet werkt maar beter opvoeden wel.
'Geen sambal op je pindakaas'
Het slechte nieuws uit Van der Helms onderzoek is dat omstandigheden binnen de muren slecht kunnen zijn voor de ontwikkeling van de jongeren. Er is soms sprake van een repressief leefklimaat op de groep, waar jongeren zich schuldig maken aan agressie en geweld, drugsgebruik, zwakkeren afpersen, soms verkrachten, medewerkers bedreigen en aanvallen. Medewerkers kunnen hierop reageren door zelf ook door te slaan en onprofessioneel gedrag vertonen. Voorbeelden zijn het uitvaardigen van allerlei extra regels ('geen sambal op je pindakaas') die jongeren geen ruimte meer laten en die bij overtreding resulteren in opsluiting, het gebruiken van onnodig geweld tegen jongeren en ze te vernederen; 'ze moeten branden'. Jongeren vervelen zich vaak wekenlang, zijn depressief en wanhopig en voelen geen toekomstperspectief meer. Deze wapenwedloop kan al snel leiden tot een wederzijdse hel van wantrouwen en agressie.
Opvoeding in plaats van straf
Het goede nieuws is dat duidelijk wordt dat er 'iets' kan werken bij deze groep jongeren. In een meta-analyse laat Van der Helm samen met andere onderzoekers van de VU (Peter van der Laan) en UvA (Geert-Jan Stams) zien dat de resultaten van de behandeling positief kunnen zijn. Ervaren groepsleiders kunnen erin slagen het vertrouwen van jongeren te winnen zodat ze sociaal vaardiger worden. Een voorwaarde hiervoor is een positief leefklimaat te scheppen, waarbij de noodzaak voor veiligheid op de groep gekoppeld kan worden aan flexibiliteit en ruimte om te leren. Opvoeding in plaats van straf. Dit is een zeer moeilijke opgave voor groepsleiders ('misschien wel het moeilijkste werk ter wereld') om ook bij ernstige agressie niet te reageren met geweld, maar de communicatie open te houden en jongeren te blijven opvoeden in plaats van kort te houden en te vernederen.